Stb. 2004, 94, datum inwerkingtreding 17-03-2004, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2004.
1 De zendtijd voor televisie van de omroepverenigingen gezamenlijk wordt gebruikt voor
een volledig programma, dat ten minste omvat onderdelen van culturele, informatieve,
educatieve en verstrooiende aard.
2 Onverminderd het eerste lid, wordt jaarlijks van de zendtijd, bedoeld in het eerste
lid, ten minste vijfentwintig procent gebruikt voor onderdelen van culturele aard
en vijfendertig procent voor onderdelen van informatieve of educatieve aard. Een deel
van de programma-onderdelen van culturele aard, dat ten minste gelijk is aan twaalf
en een half procent van de gebruikte zendtijd voor televisie van de omroepverenigingen
gezamenlijk, bestaat uit of heeft betrekking op kunst.
3 Indien een programma-onderdeel van informatieve, educatieve of verstrooiende aard
tevens wat zijn inhoud betreft voor meer dan de helft van culturele aard is, kan dit
programma-onderdeel meegeteld worden bij de berekening van het percentage programma-onderdelen
van culturele aard, bedoeld in het tweede lid.
4 De educatieve omroepinstelling gebruikt haar zendtijd geheel voor een educatief programma.
5 Een kerkgenootschap gebruikt zijn zendtijd geheel voor een kerkelijk programma.
6 Een genootschap op geestelijke grondslag gebruikt zijn zendtijd geheel voor een programma
op geestelijk terrein.
7 Een politieke partij gebruikt haar zendtijd geheel voor een programma op politiek
terrein.
8 De Stichting Etherreclame gebruikt haar zendtijd voor een programma bestaande uit
reclameboodschappen en telewinkelboodschappen die zijn aangeboden door derden. Voor
ten hoogste een derde deel kan de zendtijd worden gebruikt voor omlijsting van de
reclameboodschappen en telewinkelboodschappen. Telewinkelboodschappen die in het programma
van de Stichting Etherreclame worden opgenomen duren elk ten hoogste één minuut. Een
blok als bedoeld in artikel 41a, vijfde lid, bestaat voor ten hoogste tweederde van
de duur uit telewinkelboodschappen. Het programma van de Stichting Etherreclame is
als zodanig herkenbaar en door optische of akoestische middelen duidelijk onderscheiden
van de programma-onderdelen van de andere instellingen die zendtijd hebben verkregen.
In het programma van de Stichting Etherreclame wordt geen gebruik gemaakt van subliminale
technieken.
9 De raad van bestuur draagt, met inachtneming van het coördinatiereglement, bedoeld
in artikel 19a, eerste lid, onderdeel f, er zorg voor dat het gebruik van de zendtijd
op de televisieprogrammanetten voldoet aan het eerste en tweede lid.
Stb. 2004, 94, datum inwerkingtreding 17-03-2004, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2004.
1 De zendtijd voor televisie van de omroepverenigingen gezamenlijk wordt gebruikt voor
een volledig programma, dat ten minste omvat onderdelen van culturele, informatieve,
educatieve en verstrooiende aard.
2 Onverminderd het eerste lid, wordt jaarlijks van de zendtijd, bedoeld in het eerste
lid, ten minste vijfentwintig procent gebruikt voor onderdelen van culturele aard
en vijfendertig procent voor onderdelen van informatieve of educatieve aard. Een deel
van de programma-onderdelen van culturele aard, dat ten minste gelijk is aan twaalf
en een half procent van de gebruikte zendtijd voor televisie van de omroepverenigingen
gezamenlijk, bestaat uit of heeft betrekking op kunst.
3 Indien een programma-onderdeel van informatieve, educatieve of verstrooiende aard
tevens wat zijn inhoud betreft voor meer dan de helft van culturele aard is, kan dit
programma-onderdeel meegeteld worden bij de berekening van het percentage programma-onderdelen
van culturele aard, bedoeld in het tweede lid.
4 De educatieve omroepinstelling gebruikt haar zendtijd geheel voor een educatief programma.
5 Een kerkgenootschap gebruikt zijn zendtijd geheel voor een kerkelijk programma.
6 Een genootschap op geestelijke grondslag gebruikt zijn zendtijd geheel voor een programma
op geestelijk terrein.
7 Een politieke partij gebruikt haar zendtijd geheel voor een programma op politiek
terrein.
8 De Stichting Etherreclame gebruikt haar zendtijd voor een programma bestaande uit
reclameboodschappen en telewinkelboodschappen die zijn aangeboden door derden. Voor
ten hoogste een derde deel kan de zendtijd worden gebruikt voor omlijsting van de
reclameboodschappen en telewinkelboodschappen. Telewinkelboodschappen die in het programma
van de Stichting Etherreclame worden opgenomen duren elk ten hoogste één minuut. Een
blok als bedoeld in artikel 41a, vijfde lid, bestaat voor ten hoogste tweederde van
de duur uit telewinkelboodschappen. Het programma van de Stichting Etherreclame is
als zodanig herkenbaar en door optische of akoestische middelen duidelijk onderscheiden
van de programma-onderdelen van de andere instellingen die zendtijd hebben verkregen.
In het programma van de Stichting Etherreclame wordt geen gebruik gemaakt van subliminale
technieken.
9 De raad van bestuur draagt, met inachtneming van het coördinatiereglement, bedoeld
in artikel 19a, eerste lid, onderdeel f, er zorg voor dat het gebruik van de zendtijd
op de televisieprogrammanetten voldoet aan het eerste en tweede lid.