Stb. 2004, 670, datum inwerkingtreding 22-12-2004, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-03-2004.
1 Voor programmaverzorging voor landelijke omroep kan Onze Minister omroepverenigingen
en één educatieve omroepinstelling erkennen.
2 Erkenningen worden eenmaal in de vijf jaren verleend voor een, voor alle erkende omroepinstellingen
tegelijk aanvangende periode van vijf jaren, met dien verstande dat het tijdstip waarop
de erkenningen in werking treden samenvalt met het tijdstip waarop de concessie, bedoeld
in artikel 30a, in werking treedt, dan wel met het tijdstip waarop de vijfjaarlijkse
perioden, bedoeld in artikel 30b, derde lid, aanvangen.
3 Een omroepvereniging komt slechts in aanmerking voor een erkenning, indien:
-
a. de omroepvereniging in het jaar voorafgaande aan de periode van erkenning, zendtijd
als omroepvereniging heeft gehad; en
-
b. door het Commissariaat voor de Media is vastgesteld dat de omroepvereniging ten minste
150 000 leden heeft.
4 Een erkenning geeft aan de erkende omroepinstelling gedurende de periode waarvoor
erkenning is verleend recht op zendtijd en een financiële bijdrage voor de verzorging
van het programma.
5 Een erkende omroepinstelling is verplicht gedurende de periode waarvoor erkenning
is verleend een televisie- en een radioprogramma voor landelijke omroep te verzorgen.
Stb. 2004, 670, datum inwerkingtreding 22-12-2004, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-03-2004.
1 Voor programmaverzorging voor landelijke omroep kan Onze Minister omroepverenigingen
en één educatieve omroepinstelling erkennen.
2 Erkenningen worden eenmaal in de vijf jaren verleend voor een, voor alle erkende omroepinstellingen
tegelijk aanvangende periode van vijf jaren, met dien verstande dat het tijdstip waarop
de erkenningen in werking treden samenvalt met het tijdstip waarop de concessie, bedoeld
in artikel 30a, in werking treedt, dan wel met het tijdstip waarop de vijfjaarlijkse
perioden, bedoeld in artikel 30b, derde lid, aanvangen.
3 Een omroepvereniging komt slechts in aanmerking voor een erkenning, indien:
-
a. de omroepvereniging in het jaar voorafgaande aan de periode van erkenning, zendtijd
als omroepvereniging heeft gehad; en
-
b. door het Commissariaat voor de Media is vastgesteld dat de omroepvereniging ten minste
150 000 leden heeft.
4 Een erkenning geeft aan de erkende omroepinstelling gedurende de periode waarvoor
erkenning is verleend recht op zendtijd en een financiële bijdrage voor de verzorging
van het programma.
5 Een erkende omroepinstelling is verplicht gedurende de periode waarvoor erkenning
is verleend een televisie- en een radioprogramma voor landelijke omroep te verzorgen.
Stb. 2004, 670, datum inwerkingtreding 22-12-2004, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-03-2004.
1 Voor programmaverzorging voor landelijke omroep kan Onze Minister omroepverenigingen
en één educatieve omroepinstelling erkennen.
2 Erkenningen worden eenmaal in de vijf jaren verleend voor een, voor alle erkende omroepinstellingen
tegelijk aanvangende periode van vijf jaren, met dien verstande dat het tijdstip waarop
de erkenningen in werking treden samenvalt met het tijdstip waarop de concessie, bedoeld
in artikel 30a, in werking treedt, dan wel met het tijdstip waarop de vijfjaarlijkse
perioden, bedoeld in artikel 30b, derde lid, aanvangen.
3 Een omroepvereniging komt slechts in aanmerking voor een erkenning, indien:
-
a. de omroepvereniging in het jaar voorafgaande aan de periode van erkenning, zendtijd
als omroepvereniging heeft gehad; en
-
b. door het Commissariaat voor de Media is vastgesteld dat de omroepvereniging ten minste
150 000 leden heeft.
4 Een erkenning geeft aan de erkende omroepinstelling gedurende de periode waarvoor
erkenning is verleend recht op zendtijd en een financiële bijdrage voor de verzorging
van het programma.
5 Een erkende omroepinstelling is verplicht gedurende de periode waarvoor erkenning
is verleend een televisie- en een radioprogramma voor landelijke omroep te verzorgen.
Stb. 2004, 670, datum inwerkingtreding 22-12-2004, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-03-2004.
1 Voor programmaverzorging voor landelijke omroep kan Onze Minister omroepverenigingen
en één educatieve omroepinstelling erkennen.
2 Erkenningen worden eenmaal in de vijf jaren verleend voor een, voor alle erkende omroepinstellingen
tegelijk aanvangende periode van vijf jaren, met dien verstande dat het tijdstip waarop
de erkenningen in werking treden samenvalt met het tijdstip waarop de concessie, bedoeld
in artikel 30a, in werking treedt, dan wel met het tijdstip waarop de vijfjaarlijkse
perioden, bedoeld in artikel 30b, derde lid, aanvangen.
3 Een omroepvereniging komt slechts in aanmerking voor een erkenning, indien:
-
a. de omroepvereniging in het jaar voorafgaande aan de periode van erkenning, zendtijd
als omroepvereniging heeft gehad; en
-
b. door het Commissariaat voor de Media is vastgesteld dat de omroepvereniging ten minste
150 000 leden heeft.
4 Een erkenning geeft aan de erkende omroepinstelling gedurende de periode waarvoor
erkenning is verleend recht op zendtijd en een financiële bijdrage voor de verzorging
van het programma.
5 Een erkende omroepinstelling is verplicht gedurende de periode waarvoor erkenning
is verleend een televisie- en een radioprogramma voor landelijke omroep te verzorgen.