Besluit van 25 maart 1987, houdende uitvoering van de artikelen 105, 106 en 129 van
de Wet geluidhinder (Stb. 1979, 99)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
van 4 augustus 1986, Centrale Directie Juridische Zaken, nr. MJZ 0486006, DGMH/G,
nr. 0486114, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;
Gelet op de artikelen 105, 106 en 129 van de Wet geluidhinder (Stb. 1979, 99);
De Raad van State gehoord (advies van 4 februari 1987, nr. W 08.86.0421);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer van 24 maart 1987, Centrale Directie Juridische Zaken, nr. MJZ 2437005,
DGMH/G, nr. 2437110, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer
en Waterstaat;
Hebben goedgevonden en verstaan: