Regeling verboden substanties voor houders van dieren

[Regeling vervallen per 13-01-2006.]
Geraadpleegd op 25-11-2024.
Geldend van 01-05-1987 t/m 12-01-2006

Regeling verboden substanties voor houders van dieren

De minister van Landbouw en Visserij,

Gelet op artikel 44 van de Diergeneesmiddelenwet (Stb. 1985, 410):

Gehoord de Vereniging van Fabrikanten en Groothandelaren in Veterinaire Produkten (Fagrovet), de Dibevo, de Vereniging van Fabrikanten en Importeurs van Diergeneesmiddelen in Nederland (Fidin) en het Landbouwschap;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 13-01-2006]

In deze regeling wordt verstaan onder:

wet:

Diergeneesmiddelenwet (Stb. 1985, 410);

Artikel 2

[Regeling vervallen per 13-01-2006]

Als substanties, bedoeld in artikel 44 van de wet, welke degene die bedrijfsmatig dieren houdt niet voorhanden of in voorraad mag hebben, worden aangewezen:

  • a. stilbenen, stilbeenderivaten, zouten en esters daarvan;

  • b. thyreostatica;

  • c. langs biotechnische weg bereide somatotropines;

  • d. substanties die kunnen worden gebruikt voor de bereiding van diergeneesmiddelen welke zijn aangewezen ingevolge artikel 29 van de wet.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 13-01-2006]

  • 1 Deze regeling treedt in werking op 1 mei 1987.

  • 2 Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling verboden substanties voor houders van dieren.

's-Gravenhage, 23 april 1987

De

minister

van Landbouw en Visserij,
Voor deze,
De

secretaris-generaal

.

G. J. van Dinter