Wet van 6 november 1986, houdende het treffen van een inkomensvoorziening voor oudere
en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers van wie het recht op een uitkering
op grond van de Werkloosheidswet is geëindigd
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een inkomensvoorziening
te treffen voor oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers van
wie het recht op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet is geëindigd;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: