Als werkgever van de topsporter die op grond van het in overeenstemming met Onze Minister
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vastgestelde reglement van de stichting Fonds
voor de Topsporter een periodieke uitkering als tegemoetkoming in de kosten van zijn
levensonderhoud geniet, wordt aangewezen de stichting Fonds voor de Topsporter.
Voor de toepassing van de artikelen 1, 2 en 5 van het koninklijk besluit van 24 december 1986, Stb. 1986, 655 wordt buiten beschouwing
gelaten de arbeidsverhouding van de persoon, die niet bij wijze van beroep als auteur
of redactiemedewerker voor een uitgever werkzaam is.
Voor de toepassing van artikel 5 van het koninklijk besluit van 24 december 1986, Stb. 1986, 655, wordt buiten beschouwing
gelaten de arbeidsverhouding van de persoon die
-
a. als bestuurder van een vereniging of stichting dan wel als commissaris van een vennootschap
voor die vereniging, stichting, onderscheidenlijk vennootschap, werkzaam is, of
-
b. melkvervoer verricht op grond van een vervoersovereenkomst en die daarvoor een eigen
vervoermiddel pleegt te gebruiken.
-
1
Artikel 3, eerste lid, van het koninklijk besluit van 24 december 1986, Stb. 1986, 655 vindt geen toepassing
ten aanzien van de persoon die:
-
a. doorgaans op minder dan drie dagen per week werkzaam is voor een natuurlijk persoon
ten behoeve van diens persoonlijke aangelegenheden, tenzij loon wordt verstrekt door
degene, door wiens tussenkomst de arbeid wordt verricht;
-
b. bij wijze van arbeidstherapie werkzaam is.
-
2
Artikel 3, eerste lid, van het koninklijk besluit van 24 december 1986, Stb. 1986, 655 vindt, voor zover
de Werkloosheidswet betreft, geen toepassing ten aanzien van de persoon die:
-
a. door tussenkomst of mede door tussenkomst van een supranationale, internationale of
buitenlandse organisatie of instelling als stagiaire werkzaam is, indien hij buiten
Nederland woont;
-
b. door tussenkomst van een openbare of van een van overheidswege gesubsidieerde onderwijsinstelling
als stagiaire werkzaam is.
-
3 Voor de toepassing van de artikelen 3 en 5 van het besluit van 24 december 1986 (Stb.
655) wordt, voorzover het de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen betreft, niet als dienstbetrekking beschouwd de arbeidsverhouding van de persoon
die werkzaam is om vakbekwaamheid te verwerven, onder wie mede wordt begrepen de persoon,
die als leerling van een instelling van onderwijs praktisch werkzaam is, alsmede de
persoon die aan een bedrijfsschool opleiding ontvangt.
Voor de toepassing van de artikelen 1, 2 en 3 van het besluit van 24 december 1986
(Stb. 655) wordt niet als dienstbetrekking beschouwd de arbeidsverhouding van de persoon
die kinderopvang in een gezinssituatie biedt, die tot stand komt door middel van een
gastouderbureau, overeenkomstig de modelcontracten die als bijlage bij deze regeling
zijn gevoegd.
-
2 Een verklaring afgegeven op grond van artikel 1, eerste lid, onderdeel b, onder 1°, van het in het eerste lid genoemde besluit, waarin begrepen een verklaring die op
grond van artikel 5, tweede lid, van dat besluit als zodanig kan worden aangemerkt,
wordt aangemerkt als een verklaring als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel
a, van dit besluit.
Dit besluit, dat met de daarbij behorende toelichting in de Nederlandse Staatscourant
zal worden geplaatst, treedt in werking met ingang van 1 januari 1987.
Bijlage Model-overeenkomst voor bemiddeling inzake bedrijfsgerichte gastouderopvang
tussen een gastouderbureau en een werkgever
De ondergetekenden:
-
1. Stichting Gastouderbureau
.................................., gevestigd te
.........., ten deze vertegenwoordigd
door ............., functie ....................,
hierna te noemen de stichting;
en
-
2. ........................., gevestigd te
.........., ten deze vertegenwoordigd
door................, functie ..................,
hierna te noemen de werkgever
in aanmerking nemende:
- -
dat de stichting tot doel heeft, met inachtneming van de door de overheid gestelde
regels voor kwaliteit en beheer te bemiddelen in gastouderopvang gericht op kinderen
van 0 tot 13 jaar oud;
- -
dat de werkgever ten deze zijn werknemers vertegenwoordigt die kinderopvang zoeken
bij gastouders en aldus als vraagouders zijn aan te merken;
- -
dat de stichting voor de werkgever tegen betaling bemiddelt, welke bemiddeling kan
resulteren in een koppeling;
- -
dat de stichting niet kan garanderen dat zijn bemiddeling altijd resulteert in een
koppeling
zijn overeengekomen als volgt:
Artikel 1
Begripsbepaling
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
-
Gastouderbureau
-
Een organisatie die de bemiddeling van gastouderopvang tussen gastouders en vraagouders
regelt.
-
Vraagouder
-
Ouder(s)/verzorger(s) die voor hun kinderen opvang door gastouders zoeken.
-
Gastouder
-
Diegene die via de stichting één of meerdere kinderen in de leeftijd van 0 tot 13
jaar opvangt in het eigen huis. Ingeval de opvang kinderen jonger dan 4 jaar oud betreft,
wordt bij de bemiddeling maximaal uitgegaan van 4 kinderen, inclusief de eigen kinderen
van de gastouder in deze leeftijdscategorie.
-
Bemiddeling
-
Het bemiddelen tussen de vraag naar en het aanbod van kinderopvang door respectievelijk
vraagouders en de door de stichting geselecteerde gastouders, inclusief alle met de
bemiddeling samenhangende activiteiten van de stichting.
-
Bemiddelingsovereenkomst
-
Overeenkomst waarin de afspraken tussen enerzijds de stichting en anderzijds een gastouder
of een vraagouder (de laatste al dan niet vertegenwoordigd door zijn of haar werkgever)
over de bemiddeling zijn vastgelegd.
-
Opvanguren
-
De uren waarop door gastouders opvang wordt geboden aan kinderen in de leeftijd van
0 tot 13 jaar.
-
Werknemers
-
Ouders, voogden en/of verzorgers in loondienst werkzaam bij de werkgever, die voor
hun kinderen opvang door gastouders zoeken.
-
Koppeling
-
De combinatie van een vraagouder en een gastouder, die met elkaar een overeenkomst
van opdracht hebben gesloten, waarin de omvang en de aard van de door de gastouder
te bieden opvang is vastgelegd.
Artikel 2
Inspanningsverplichting De stichting verplicht zich voor de duur van de bemiddelingsovereenkomst al het mogelijke
te doen om een koppeling tot stand te brengen. Koppeling geschiedt volgens de regels
van de stichting.
Alle aan de koppeling voorafgaande en daaruit voortvloeiende activiteiten zal de stichting
bewerkstelligen op basis van de afspraken neergelegd in deze bemiddelingsovereenkomst.
Artikel 3
Kwaliteit De stichting bevordert met inachtneming van de door de overheid gestelde kwaliteitseisen
door bemiddeling en het verstrekken van informatie de kwaliteit en de continuïteit
van de gastouderopvang. De opvang en verzorging van het kind door de gastouder geschiedt
geheel voor rekening en risico van de vraagouder.
Artikel 4
Prijs gastouderopvang Het bedrag bestaat uit twee componenten:
-
1. Bemiddelingskosten
Een basisbedrag van f............................ (zegge:
.......................................), exclusief 17,5% BTW,
bestaande uit de kosten voor bemiddeling.
Daarnaast is de werkgever de stichting in het kalenderjaar waarin deze overeenkomst
wordt gesloten nog een entreegeld verschuldigd van f.......................................
(zegge: ........................................................), exclusief BTW.
Indien de opvang van een kind binnen het contractjaar om welke reden dan ook wordt
beëindigd, met uitzondering van beëindiging als gevolg van overmacht aan de zijde
van de gastouder, zal de stichting maximaal tweemaal (2x) opnieuw bemiddelen voor
het betreffende kind zonder daarvoor extra bemiddelingskosten in rekening te brengen.
-
2. Opvangkosten
Een bedrag, afhankelijk van het in de overeenkomst van opdracht tussen vraag- en gastouder
overeengekomen aantal opvanguren, bestaande uit de kosten voor opvang. Dit bedrag
is de vraagouder aan de gastouder verschuldigd en wordt in de regel door de vraagouder
rechtstreeks aan de gastouder voldaan. Indien vraag- en gastouder dit wensen kan de
vergoeding door tussenkomst van de stichting als kassier plaatsvinden.
Artikel 5
Wijze van betaling De werkgever betaalt in het kalenderjaar waarin deze overeenkomst wordt gesloten,
de ingevolge artikel 4.1 verschuldigde bedragen rechtstreeks aan de stichting.
Indien de bemiddeling begint voor de vijftiende van de maand, dan wordt de betaling
voor het basisbedrag berekend vanaf de eerste van de maand.
Begint de bemiddeling op of na de vijftiende van de maand, dan wordt voor de eerste
maand van de bemiddeling 50% van het basisbedrag berekend.
De betaling geschiedt in vier gelijke termijnen van f ..... (zegge: ..........), exclusief
BTW, op een door de stichting aan te geven wijze.
Artikel 6
Aanpassing prijs bemiddeling Het basisbedrag dat de werkgever de stichting voor bemiddeling verschuldigd is, zal
jaarlijks voor het prijsgevoelige deel van de kosten worden herzien naar rato van
de wijziging van het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie, reeks werknemersgezinnen,
zoals dat door het Centraal Bureau voor de Statistiek zal worden vastgesteld voor
het kalenderjaar voorafgaande aan het jaar van herziening.
Daarenboven zal het loongevoelige deel van de kosten aangepast worden aan de kostenstijging
die volgt uit de wijziging van de CAO-Welzijnswerk, welke op het personeel in dienst
van en werkzaam op het bureau van de stichting van toepassing is. Het aldus herziene
bedrag wordt minimaal twee maanden voor de datum waarop het verschuldigd zal zijn
schriftelijk aan de werkgever medegedeeld.
Artikel 7
Niet benutte bemiddeling Indien de werkgever de met de stichting overeengekomen bemiddeling niet daadwerkelijk
benut, is desondanks het volledige overeengekomen basisbedrag verschuldigd.
Artikel 8
Looptijd De overeenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde tijd, ingaande op ...........
Vanaf ..... maanden na de ingangsdatum van de overeenkomst, hebben beide partijen
het recht de overeenkomst door opzegging te beëindigen met een opzegtermijn van een
maand.
De looptijd van de eerste periode is dus minimaal ..... maanden. Opzegging dient schriftelijk
te geschieden. De termijn van opzegging gaat in vanaf de eerste van de maand opvolgend
aan de maand waarin is opgezegd.
Artikel 9
Wanprestatie Indien één van beide partijen, ondanks schriftelijk ingebrekestelling, niet aan zijn
verplichtingen ingevolge deze overeenkomst voldoet, is de andere partij gerechtigd
de overeenkomst zonder dat daartoe een rechterlijke tussenkomst is vereist, met ingang
van de in de ingebrekestelling genoemde datum te beëindigen of te ontbinden, onverminderd
zijn recht op nakoming en/of schadevergoeding te vorderen. Bij niet of niet tijdige
betaling is het bedrijf de wettelijke rente verschuldigd, als bedoeld in artikel 119
jo 120, boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, vanaf de zestiende dag van de maand waarin
de betaling had moeten zijn ontvangen. Zowel de gerechtelijke als de buitengerechtelijke
incassokosten zijn geheel voor rekening van de werkgever.
Artikel 10
Administratiekosten Indien de werkgever de bemiddelingsprocedure wil beëindigen in de periode na de datum
waarop het bevestigingsformulier bij de stichting is geretourneerd, echter slechts
in het geval de stichting nog geen koppeling tot stand heeft gebracht, dan zal door
de stichting f ..... (zegge: ..... gulden), exclusief BTW, administratiekosten bij
de werkgever in rekening worden gebracht.
Aldus overeengekomen te
.............................................
Stichting Gastouderbureau
................................ ............................................
................................ ............................................
functie .......... functie
............................................
De werkgever
Bijlage Model-overeenkomst voor bemiddeling tussen gastouderbureau en vraagouder
Partijen
De stichting .........., gevestigd te (straatadres, postcode, woonplaats), ..... (telefoonnummer)
ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door ..... (naam tekenbevoegde persoon), hierna
te noemen ‘het gastouderbureau’ (ook wel: GOB), en
..... (naam), wonende te ..... (straatadres, postcode, woonplaats), .......... (telefoonnummer),
hierna te noemen ‘de vraagouder’ (ook wel: VO);
Overwegende dat
GOB zich in beginsel bereid verklaart
VO te bemiddelen;
VO verklaart bekend te zijn met het feit dat GOB slechts bemiddelt indien en voor
zover de kinderopvang bij een gastouder plaatsvindt binnen de van overheidswege gestelde
(kwaliteits)normen,
VO het zogenoemde intake-formulier volledig heeft ingevuld, gedateerd en ondertekend;
Verklaren te zijn overeengekomen als volgt
Artikel 1
Lid 1
GOB zal VO bemiddelen ter zake van de opvang en verzorging van het kind ..... (naam
kind) / de kinderen en .......... (naam kinderen).
Opvang en verzorging van het kind / de kinderen van VO zal plaatsvinden bij een gastouder.
De bemiddeling houdt in: het met elkaar in contact brengen van bij GOB geregistreerde
vraag- en gastouders, opdat deze met elkaar een overeenkomst kunnen sluiten voor de
opvang en de verzorging van het kind / de kinderen. VO kan aan deze overeenkomst bij
het niet of niet geheel voldoen aan de bemiddelingswensen van VO, jegens GOB geen
aanspraken ontlenen.
Lid 2
Indien en voor zover in de toekomst VO inzake een ander kind / andere kinderen dan
de in lid 1 vermelde wenst te laten opvangen door dezelfde gastouder als die de opvang
verzorgt inzake de in lid 1 vermelde kinderen, dan is VO verplicht ter zake de bemiddeling
van GOB in te roepen.
Artikel 2
VO verklaart zich bekend met het feit dat GOB richtlijnen verstrekt inzake de beloning
per uur voor een gastouder, alsmede eventuele vergoeding van onkosten en dergelijke.
VO zal, indien er een koppeling tussen VO en een gastouder tot stand wordt gebracht,
de gastouder belonen conform de richtlijnen die GOB heeft verstrekt.
Artikel 3
Indien zich na het tot stand komen van een koppeling tussen VO en een gastouder problemen
en/of onduidelijkheden voordoen tussen VO en de betreffende gastouder, dan is GOB
desgevraagd bereid ter zake te bemiddelen.