Stb. 2004, 38, datum inwerkingtreding 06-02-2004, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 06-07-2001.
-
a. Onze Minister: Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
-
b. grond: dat deel van de bodem dat wordt gebruikt of is bestemd om te worden gebruikt
als voedingsbodem voor planten;
-
c. groeimedium: materiaal in vaste of vloeibare vorm, niet zijnde grond, dat wordt gebruikt
of is bestemd om te worden gebruikt als voedingsbodem voor planten;
-
d. meststoffen: producten die bestemd zijn om
-
1°. te worden toegevoegd aan grond of aan een groeimedium en die geheel of gedeeltelijk
bestaan uit stoffen, organismen daaronder begrepen, of mengsels van stoffen, die als
zodanig kunnen dienen om grond of een groeimedium geschikt of beter geschikt te maken
als voedingsbodem voor planten;
-
2°. te worden gebruikt als groeimedium;
-
3°. te worden gebruikt als voedsel voor planten of delen van planten, voor zover deze
producten niet reeds zijn begrepen onder 1° of 2°;
-
e. dierlijke meststoffen: meststoffen of producten die geheel of grotendeels bestaan
uit uitwerpselen van de in bijlage A bij deze wet opgenomen diersoorten, onderverdeeld
in categorieën per soort, daaronder begrepen de door mestscheiding of andere vormen
van be- of verwerking van de meststoffen verkregen waterige fractie;
-
f. overige organische meststoffen: organische meststoffen, niet zijnde dierlijke meststoffen,
die zijn opgenomen in bijlage B bij deze wet;
-
g. andere meststoffen: meststoffen, niet zijnde dierlijke of overige organische meststoffen,
die zijn opgenomen in bijlage B bij deze wet;
-
h. verhandelen van meststoffen: afleveren van meststoffen aan handelaren in of gebruikers
dan wel verwerkers van meststoffen alsmede het met het oog daarop voorhanden of in
voorraad hebben, aanbieden of vervoeren van meststoffen;
-
i. diervoeders: producten van plantaardige of dierlijke oorsprong, in natuurlijke staat,
vers of verduurzaamd, en de afgeleide producten van hun industriële verwerking, alsmede
organische of anorganische stoffen, al dan niet in de vorm van een mengsel, met of
zonder toevoegingsmiddelen en diergeneesmiddelen, en bestemd voor dierlijke voeding
langs orale weg;
-
j. bedrijf: geheel van productie-eenheden bestaande uit één of meer gebouwen of afgescheiden
gedeelten daarvan en de daarbij behorende landbouwgrond, uitsluitend of onder meer
dienende tot de uitoefening van de landbouw, zulks beoordeeld naar de feitelijke omstandigheden,
en in ieder geval dat geheel van productie-eenheden dat als één bedrijf is opgegeven
op grond van de krachtens artikel 7 gestelde regels inzake de registratie van de productie
van dierlijke meststoffen, dan wel het na deze opgave ontstane geheel van productie-eenheden
als gevolg van splitsing of samenvoeging overeenkomstig de bij of krachtens hoofdstuk
V, de Wet verplaatsing mestproductie of de Wet herstructurering varkenshouderij gestelde
regels;
-
k. produceren van dierlijke meststoffen: produceren van dierlijke meststoffen door het
houden van dieren, door uitscharing van dieren of door tijdelijke onderbrenging ter
weiding van dieren elders;
-
l. aanvoeren van meststoffen: feitelijk afnemen van meststoffen van een derde of van
een ander bedrijf, daaronder begrepen de dierlijke meststoffen geproduceerd door ter
inscharing aangenomen dieren of door tijdelijk ter weiding aangenomen dieren;
-
m. afvoeren van meststoffen: feitelijk afleveren van meststoffen aan een derde of aan
een ander bedrijf, daaronder begrepen de dierlijke meststoffen geproduceerd door uitgeschaarde
dieren of door tijdelijk elders ter weiding ondergebrachte dieren;
-
n. mestoverschot: de in een bepaald kalenderjaar geproduceerde, aangevoerde of uit opslag
komende hoeveelheid dierlijke meststoffen die in dat jaar niet op het eigen bedrijf
wordt gebruikt;
-
o. perceel: aaneengesloten, door wegen, waterwegen, sloten, houtopstanden, muren, wallen
of anderszins topografisch begrensde oppervlakte grond;
-
p. landbouwgrond: grond waarop enige vorm van akkerbouw, veehouderij – daaronder begrepen
intensieve veehouderij – tuinbouw – daaronder begrepen fruitteelt en het kweken van
bomen, planten, bloemen en bloembollen – en bosbouw die aan bij ministeriële regeling
gestelde regels voldoet, wordt uitgeoefend;
-
q. tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond: in Nederland gelegen oppervlakte
landbouwgrond, daaronder niet begrepen de oppervlakte waarop zich de bedrijfsgebouwen
en daarbij behorende voorzieningen bevinden, die tot het bedrijf behoort op grond
van eigendom, een zakelijk gebruiksrecht of een door de grondkamer goedgekeurde pachtovereenkomst
als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de Pachtwet, en die in het kader van een
normale bedrijfsvoering bij dat bedrijf in gebruik is;
-
r. grasland: landbouwgrond waarop gras wordt geteeld;
-
s. bouwland: landbouwgrond, niet zijnde grasland en niet zijnde braakland;
-
t. braakland: landbouwgrond waarop in het betreffende kalenderjaar gedurende ten minste
zes maanden aaneengesloten geen gewas wordt geteeld, dan wel waarop gedurende zodanige
periode een gewas wordt geteeld ten behoeve van groenbemesting;
-
u. grond met een houtopstand: grond met een houtopstand waarvan velling – anders dan
bij wijze van dunning – een verplichting tot herbeplanten op grond van artikel 3 van
de Boswet, dan wel enig ander algemeen verbindend voorschrift doet ontstaan, alsmede
grond waarop zich een dergelijke houtopstand bevond, tenzij aan de verplichting tot
herbeplanten is voldaan door beplanting van andere grond of een ontheffing als bedoeld
in artikel 6, tweede lid, van de Boswet is verleend;
-
v. natuurterrein: grond met een houtopstand, alsmede heideveld, ven, hoogveenterrein,
zandverstuiving, duinterrein, kwelder, schor, gors, slik, riet- en ruigtland, griend
en laagveenmoeras, waarop een beheer wordt gevoerd dat aan bij ministeriële regeling
gestelde regels voldoet;
-
w. tot het bedrijf behorende oppervlakte natuurterrein: in Nederland gelegen oppervlakte
natuurterrein, daaronder niet begrepen de oppervlakte waarop zich de bedrijfsgebouwen
bevinden, die tot het bedrijf in eigendom behoort, dan wel daartoe behoort ingevolge
een zakelijk gebruiksrecht of een door de grondkamer geregistreerde, onderscheidenlijk
goedgekeurde pachtovereenkomst als bedoeld in de artikelen 70f, eerste lid, onderscheidenlijk
12 of 70f, vijfde lid, van de Pachtwet;
-
x. hectare: hectare in gemeten maat;
-
y. fosfaat: fosfor, in welke vorm of verbinding dan ook, vermenigvuldigd met de factor
2,29;
-
z. stikstof: stikstof, in welke vorm of verbinding dan ook;
-
aa. zand- of lössgrond: perceel dat op bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde
kaarten wordt aangeduid als zand- of lössgrond, welke aanduiding geschiedt als het
perceel blijkens na 1950 genomen representatieve monsters van de grondlaag tot een
diepte van ten hoogste 120 centimeter onder het maaiveld voor ten minste de helft
bestaat uit zand of löss, alsmede perceel kleiner dan 12,5 hectare dat is omsloten
door percelen die voldoen aan de voornoemde criteria;
-
ab. klei- of veengrond: grond, niet zijnde zand- of lössgrond;
-
ac. uitspoelingsgevoelige grond: zand- of lössgrond die op bij algemene maatregel van
bestuur vastgestelde kaarten wordt aangeduid als uitspoelingsgevoelige grond, welke
aanduiding geschiedt als bij ten minste twee derde deel van het perceel sprake is
van een gemiddeld hoogste grondwaterstand van ten minste 40 centimeter onder het maaiveld
en een gemiddeld laagste grondwaterstand van meer dan 120 centimeter onder het maaiveld;
-
ad. mestproductierecht: hoeveelheid dierlijke meststoffen, uitgedrukt in onderscheidenlijk
kilogrammen fosfaat varkens- en kippenmest, in kilogrammen fosfaat rundvee- en kalkoenenmest
en in kilogrammen fosfaat mest afkomstig van één of meer andere in bijlage A bij deze
wet opgenomen diersoorten, die ingevolge artikel 55, eerste, vijfde, zesde, zevende
en achtste lid, op een bedrijf ten hoogste mag worden geproduceerd, zoals deze hoeveelheid
is gewijzigd door toepassing van het bij of krachtens deze wet, de wet van 2 mei 1997,
houdende wijziging van de Meststoffenwet (Stb. 360) en de Wet verplaatsing mestproductie
bepaalde;
-
ae. niet-gebonden mestproductierecht: deel van het mestproductierecht dat de hoeveelheid
overeenkomend met 125 kilogram fosfaat per jaar per hectare van de gemiddeld in het
desbetreffende kalenderjaar tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond overschrijdt,
zoals dat voor de desbetreffende diersoort geldt op grond van het bij of krachtens
deze wet, de wet van 2 mei 1997, houdende wijziging van de Meststoffenwet en de Wet
verplaatsing mestproductie bepaalde;
-
af. varkensrecht: varkensrecht als bedoeld in artikel 1, onderdeel h, van de Wet herstructurering
varkenshouderij;
-
ag. niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen 1996: niet-gebonden mestproductierecht
voor varkens en kippen zoals dat, overeenkomstig de registratie van het Bureau Heffingen,
met betrekking tot 1996 gold op grond van het bij of krachtens de Meststoffenwet en
de Wet verplaatsing mestproductie bepaalde, vermenigvuldigd met 10/7;
-
ah. Bureau Heffingen: Bureau Heffingen van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij, te Assen;
-
ai. grondgebonden mestproductierecht: deel van het mestproductierecht dat overeenkomt
met 125 kilogram fosfaat per jaar per hectare van de gemiddeld in het desbetreffende
jaar tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond;
-
aj. pluimveerecht: in kilogrammen fosfaat uitgedrukte hoeveelheid dierlijke meststoffen
afkomstig van kippen en kalkoenen die op grond van het bij of krachtens hoofdstuk
V, titel 2, uitgezonderd artikel 58d, bepaalde in een kalenderjaar ten hoogste op
een bedrijf mag worden geproduceerd;
-
ak. concentratiegebied: concentratiegebied Zuid of concentratiegebied Oost als aangegeven
in bijlage B behorende bij artikel 1 van de Wet herstructurering varkenshouderij;
-
al. overdracht: eigendomsovergang, het vestigen of overdragen van een zakelijk gebruiksrecht
dan wel het tenietgaan van dat recht, of het tot stand komen of eindigen van een door
de grondkamer goedgekeurde pachtovereenkomst;
-
am. milieuvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer;
-
an. mestafzetovereenkomst:
-
1°. overeenkomst als bedoeld in de artikelen 58ac, onderdelen a, onder 3°, en b, 58ad,
onderdelen a, onder 3°, en b, 58ah, onderdelen a, onder 3°, en b, en 58ai, onderdelen
a, onder 3°, en b,
-
2°. overeenkomst als bedoeld in de artikelen 58ae, eerste lid, onderdelen a en b, 58ah,
onderdeel a, onder 4°, en 58ai, onderdeel a, onder 4°, dan wel
-
3°. overeenkomst als bedoeld in artikel 58aka, tweede lid;
-
ao. erkende tussenpersoon: tussenpersoon als bedoeld in de artikelen 58ac, onderdeel a,
onder 3°, 58ad, onderdeel a, onder 3°, 58ah, onderdeel a, onder 3°, en 58ai, onderdeel
a, onder 3°;
-
ap. erkende mestverwerker: mestverwerker als bedoeld in artikel 58ae, eerste lid, onderdeel
a;
-
aq. erkende exporteur: exporteur als bedoeld in artikel 58ae, eerste lid, onderdeel b;
-
ar. erkende producent: producent als bedoeld in artikel 58ae, eerste lid, onderdeel c.
Stb. 2004, 413, datum inwerkingtreding 25-08-2004, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2003.
-
a. Onze Minister: Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
-
b. grond: dat deel van de bodem dat wordt gebruikt of is bestemd om te worden gebruikt
als voedingsbodem voor planten;
-
c. groeimedium: materiaal in vaste of vloeibare vorm, niet zijnde grond, dat wordt gebruikt
of is bestemd om te worden gebruikt als voedingsbodem voor planten;
-
d. meststoffen: producten die bestemd zijn om
-
1°. te worden toegevoegd aan grond of aan een groeimedium en die geheel of gedeeltelijk
bestaan uit stoffen, organismen daaronder begrepen, of mengsels van stoffen, die als
zodanig kunnen dienen om grond of een groeimedium geschikt of beter geschikt te maken
als voedingsbodem voor planten;
-
2°. te worden gebruikt als groeimedium;
-
3°. te worden gebruikt als voedsel voor planten of delen van planten, voor zover deze
producten niet reeds zijn begrepen onder 1° of 2°;
-
e. dierlijke meststoffen: meststoffen of producten die geheel of grotendeels bestaan
uit uitwerpselen van de in bijlage A bij deze wet opgenomen diersoorten, onderverdeeld
in categorieën per soort, daaronder begrepen de door mestscheiding of andere vormen
van be- of verwerking van de meststoffen verkregen waterige fractie;
-
f. overige organische meststoffen: organische meststoffen, niet zijnde dierlijke meststoffen,
die zijn opgenomen in bijlage B bij deze wet;
-
g. andere meststoffen: meststoffen, niet zijnde dierlijke of overige organische meststoffen,
die zijn opgenomen in bijlage B bij deze wet;
-
h. verhandelen van meststoffen: afleveren van meststoffen aan handelaren in of gebruikers
dan wel verwerkers van meststoffen alsmede het met het oog daarop voorhanden of in
voorraad hebben, aanbieden of vervoeren van meststoffen;
-
i. diervoeders: producten van plantaardige of dierlijke oorsprong, in natuurlijke staat,
vers of verduurzaamd, en de afgeleide producten van hun industriële verwerking, alsmede
organische of anorganische stoffen, al dan niet in de vorm van een mengsel, met of
zonder toevoegingsmiddelen en diergeneesmiddelen, en bestemd voor dierlijke voeding
langs orale weg;
-
j. bedrijf: geheel van productie-eenheden bestaande uit één of meer gebouwen of afgescheiden
gedeelten daarvan en de daarbij behorende landbouwgrond, uitsluitend of onder meer
dienende tot de uitoefening van de landbouw, zulks beoordeeld naar de feitelijke omstandigheden,
en in ieder geval dat geheel van productie-eenheden dat als één bedrijf is opgegeven
op grond van de krachtens artikel 7 gestelde regels inzake de registratie van de productie
van dierlijke meststoffen, dan wel het na deze opgave ontstane geheel van productie-eenheden
als gevolg van splitsing of samenvoeging overeenkomstig de bij of krachtens hoofdstuk
V, de Wet verplaatsing mestproductie of de Wet herstructurering varkenshouderij gestelde
regels;
-
k. produceren van dierlijke meststoffen: produceren van dierlijke meststoffen door het
houden van dieren, door uitscharing van dieren of door tijdelijke onderbrenging ter
weiding van dieren elders;
-
l. aanvoeren van meststoffen: feitelijk afnemen van meststoffen van een derde of van
een ander bedrijf, daaronder begrepen de dierlijke meststoffen geproduceerd door ter
inscharing aangenomen dieren of door tijdelijk ter weiding aangenomen dieren;
-
m. afvoeren van meststoffen: feitelijk afleveren van meststoffen aan een derde of aan
een ander bedrijf, daaronder begrepen de dierlijke meststoffen geproduceerd door uitgeschaarde
dieren of door tijdelijk elders ter weiding ondergebrachte dieren;
-
n. mestoverschot: de in een bepaald kalenderjaar geproduceerde, aangevoerde of uit opslag
komende hoeveelheid dierlijke meststoffen die in dat jaar niet op het eigen bedrijf
wordt gebruikt;
-
o. perceel: aaneengesloten, door wegen, waterwegen, sloten, houtopstanden, muren, wallen
of anderszins topografisch begrensde oppervlakte grond;
-
p. landbouwgrond: grond waarop enige vorm van akkerbouw, veehouderij – daaronder begrepen
intensieve veehouderij – tuinbouw – daaronder begrepen fruitteelt en het kweken van
bomen, planten, bloemen en bloembollen – en bosbouw die aan bij ministeriële regeling
gestelde regels voldoet, wordt uitgeoefend;
-
q. tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond: in Nederland gelegen oppervlakte
landbouwgrond, daaronder niet begrepen de oppervlakte waarop zich de bedrijfsgebouwen
en daarbij behorende voorzieningen bevinden, die tot het bedrijf behoort op grond
van eigendom, een zakelijk gebruiksrecht of een door de grondkamer goedgekeurde pachtovereenkomst
als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de Pachtwet, en die in het kader van een
normale bedrijfsvoering bij dat bedrijf in gebruik is;
-
r. grasland: landbouwgrond waarop gras wordt geteeld;
-
s. bouwland: landbouwgrond, niet zijnde grasland en niet zijnde braakland;
-
t. braakland: landbouwgrond waarop in het betreffende kalenderjaar gedurende ten minste
zes maanden aaneengesloten geen gewas wordt geteeld, dan wel waarop gedurende zodanige
periode een gewas wordt geteeld ten behoeve van groenbemesting;
-
u. grond met een houtopstand: grond met een houtopstand waarvan velling – anders dan
bij wijze van dunning – een verplichting tot herbeplanten op grond van artikel 3 van
de Boswet, dan wel enig ander algemeen verbindend voorschrift doet ontstaan, alsmede
grond waarop zich een dergelijke houtopstand bevond, tenzij aan de verplichting tot
herbeplanten is voldaan door beplanting van andere grond of een ontheffing als bedoeld
in artikel 6, tweede lid, van de Boswet is verleend;
-
v. natuurterrein: grond met een houtopstand, alsmede heideveld, ven, hoogveenterrein,
zandverstuiving, duinterrein, kwelder, schor, gors, slik, riet- en ruigtland, griend
en laagveenmoeras, waarop een beheer wordt gevoerd dat aan bij ministeriële regeling
gestelde regels voldoet;
-
w. tot het bedrijf behorende oppervlakte natuurterrein: in Nederland gelegen oppervlakte
natuurterrein, daaronder niet begrepen de oppervlakte waarop zich de bedrijfsgebouwen
bevinden, die tot het bedrijf in eigendom behoort, dan wel daartoe behoort ingevolge
een zakelijk gebruiksrecht of een door de grondkamer geregistreerde, onderscheidenlijk
goedgekeurde pachtovereenkomst als bedoeld in de artikelen 70f, eerste lid, onderscheidenlijk
12 of 70f, vijfde lid, van de Pachtwet;
-
x. hectare: hectare in gemeten maat;
-
y. fosfaat: fosfor, in welke vorm of verbinding dan ook, vermenigvuldigd met de factor
2,29;
-
z. stikstof: stikstof, in welke vorm of verbinding dan ook;
-
aa. zand- of lössgrond: perceel dat op bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde
kaarten wordt aangeduid als zand- of lössgrond, welke aanduiding geschiedt als het
perceel blijkens na 1950 genomen representatieve monsters van de grondlaag tot een
diepte van ten hoogste 120 centimeter onder het maaiveld voor ten minste de helft
bestaat uit zand of löss, alsmede perceel kleiner dan 12,5 hectare dat is omsloten
door percelen die voldoen aan de voornoemde criteria;
-
ab. klei- of veengrond: grond, niet zijnde zand- of lössgrond;
-
ac. uitspoelingsgevoelige grond: zand- of lössgrond die op bij algemene maatregel van
bestuur vastgestelde kaarten wordt aangeduid als uitspoelingsgevoelige grond, welke
aanduiding geschiedt als bij ten minste twee derde deel van het perceel sprake is
van een gemiddeld hoogste grondwaterstand van ten minste 80 centimeter onder het maaiveld
en een gemiddeld laagste grondwaterstand van meer dan 120 centimeter onder het maaiveld;
-
ad. mestproductierecht: hoeveelheid dierlijke meststoffen, uitgedrukt in onderscheidenlijk
kilogrammen fosfaat varkens- en kippenmest, in kilogrammen fosfaat rundvee- en kalkoenenmest
en in kilogrammen fosfaat mest afkomstig van één of meer andere in bijlage A bij deze
wet opgenomen diersoorten, die ingevolge artikel 55, eerste, vijfde, zesde, zevende
en achtste lid, op een bedrijf ten hoogste mag worden geproduceerd, zoals deze hoeveelheid
is gewijzigd door toepassing van het bij of krachtens deze wet, de wet van 2 mei 1997,
houdende wijziging van de Meststoffenwet (Stb. 360) en de Wet verplaatsing mestproductie
bepaalde;
-
ae. niet-gebonden mestproductierecht: deel van het mestproductierecht dat de hoeveelheid
overeenkomend met 125 kilogram fosfaat per jaar per hectare van de gemiddeld in het
desbetreffende kalenderjaar tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond overschrijdt,
zoals dat voor de desbetreffende diersoort geldt op grond van het bij of krachtens
deze wet, de wet van 2 mei 1997, houdende wijziging van de Meststoffenwet en de Wet
verplaatsing mestproductie bepaalde;
-
af. varkensrecht: varkensrecht als bedoeld in artikel 1, onderdeel h, van de Wet herstructurering
varkenshouderij;
-
ag. niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen 1996: niet-gebonden mestproductierecht
voor varkens en kippen zoals dat, overeenkomstig de registratie van het Bureau Heffingen,
met betrekking tot 1996 gold op grond van het bij of krachtens de Meststoffenwet en
de Wet verplaatsing mestproductie bepaalde, vermenigvuldigd met 10/7;
-
ah. Bureau Heffingen: Bureau Heffingen van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij, te Assen;
-
ai. grondgebonden mestproductierecht: deel van het mestproductierecht dat overeenkomt
met 125 kilogram fosfaat per jaar per hectare van de gemiddeld in het desbetreffende
jaar tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond;
-
aj. pluimveerecht: in kilogrammen fosfaat uitgedrukte hoeveelheid dierlijke meststoffen
afkomstig van kippen en kalkoenen die op grond van het bij of krachtens hoofdstuk
V, titel 2, uitgezonderd artikel 58d, bepaalde in een kalenderjaar ten hoogste op
een bedrijf mag worden geproduceerd;
-
ak. concentratiegebied: concentratiegebied Zuid of concentratiegebied Oost als aangegeven
in bijlage B behorende bij artikel 1 van de Wet herstructurering varkenshouderij;
-
al. overdracht: eigendomsovergang, het vestigen of overdragen van een zakelijk gebruiksrecht
dan wel het tenietgaan van dat recht, of het tot stand komen of eindigen van een door
de grondkamer goedgekeurde pachtovereenkomst;
-
am. milieuvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer;
-
an. mestafzetovereenkomst:
-
1°. overeenkomst als bedoeld in de artikelen 58ac, onderdelen a, onder 3°, en b, 58ad,
onderdelen a, onder 3°, en b, 58ah, onderdelen a, onder 3°, en b, en 58ai, onderdelen
a, onder 3°, en b,
-
2°. overeenkomst als bedoeld in de artikelen 58ae, eerste lid, onderdelen a en b, 58ah,
onderdeel a, onder 4°, en 58ai, onderdeel a, onder 4°, dan wel
-
3°. overeenkomst als bedoeld in artikel 58aka, tweede lid;
-
ao. erkende tussenpersoon: tussenpersoon als bedoeld in de artikelen 58ac, onderdeel a,
onder 3°, 58ad, onderdeel a, onder 3°, 58ah, onderdeel a, onder 3°, en 58ai, onderdeel
a, onder 3°;
-
ap. erkende mestverwerker: mestverwerker als bedoeld in artikel 58ae, eerste lid, onderdeel
a;
-
aq. erkende exporteur: exporteur als bedoeld in artikel 58ae, eerste lid, onderdeel b;
-
ar. erkende producent: producent als bedoeld in artikel 58ae, eerste lid, onderdeel c.