Les- en cursusgeldwet

Geraadpleegd op 21-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 23-02-2002 en zichtdatum 18-12-2024.
Geldend van 08-02-2002 t/m 31-07-2003

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt, voor zover niet anders bepaald, verstaan onder:

  • a. bevoegd gezag: het orgaan dat als zodanig wordt aangeduid in de wettelijke regeling op grond waarvan de desbetreffende school of cursus wordt bekostigd;

  • b. leerling: degene die is toegelaten tot het onderwijs aan een school of cursus als bedoeld in artikel 2;

  • c. cursusjaar: het tijdvak van 1 augustus tot en met 31 juli daaraanvolgend;

  • d. Onze minister: Onze Minister van Onderwijs en Wetenschappen en, voor wat betreft het landbouwonderwijs, Onze Minister van Landbouw en Visserij;

  • e. dagschool:

  • f. cursus:

    • 1°. een cursus in de zin van deel I van de Wet op het voortgezet onderwijs;

    • 2°. een inrichting voor voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 61 van de Wet op het voortgezet onderwijs, voor zover daaraan geen volledig onderwijs wordt gegeven;

    • 3°. een op grond van de Experimentenwet onderwijs uit de openbare kas bekostigde cursus, voor zover daaraan voortgezet onderwijs wordt gegeven;

    • 4°. een instelling als bedoeld in artikel 1.3.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, voor zover daaraan ten laste van ’s Rijks kas andere beroepsopleidingen of opleidingen voortgezet algemeen volwassenenonderwijs worden verzorgd dan bedoeld onder e.1°a.

  • g. onderwijsnummer: het door de Informatie Beheer Groep uitgegeven persoonsgebonden nummer, toegekend aan een persoon aan wie niet van overheidswege een sociaal-fiscaalnummer is verstrekt;

  • h. [Red: vervallen;]

  • i. [Red: vervallen;]

  • j. Informatie Beheer Groep: de Informatie Beheer Groep, genoemd in de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank.

  • k. school: een dagschool, als bedoeld in deze wet.

Artikel 2. Heffing les- en cursusgeld

Ter zake van het volgen van het uit de openbare kas bekostigde voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs, voortgezet algemeen volwassenenonderwijs dan wel beroepsonderwijs aan scholen en cursussen wordt lesgeld of cursusgeld geheven met inachtneming van de bepalingen van deze wet. Ter zake van het volgen van onderwijs in het kader van contractactiviteiten wordt geen lesgeld of cursusgeld volgens de bepalingen van deze wet geheven.

Hoofdstuk II. Lesgeld

Artikel 3. Lesgeldplicht

  • 1 Lesgeld is verschuldigd ter zake van het door een leerling die vóór de aanvang van het desbetreffende cursusjaar de leeftijd van 16 jaren heeft bereikt, volgen van uit de openbare kas bekostigd onderwijs - daaronder begrepen de van het onderwijs deel uitmakende praktijktijd - aan een dagschool. Geen lesgeld is verschuldigd voor een leerling die uit de openbare kas bekostigd speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs volgt en vóór de aanvang van het desbetreffende cursusjaar de leeftijd van 19 jaren heeft bereikt.

  • 2 Het lesgeld is verschuldigd door de leerling dan wel, indien deze de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt en minderjarig is, door zijn wettelijke vertegenwoordiger.

  • 3 Het lesgeld is verschuldigd per cursusjaar en wordt voldaan aan de Informatie Beheer Groep.

Artikel 3a. Bijzondere bepaling dove leerlingen

Indien een leerling is ingeschreven op een school genoemd in artikel 25, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra, en deze leerling tevens is ingeschreven op een school voor voortgezet onderwijs, is geen lesgeld verschuldigd met betrekking tot het onderwijs aan de laatstbedoelde school.

Artikel 4. Inschrijvingsplicht

  • 1 Een leerling die vóór de aanvang van een cursusjaar de leeftijd van 16 jaren heeft bereikt, dient zich om in dat cursusjaar onderwijs te kunnen volgen, te laten inschrijven.

  • 2 De inschrijving geschiedt door of namens het bevoegd gezag. Aan de desbetreffende leerling wordt een bewijs van inschrijving verstrekt.

  • 3 De leerling wordt ingeschreven voor het gehele cursusjaar, voor zover niet bij of krachtens algemene maatregel van bestuur anders is bepaald.

  • 4 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot de inschrijving.

Artikel 5. Inschrijving en lesgeldbedrag

  • 1 Tot de inschrijving wordt niet overgegaan dan nadat het bewijs is overgelegd dat het lesgeld wordt voldaan aan de Informatie Beheer Groep, met inachtneming van het bepaalde krachtens het vierde lid.

  • 2 Het lesgeld bedraagt naar de maatstaf van 1 augustus 2000 € 827,–. Bij ministeriële regeling wordt het lesgeld jaarlijks aangepast aan de hand van het indexcijfer van de consumentenprijs. De aldus verkregen wijziging van het lesgeldbedrag wordt afgerond op het naastbij gelegen gehele getal. Het gewijzigde bedrag treedt in de plaats van het in de eerste volzin genoemde bedrag. De ministeriële regeling wordt vastgesteld voor 1 oktober voorafgaand aan het cursusjaar waarop de herziening van het lesgeld betrekking heeft. Het besluit waarbij het lesgeld wordt herzien, wordt bekendgemaakt in de Staatscourant.

  • 3 De indexering wordt bepaald door de procentuele wijziging die het indexcijfer van de consumentenprijs over de maand april, voorafgaand aan de aanpassing, heeft ondergaan ten opzichte van de maand april van het daaraan voorafgaande jaar. Als indexcijfer van de consumentenprijs wordt gehanteerd de reeks werknemersgezinnen met een laag inkomen, zoals dat wordt berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek en bekendgemaakt in het Statistisch bulletin van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

  • 4 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de voldoening en de vrijstelling, vermindering en terugbetaling van het lesgeld, alsmede met betrekking tot de te verstrekken gegevens, waaronder het sociaal-fiscaalnummer of onderwijsnummer.

Artikel 5a. Gebruik sociaal-fiscaalnummer of onderwijsnummer

De Informatie Beheer Groep gebruikt het sociaal-fiscaalnummer of onderwijsnummer van de leerling of zijn wettelijk vertegenwoordiger ter zake van de uitvoering van deze wet als registratienummer slechts:

  • a. in het verkeer met de leerling op wie het nummer betrekking heeft of zijn wettelijk vertegenwoordiger;

  • b. in contacten met personen en instanties voor zover deze zelf gemachtigd zijn tot het opnemen van het sociaal-fiscaalnummer of onderwijsnummer in een persoonsregistratie;

  • c. teneinde de gegevens van de leerling te vergelijken met de gegevens die over hem zijn opgenomen in het basisregister onderwijs, bedoeld in artikel 9a van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank, voorzover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van deze wet.

Hoofdstuk III. Cursusgeld

Artikel 6. Algemene bepaling en nadere regeling cursusgeld

  • 1 Cursusgeld is verschuldigd ter zake van het volgen van uit de openbare kas bekostigd onderwijs aan cursussen.

  • 2 Degene die tot het onderwijs aan een cursus is toegelaten, dient zich om in een bepaald cursusjaar onderwijs te kunnen volgen, te laten inschrijven.

  • 3 Tot de inschrijving wordt niet overgegaan dan nadat het bewijs is overgelegd dat het verschuldigde cursusgeld is of zal worden voldaan.

  • 4 Het in het eerste lid bedoelde cursusgeld, alsmede de heffing en de voldoening daarvan, en de in het tweede lid bedoelde inschrijving worden geregeld bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.

  • 5 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften worden vastgesteld met betrekking tot de vrijstelling, vermindering en terugbetaling van het cursusgeld.

  • 6 De algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het vierde lid, wordt aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal overgelegd. De maatregel treedt niet in werking dan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken, en gedurende die termijn niet door of namens de Kamer de wens wordt te kennen gegeven tot overleg over de maatregel. Het bepaalde in de vorige twee volzinnen blijft buiten toepassing, indien het ontwerp van de maatregel voordien aan de Kamer is voorgelegd en door of namens de Kamer te kennen is gegeven dat aan overlegging van de maatregel geen behoefte bestaat.

Hoofdstuk IV. Bijzondere bepalingen

Artikel 7. Toezicht

  • 1 Het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze wet bepaalde is opgedragen aan Onze minister.

Artikel 8. Inhouding vergoeding

Indien het bevoegd gezag van een bijzondere of een gemeentelijke school of cursus de bij of krachtens deze wet gegeven voorschriften niet nakomt, kan Onze minister besluiten dat de vergoeding uit de openbare kas geheel of gedeeltelijk wordt ingehouden.

Artikel 9. Schadevergoeding

  • 1 Degene die voor de aanvang van het cursusjaar de leeftijd van 16 jaren heeft bereikt en uit de openbare kas bekostigd onderwijs volgt aan een dagschool, maar niet is ingeschreven, is deswege aan de Informatie Beheer Groep een schadevergoeding verschuldigd gelijk aan het voor het desbetreffende cursusjaar verschuldigde bedrag aan lesgeld.

  • 2 Degene die uit de openbare kas bekostigd onderwijs volgt aan een cursus, maar niet is ingeschreven, is deswege aan de Informatie Beheer Groep een schadevergoeding verschuldigd gelijk aan het voor het desbetreffende cursusjaar ten hoogste verschuldigde bedrag voor het volgen van het onderwijs aan de desbetreffende cursus.

Artikel 9a. Invordering lesgeld

  • 1 Is het bij of krachtens deze wet verschuldigde lesgeld voor het geheel of voor een deel niet tijdig voldaan, dan maant de Informatie Beheer Groep de nalatige bij brief aan om alsnog binnen twee weken na ontvangst van die brief het daarin vermelde bedrag aan hem te doen toekomen. Volgt op deze aanmaning de betaling binnen de gestelde termijn niet, dan vaardigt de Informatie Beheer Groep een dwangbevel uit. Het dwangbevel levert een executoriale titel op, die met toepassing van de voorschriften van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Stb. 1896, 156) in het land kan worden tenuitvoergelegd.

  • 2 Bij de toepassing van het bepaalde in het eerste lid worden naast het lesgeld eveneens het bedrag van de gerechtelijke dan wel buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente ingevorderd.

  • 3 Binnen 4 weken na de betekening staat verzet tegen het dwangbevel, bedoeld in het eerste lid, open door dagvaarding van de Informatie Beheer Groep, gevestigd te Groningen. Het verzet stuit de aanvang of de voortzetting van de tenuitvoerlegging niet, behoudens de bevoegdheid van de geëxecuteerde die het verzet heeft gedaan, om hieromtrent een voorziening bij voorraad uit te lokken.

Artikel 9b. Hardheidsclausule

De Informatie Beheer Groep kan voor bepaalde gevallen de wet buiten toepassing laten of daarvan afwijken voorzover toepassing gelet op het belang dat deze wet beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Hoofdstuk V. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 10. Vaststelling lesgeld cursusjaar 1987-1988

Het bedrag van het lesgeld, bedoeld in artikel 5, tweede lid, wordt voor het cursusjaar 1987-1988 vastgesteld op f 1030. De derde volzin van het derde lid van genoemd artikel vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot het cursusjaar 1988-1989.

Artikel 11. Intrekking Lesgeldwet voor boven 17-jarigen in het voortgezet onderwijs

  • 1 De Lesgeldwet voor boven 17-jarigen in het voortgezet onderwijs (Stb. 1986, 250) wordt ingetrokken.

  • 2 Het bepaalde bij of krachtens die wet blijft van toepassing voor zover het betreft lesgeld verschuldigd dan wel voldaan met betrekking tot het cursusjaar 1986-1987.

Artikel 12. Intrekking School- en cursusgeldwet 1972

  • 1 De School- en cursusgeldwet 1972 (Stb. 1983, 360) wordt ingetrokken.

  • 2 Het bepaalde bij of krachtens die wet blijft van toepassing met betrekking tot de heffing en invordering van school- en cursusgelden over schoolgeldjaren onderscheidenlijk cursusjaren voorafgaand aan het cursusjaar waarop deze wet voor het eerst van toepassing is.

  • 3 Het Besluit cursusgeld voortgezet onderwijs (Stb. 1985, 431) strekt met ingang van de datum, bedoeld in artikel 21, eerste lid, tot uitvoering van artikel 6, vierde lid, totdat bedoelde maatregelen krachtens deze wet zijn vastgesteld.

Artikel 20. Verrekening met tegemoetkoming studiekosten

[Vervallen per 01-08-2001]

Artikel 21. Inwerkingtreding

  • 1 Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij is geplaatst, en vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot het cursusjaar dat in 1987 aanvangt.

  • 3 Artikel 18 vervalt met ingang van 1 januari 1990.

Artikel 22. Citeertitel

Deze wet kan worden aangehaald als "Les- en cursusgeldwet".

Inhoudsopgave

Hoofdstuk I

Algemene bepalingen

Artikel 1.

Begripsbepalingen

Artikel 2.

Heffing les- en cursusgeld

Hoofdstuk II

Lesgeld

Artikel 3.

Lesgeldplicht

Artikel 3a.

Bijzondere bepaling dove leerlingen

Artikel 4.

Inschrijvingsplicht

Artikel 5.

Inschrijving en lesgeldbedrag

Artikel 5a.

Gebruik sociaal-fiscaalnummer of onderwijsnummer

Hoofdstuk III

Cursusgeld

Artikel 6.

Algemene bepaling en nadere regeling cursusgeld

Hoofdstuk IV

Bijzondere bepalingen

Artikel 7.

Toezicht

Artikel 8.

Inhouding vergoeding

Artikel 9.

Schadevergoeding

Artikel 9a.

Invordering lesgeld

Artikel 9b.

Hardheidsclausule

Hoofdstuk V

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 10.

Vaststelling lesgeld cursusjaar 1987-1988

Artikel 11.

Intrekking Lesgeldwet voor boven 17-jarigen in het voortgezet onderwijs

Artikel 12.

Intrekking School- en cursusgeldwet 1972

Artikel 13.

Wijzigingen in de Wet op het voortgezet onderwijs

Artikel 14.

Wijzigingen in de Wet op de studiefinanciering

Artikel 15.

Wijziging in de Invoeringswet W.H.B.O.

Artikel 16.

Wijziging in de Wet op de loonbelasting 1964

Artikel 17.

Bijzondere voorzieningen m.b.t. het cursusjaar 1987-1988

Artikel 18.

Tijdelijke wijzigingen in de Wet op het voortgezet onderwijs

Artikel 19.

Verrekening met studiefinanciering voor het cursusjaar 1987-1988

Artikel 20.

Verrekening met tegemoetkoming studiekosten

Artikel 21.

Inwerkingtreding

Artikel 22.

Citeertitel