Regeling gelijkstelling niet-gewerkte uren met gewerkte uren

[Regeling vervallen per 01-01-2013.]
Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2005 en zichtdatum 20-09-2024.
Geldend van 05-05-2002 t/m 31-12-2005

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 december 1986, nr. 86/8052, houdende regels gelijkstelling niet gewerkte uren met gewerkte uren

De Sociale Verzekeringsraad,

Overwegende, dat het wenselijk is voor de berekening van het aantal arbeidsuren, bedoeld in artikel 16, tweede lid, van de Werkloosheidswet, uren, waarin geen arbeid is verricht gelijk te stellen met arbeidsuren en uren, waarin arbeid is verricht, buiten beschouwing te laten;

Overwegende voorts, dat er thans geen aanleiding is regels te stellen voor de berekening van het verlies van arbeidsuren, bedoeld in artikel 16, tweede lid, van de Werkloosheidswet met betrekking tot wisselende arbeidspatronen;

Gelet op artikel 16, vierde lid, van de Werkloosheidswet (Stb. 1986, 566);

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Voor de berekening van het aantal arbeidsuren, bedoeld in artikel 16, tweede lid, van de Werkloosheidswet, worden met arbeidsuren gelijkgesteld:

    • a. uren, waarvoor de werknemer zonder te werken loon heeft ontvangen;

    • b. uren, waarin de werknemer niet heeft gewerkt als gevolg van vakantie-, snipper-, of compensatieverlofdagen, voor zover hij voor die dagen geen loon maar een schadeloosstelling wegens loonderving heeft ontvangen of een aanspraak hierop heeft verkregen;

    • c. uren, waarin de werknemer niet heeft gewerkt als gevolg van feestdagen, voor zover hij voor die dagen geen loon, maar een schadeloosstelling wegens loonderving heeft ontvangen;

    • d. uren, waarin de werknemer niet heeft gewerkt en waarvoor hij schadeloosstelling of schadevergoeding wegens het beëindigen van de dienstbetrekking heeft ontvangen;

    • e. uren, waarin de werknemer niet heeft gewerkt en waarvoor hij een betaling heeft ontvangen wegens niet-genoten compensatie- of periodiek verlof bij de beëindiging van de dienstbetrekking;

    • f. uren, waarin de werknemer niet heeft gewerkt als gevolg van een regeling tot toepassing van een kortere dan de normale werktijd;

    • g. uren, waarin de werknemer niet heeft gewerkt en waarvoor hij een uitkering op grond van een vorstuitkeringsreglement danwel een uitkering op grond van artikel 18 van de Werkloosheidswet heeft ontvangen;

    • h. uren, waarin de werknemer niet heeft gewerkt en waarover hij recht op uitkering op grond van hoofdstuk IV van de Werkloosheidswet heeft;

    • i. uren, waarin de werknemer niet heeft gewerkt als gevolg van ziekte of arbeidsongeschiktheid;

    • j. uren, waarin de werknemer niet heeft gewerkt als gevolg van een verplichte bedrijfssluiting en waarvoor de werknemer geen loon of inkomsten wegens loonderving danwel vakantiebonnen of daarmee overeenkomende aanspraken heeft ontvangen of verkregen;

    • k. uren, waarin de werknemer niet heeft gewerkt en waarover hij een uitkering heeft ontvangen op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg.

  • 2 Indien de periode van ziekte of arbeidsongeschiktheid dan wel de periode waarover uitkering als bedoeld in het eerste lid, onderdeel k, is ontvangen, gelet op het arbeidspatroon van de werknemer, aansluit op een periode waarin de werknemer in dienstbetrekking werkzaam was is het aantal uren dat op grond van het eerste lid, onderdeel i respectievelijk k, gelijkgesteld wordt, gelijk aan:

    • a. het aantal arbeidsuren dat de werknemer zou hebben gewerkt indien hij niet ziek of arbeidsongeschikt zou zijn geworden dan wel zich geen situatie zou hebben voorgedaan op grond waarvan hij recht heeft op een uitkering als bedoeld in het eerste lid, onderdeel k, en hij op een vast aantal arbeidsuren werkzaam was;

    • b. het gemiddeld aantal arbeidsuren dat de werknemer zou hebben gewerkt indien hij niet ziek of arbeidsongeschikt zou zijn geworden dan wel zich geen situatie zou hebben voorgedaan op grond waarvan hij recht heeft op een uitkering als bedoeld in het eerste lid, onderdeel k, en hij niet op een vast aantal arbeidsuren werkzaam was.

Het gemiddeld aantal arbeidsuren, bedoeld in onderdeel b, wordt berekend over de periode, bedoeld in artikel 16 van de Werkloosheidswet, met dien verstande dat buiten aanmerking blijven de in die periode gelegen dagen, waarop hij ten gevolge van ziekte of arbeidsongeschiktheid dan wel de situatie op grond waarvan hij recht heeft op een uitkering als bedoeld in het eerste lid, onderdeel k, niet werkzaam was.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Indien een schadeloosstelling, schadevergoeding of betaling, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, c, d of e, niet over een bepaalde periode is berekend, bepaalt het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op welke periode deze betrekking heeft.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Indien de berekening van het aantal arbeidsuren, bedoeld in artikel 16, tweede lid, van de Werkloosheidswet, als gevolg van een bepaalde wijze van invulling van arbeidsduurverkorting, geen juist beeld geeft van het verrichte arbeidspatroon, worden zonodig in afwijking van de voorgaande artikelen:

    • a. uren, waarin de werknemer niet heeft gewerkt, gelijkgesteld met arbeidsuren;

    • b. uren, waarin de werknemer heeft gewerkt, buiten beschouwing gelaten; of

    • c. zowel uren, waarin de werknemer niet heeft gewerkt, gelijkgesteld met arbeidsuren als uren, waarin de werknemer heeft gewerkt, buiten beschouwing gelaten.

  • 2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt de arbeidsduurverkorting geacht gelijkelijk te zijn verspreid over een periode van een kalenderjaar. Indien de werknemer in een kalenderweek meer uren arbeidsduurverkorting heeft genoten dan het op jaarbasis vastgesteld gemiddeld aantal per week, wordt het verschil voor de toepassing van het eerste lid gelijkgesteld met gewerkte uren. Indien de werknemer in een kalenderweek minder uren arbeidsduurverkorting heeft genoten dan het op jaarbasis vastgesteld gemiddeld aantal per week, wordt het verschil voor de toepassing van het eerste lid buiten beschouwing gelaten.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Indien de uitkomst van de berekening van het aantal arbeidsuren, bedoeld in artikel 16, tweede lid, van de Werkloosheidswet ten aanzien van de werknemer, die in ploegendienst of volgens andere vormen van werkroosters heeft gewerkt, gelet op zijn arbeidspatroon geen juist beeld geeft van dat arbeidspatroon, worden zonodig in afwijking van de voorgaande artikelen niet-gewerkte uren zodanig gelijkgesteld met gewerkte uren dan wel, worden gewerkte uren zodanig buiten beschouwing gelaten, dat het gemiddeld aantal arbeidsuren overeenkomt met het aantal uren van dat arbeidspatroon.

  • 2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing indien voor de berekening van het aantal arbeidsuren, bedoeld in artikel 16, tweede lid van de Werkloosheidswet, uren waarin de werknemer niet heeft gewerkt als gevolg van compensatieverlofdagen, op grond van artikel 1 zijn gelijkgesteld met gewerkte uren.

Artikel 4a

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Voor de berekening van het aantal arbeidsuren, bedoeld in artikel 16, tweede lid van de Werkloosheidswet, worden zonodig in afwijking van de voorgaande artikelen buiten beschouwing gelaten de uren waarin de werknemer overwerk heeft verricht.

  • 2 Onder overwerk als bedoeld in het eerste lid wordt niet verstaan de uren:

    • a. waarin de werknemer krachtens arbeidsovereenkomst of CAO verplicht was arbeid te verrichten en die uren zonder die verplichting als overuren zouden moeten worden aangemerkt; of

    • b. waarin de werknemer meer dan de normale arbeidstijd arbeid heeft verricht en die uren inherent zijn aan de functie.

Artikel 4b

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Voor de beoordeling van het arbeidsurenverlies van de werknemer die in een wisselend arbeidspatroon met een cyclus werkzaam is of is geweest dan wel aansluitend aan het intreden van de werkloosheid in een wisselend arbeidspatroon gaat werken worden de kalenderweken waarover de cyclus van dat arbeidspatroon zich uitstrekt in aanmerking genomen.

  • 2 Onder cyclus wordt verstaan de periode van maximaal 65 kalenderweken die wordt doorlopen tot het wisselend arbeidspatroon zich herhaalt.

  • 3 Bij de beoordeling of de werknemer aansluitend aan het intreden van de werkloosheid in een wisselend arbeidspatroon gaat werken, wordt uitsluitend werkhervatting bij de werkgever tot wie de werknemer voorafgaand aan het intreden van de werkloosheid in dienstbetrekking stond, in aanmerking genomen.

  • 4 Vastgesteld wordt het aantal uren waarin de werknemer gelet op het arbeidspatroon in een voor hem gebruikelijk te achten omvang gemiddeld per kalenderweek werkzaam is geweest alsmede het aantal uren dat voor de werknemer gelet op het arbeidspatroon aansluitend aan het intreden van de werkloosheid als de voor hem gebruikelijk te achten omvang gemiddeld per kalenderweek kan worden aangemerkt. Het arbeidsurenverlies bedraagt het verschil tussen beide aantallen uren.

  • 5 Indien aan het einde van de cyclus blijkt dat het totale arbeidsurenverlies op een hoger of lager aantal uren vastgesteld had moeten worden, wordt de beslissing terzake de vaststelling van het arbeidsurenverlies herzien.

  • 6 Dit artikel is niet van toepassing op de werknemer die seizoenmatige arbeid heeft verricht. Onder seizoenmatige arbeid wordt verstaan arbeid die naar zijn aard op klimatologische gronden seizoensgebonden is of hieraan direct is gerelateerd en daardoor slechts gedurende één of meer bepaalde jaarlijks terugkerende periodes beschikbaar is of wordt verricht. Er is geen sprake van seizoenmatige arbeid als de werkzaamheden slechts uit bedrijfseconomische motieven of om organisatorische redenen geconcentreerd zijn in één of meer jaarlijks terugkerende periodes.

Artikel 4c

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 2 Het eerste lid van dit artikel is niet van toepassing indien voor de arbeidsuren waarin bereikbaarheidsdiensten zijn verricht, een vergoeding is ontvangen die tenminste gelijk is aan de voor de betreffende werknemer geldende vergoeding voor het verrichten van zijn overige arbeid.

  • 3 Voor de toepassing van dit besluit wordt onder bereikbaarheidsdiensten verstaan: het buiten de gebruikelijke werktijden en/of plaats beschikbaar zijn om op aanwijzing door of namens de werkgever direct arbeid te verrichten.

Artikel 4d

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling gelijkstelling niet-gewerkte uren met gewerkte uren.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip dat de Werkloosheidswet in werking treedt, zijnde 1 januari 1987.

Zoetermeer, 18 december 1986

De Sociale Verzekeringsraad,

E.P. de Jong

voorzitter

G. J. van der Hoeven

algemeen secretaris