Wet van 10 september 1986, houdende regelen betreffende de overname van de tenuitvoerlegging
van buitenlandse strafrechtelijke beslissingen en de overdracht van de tenuitvoerlegging
van Nederlandse strafrechtelijke beslissingen naar het buitenland
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het mede met het oog op de uitvoering door
Nederland van het Benelux-verdrag inzake de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen
in strafzaken van 26 september 1968 (Trb. 1969, 9), het Europees Verdrag inzake de internationale geldigheid van strafvonnissen
van 28 mei 1970 (Trb. 1971, 137), het Europees Verdrag inzake het toezicht op voorwaardelijk veroordeelden
of voorwaardelijk in vrijheid gestelden van 30 november 1964 (Trb. 1965, 55) en het Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen van 21 maart
1983 (Trb. 1983, 74) wenselijk is te voorzien in een algemene regeling betreffende de overname
en overdracht van de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen van en aan
vreemde Staten, alsmede enkele wetten in verband daarmede te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: