Besluit van 2 juli 1987, houdende regels betreffende de vergoeding voor het verstrekken
van fotocopieën, bedoeld in artikel 25a, vierde lid, van de Wet buitengewoon pensioen
1940-1945, artikel 22a, vierde lid, van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers
en artikel 32a, tweede lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 26
maart 1987, DVV/WJZ-U-9666 I;
Gelet op artikel 25a, vierde lid, van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945 (Strb. 1986, 575), artikel 22a, vierde lid, van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers (Stb. 1986, 576) en artikel 32a, tweede lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Stb. 1986, 386);
Gehoord de Buitengewone Pensioenraad, de Stichting 1940-1945, de Uitkeringsraad, de
Stichting Joods Maatschappelijk Werk en de Stichting Pelita;
De Raad van State gehoord (advies van 6 mei 1987, No. W.13.87.0137);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur
van 11 juni 1987, DVV/WJZ/U-10069;
Hebben goedgevonden en verstaan: