Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 1988

[Regeling vervallen per 23-07-2011.]
Geraadpleegd op 11-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2010 en zichtdatum 29-11-2024.
Geldend van 02-03-2010 t/m 31-12-2010

Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 1988

De minister van Landbouw en Visserij,

Gelet op de artikelen 3 en 4 van het Reglement zee- en kustvisserij 1977 (Stb. 666);

Na overleg met het Produktschap voor Vis en Visprodukten, het Visserijschap en het Bedrijfschap voor de Groothandel in Vis en Aanverwante Bedrijven;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 23-07-2011]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 23-07-2011]

  • 1

    • a. ondernemer: degene te wiens naam het vissersvaartuig in het visserijregister, bedoeld in artikel 4 van het Besluit registratie vissersvaartuigen 1998, is geregistreerd;

    • b. minister: minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

    • c. AID: Algemene Inspectiedienst van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

    • d. functionaris: door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit voor de registratie- en verificatiewerkzaamheden in het kader van deze regeling aangewezen persoon;

    • e. verordening inzake vangstmogelijkheden: Verordening (EU) nr. 53/2010 van de Raad van de Europese Unie van 14 januari 2010 tot vaststelling, voor 2010, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de EU en, voor vaartuigen van de EU, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1359/2008, Verordening (EG) nr. 754/2009, Verordening (EG) nr. 1226/2009 en Verordening (EG) nr. 1287/2009 (PbEU L 21);

    • f. verordening nr. 1005/2008: Verordening nr. 1005/2008/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999 (PbEU L 286);

    • g. verordening nr. 1010/2009: Verordening nr. 1010/2009/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 22 oktober 2009 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening nr. 1005/2008/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen (PbEU L 280).

  • 2 Voor de toepassing van het bepaalde in deze regeling vindt het aanlanden van vis plaats op het tijdstip waarop het vissersvaartuig direct of indirect verbinding met de wal heeft gekregen.

  • 4 Voor de toepassing van artikel 3b wordt onder vissersvaartuig verstaan, hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 2, vijfde lid, van verordening nr. 1005/2008.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 23-07-2011]

  • 1 Het is verboden vis in Nederland aan te landen of te lossen in een andere haven dan de havens Breskens (Gemeente Oostburg), Vlissingen, Vlaardingen, Colijnsplaat (Gemeente Noord-Beveland), Stellendam (Gemeente Goedereede), Scheveningen (Gemeente 's-Gravenhage), IJmuiden en Velsen (Gemeente Velsen), Velsen, Den Helder, Den Oever (gemeente Wieringen), Harlingen, Lauwersoog (Gemeente De Marne), Delfzijl, Termunterzijl (Gemeente Delfzijl), Eemshaven (Gemeente Eemsmond) en Urk.

  • 2 Het is verboden vis aan te landen of te lossen in de havens Breskens, Vlissingen, Vlaardingen, Colijnsplaat, Stellendam, Scheveningen, IJmuiden, Velsen, Den Helder, Den Oever, Harlingen, Lauwersoog, Delfzijl, Termunterzijl, Eemshaven en Urk.

  • 3 Het is verboden in een in het tweede lid genoemde haven op een andere plaats onderscheidenlijk plaatsen vis te lossen dan de in Bijlage 1 behorende bij deze regeling genoemde plaatsen.

  • 4 Het verbod, bedoeld in het tweede lid, is niet van toepassing op vissersvaartuigen:

    • a. die behoren tot het segment MFL1 of MFL2, bedoeld in artikel 1, onderdeel l, van de Regeling visvergunning, met uitzondering van vissersvaartuigen met een brutotonnage van meer dan 1.200 BT waarmee de pelagische visserij wordt uitgeoefend, en die een lengte over alles van meer dan 10 meter hebben, voor het lossen dat is aangevangen in de havens, bedoeld in het eerste lid, behoudens de havens van Vlaardingen en Velsen;

    • b. met een brutotonnage van meer dan 1.200 BT waarmee de pelagische visserij wordt uitgeoefend, voor het lossen dat is aangevangen in de havens, bedoeld in het eerste lid, behoudens de haven van Vlaardingen;

    • c. met een lengte over alles van 10 meter of minder;

    • d. die de vlag voeren van of geregistreerd zijn in een andere lid-staat van de Europese Unie dan Nederland en op vissersvaartuigen van een derde land met een lengte over alles van ten hoogste 59 meter, voor het lossen dat is aangevangen in de havens, bedoeld in het eerste lid, behoudens de havens van Vlaardingen en Velsen;

    • e. die de vlag voeren van of geregistreerd zijn in een andere lid-staat van de Europese Unie dan Nederland en op vissersvaartuigen van een derde land met een lengte over alles van meer dan 59 meter, voor het lossen dat is aangevangen in de havens, bedoeld in het eerste lid, behoudens de haven van Vlaardingen.

  • 5 Nadat het lossen is aangevangen, dient alle zich aan boord van het vissersvaartuig bevindende vis, met uitzondering van paling, in één ononderbroken losbeurt in zijn geheel te worden gelost.

  • 8 Het verbod, bedoeld in het tweede lid, is niet van toepassing voor het aanlanden en lossen van vis in de havens van Eemshaven, Harlingen, IJmuiden, Scheveningen, Velsen en Vlissingen indien met een vissersvaartuig een hoeveelheid vis wordt aangeland die voor meer dan 10 ton bestaat uit de soort haring, makreel, horsmakreel of een combinatie daarvan die is gevangen in de gebieden, bedoeld in artikel 1 van de Verordening van 20 december 2007 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen betreffende aanvoer- en weegprocedures voor haring, makreel en horsmakreel.

  • 9 Het in het tweede lid gestelde verbod is niet van toepassing voor het aanlanden en lossen van vis in de havens van IJmuiden en Scheveningen indien:

    • a. met een vissersvaartuig een hoeveelheid vis wordt aangeland die voor ten minste 95% uit de soort haring bestaat, en

    • b. de ondernemer voor het vissersvaartuig in het bezit is van een op de in onderdeel a bedoelde vissoort betrekking hebbend document als bedoeld in artikel 12 van de Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij.

  • 10 In afwijking van het vierde lid, is het verbod, bedoeld in het tweede lid, niet van toepassing op het aanlanden en lossen van vis als bedoeld in artikel 1 van de Verordening van 19 december 2007 van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling van een meerjarig herstelplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee en tot wijziging van verordening (EG) nr. 520/2007 in de havens van Vlissingen, Scheveningen, IJmuiden, Velsen, Harlingen en Eemshaven.

Artikel 2a

[Regeling vervallen per 23-07-2011]

  • 1 In afwijking van artikel 2, eerste lid, is het toegestaan vis aan te landen of te lossen in de plaatsen, bedoeld in bijlage 3, behorende bij deze regeling met een vissersvaartuig met een lengte over alles van 10 meter of minder.

  • 2 In afwijking van artikel 3, zevende lid, onderdeel a, onder 1°, wordt bij het aanlanden of lossen van vis in de in het eerste lid genoemde plaatsen melding gemaakt van de plaats van aanlanding, waarbij de exacte locatie wordt aangegeven.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 23-07-2011]

  • 1 Het is verboden te lossen zonder toestemming van een ambtenaar van de AID.

  • 2 Op verzoek van degene die vis aanlandt, kan de toestemming als bedoeld in het eerste lid worden verleend door een functionaris, namens een ambtenaar van de AID.

  • 3 [Red: Vervallen.]

  • 4 [Red: Vervallen.]

  • 5 Het is verboden aan te landen zonder melding aan de AID, overeenkomstig de in de volgende leden opgenomen voorwaarden, waarbij het tijdstip van aanlanding in het meldingsbericht niet meer dan een half uur verschilt van het daadwerkelijke tijdstip van aanlanding en waarbij de AID toestemming kan verlenen om eerder dan het gemelde tijdstip van aanlanding aan te landen.

  • 6 Toestemming als bedoeld in het eerste lid wordt gegeven in de volgorde van melding van het tijdstip van aanlanding.

  • 7 Een melding als bedoeld in het vijfde lid dient:

    • a. plaats te vinden door verzending van een faxbericht door de kapitein, eigenaar of diens gemachtigde aan de meldkamer van de Algemene Inspectiedienst te Kerkrade (045–5461011), waarin ten minste is aangegeven:

      • 1°. de haven van aanlanding;

      • 2°. de datum en het tijdstip van aanlanding;

      • 3°. de datum en het tijdstip van het doen van de melding;

      • 4°. de roepletters van het vissersvaartuig;

      • 5°. de naam van de ondernemer;

      • 6°. de naam van de kapitein;

      • 7°. de lettertekens en het nummer van het vissersvaartuig;

      • 8°. voor zover er meer dan 1 ton kabeljauw aan boord van het vissersvaartuig wordt gehouden, de hoeveelheden in kilogram levend gewicht per vissoort waarvan meer dan 50 kg aan boord wordt gehouden;

      • 9°. voor zover er meer dan 10 ton haring, makreel, horsmakreel of een combinatie daarvan, die is gevangen in de gebieden, bedoeld in artikel 2, achtste lid, aan boord wordt gehouden, de hoeveelheden in kilogram levend gewicht per vissoort, het aantal dozen per vissoort en het gebied waar de vis is gevangen, bedoeld in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1542/2007 van de Commissie van 20 december 2007 betreffende aanvoer- en weegprocedures voor haring, makreel en horsmakreel (PbEU L337), en

      • 10°. voor zover er meer dan 2 ton heek aan boord van het vissersvaartuig wordt gehouden, die is gevangen in de gebieden, bedoeld in artikel 1 van Verordening (EG) Nr. 811/2004 van de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van herstelmaatregelen voor het noordelijke heekbestand (PbEU L 150), de hoeveelheden in kilogram levend gewicht per vissoort waarvan meer dan 50 kg aan boord wordt gehouden;

    • b. ten minste 4 uur vóór het tijdstp van aanlanding plaats te vinden;

    • c. in afwijking van onderdeel b, door een vaartuig met een lengte over alles van 10 meter of minder ten minste twee uur voor het tijdstip van aanlanding plaats te vinden.

  • 8 In afwijking in zoverre van het zevende lid geschiedt de aldaar genoemde melding in de gevallen, bedoeld in artikel 11 ter, vierde lid, van Verordening (EG) nr. 894/97 van de Raad van de Europese Unie van 29 april 1997 houdende technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden (PbEG L 132) ten minste twee uur vóór het tijdstip van aanlanding.

  • 9 Onverminderd artikel 2 en het eerste, tweede en vijfde lid is degene die het voornemen heeft met een vissersvaartuig dat de vlag voert van, of geregistreerd is in, een andere lid-staat van de Europese Gemeenschap dan Nederland vis aan te landen of te lossen in een Nederlandse haven verplicht ten minste vier uur voor het tijdstip van aanlanding daarvan melding te doen door verzending van een faxbericht door de kapitein, eigenaar of diens gemachtigde aan de meldkamer van de Algemene Inspectiedienst te Kerkrade (045-5461011), waarin ten minste is aangegeven:

    • a. de haven van aanlanding;

    • b. de datum en het tijdstip van aanlanding;

    • c. de datum en het tijdstip van de melding;

    • d. de roepletters van het vissersvaartuig;

    • e. de naam van de kapitein;

    • f. de lettertekens en het nummer van het vissersvaartuig en

    • g. de hoeveelheden per vissoort die zullen worden aangeland.

  • 10 Het negende lid is eveneens van toepassing op degene die het voornemen heeft met een vissersvaartuig van een derde land in een Nederlandse haven vis aan te landen en te lossen met dien verstande dat, behoudens voor zover het betreft een vissersvaartuig dat de vlag voert van, of geregistreerd is in Noorwegen of IJsland, de melding ten minste 72 uur voor het tijdstip van aanlanding moet plaatsvinden en dat die melding tevens inhoudt waar de vangsten zijn gedaan, aan te geven door vermelding van een of meer van de volgende gebieden:

    • a. de communautaire visserijzone;

    • b. een visserijzone die onder de jurisdictie of soevereiniteit van een andere staat dan een lidstaat van de Europese Unie;

    • c. een gebied dat niet onder een van de in onderdelen a en b genoemde gebieden valt.

  • 11 De melding, bedoeld in artikel 24, derde lid, van de verordening van 18 december 2008 van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling van een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden en de bevissing van deze bestanden, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 423/2004 en in artikel 8, derde lid, van Verordening (EG) Nr. 811/2004 van de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van herstelmaatregelen voor het noordelijke heekbestand (PbEU L 150), vindt plaats overeenkomstig het zevende lid, onderdeel a, en bevat de gegevens, bedoeld in dat onderdeel.

  • 12 De melding, bedoeld in het tiende lid, wordt gesteld in de Nederlandse, Franse, Duitse of Engelse taal.

  • 13 [Red: Vervallen.]

  • 14 [Red: Vervallen.]

  • 15 In afwijking van het zevende lid doet de kapitein of diens gemachtigde van een vissersvaartuig dat in de Noordzee heeft gevaren en die een hoeveelheid schol of tong wil aanlanden in een haven of op een plaats van aanlanding in een derde land, ten minste 24 uur vóór de aanlanding in het derde land een melding van:

    • a. de naam van de haven of de plaats van aanlanding,

    • b. het vermoedelijke tijdstip van aankomst in die haven of op die plaats van aanlanding,

    • c. de hoeveelheden, in kilogram levend gewicht, per soort waarvan meer dan 50 kilogram aan boord is.

  • 16 De kapitein, eigenaar of diens gemachtigde van een vissersvaartuig, een vissersvaartuig dat de vlag voert van, of geregistreerd is in, een andere lidstaat van de Europese Gemeenschap dan Nederland, of een vissersvaartuig van een derde land, dat Dissostichus spp. aan boord heeft en dat gevist heeft in het verdragsgebied, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van verordening (EG) nr. 601/2004 van de Raad van 22  maart 2004 tot vaststelling van bepaalde controlemaatregelen voor de visserij in het verdragsgebied van het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 3943/90, (EG) nr. 66/98 en (EG) nr. 1721/1999 (PbEU L 97), laat de melding, bedoeld in het vijfde, negende of tiende lid, vergezeld gaan van een door hem ondertekende schriftelijke verklaring als bedoeld in artikel 27, tweede lid, van die verordening.

  • 17 In afwijking in zoverre van het vijfde, zevende, negende en tiende lid stelt de kapitein, of zijn vertegenwoordiger, van een vissersvaartuig als bedoeld in artikel 3, onderdeel 1, van verordening (EG) nr. 1386/2007 van 22 oktober 2007 tot vaststelling van instandhoudings- en handhavingsmaatregelen in het gereglementeerde gebied van de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (PbEU L 318), die het voornemen heeft in een Nederlandse haven vis aan te landen en te lossen, de AID in kennis van de gegevens, bedoeld in artikel 64, tweede lid, onderdelen a tot en met d, van die verordening. De kapitein of diens vertegenwoordiger doet de melding ten minste 48 uur voor het vermoedelijke tijdstip van aankomst in de haven door verzending van een elektronisch bericht of een ondertekend faxbericht aan de meldkamer van de AID te Kerkrade (045-5461011).

  • 18 In afwijking van het zevende lid, doen vissersvaartuigen met een lengte over alles van 12 meter of meer of die betrokken zijn bij visserij op bestanden die onder een meerjarenplan vallen en die op grond van artikel 19a, tweede lid, van de Regeling eisen, administratie en registratie inzake uitoefening visserij, verplicht zijn de gegevens opgenomen in de logboek-, tevens vangstopgaveformulieren, elektronisch in te dienen, die voornemens zijn vis aan te laden of te lossen in een Nederlandse haven ten minste vier uur voor tijdstip van aankomst in de haven daarvan elektronisch een melding bij de AID, waarin ten minste is aangegeven:

    • a. het externe identificatienummer en de naam van het vissersvaartuig;

    • b. de naam van de haven van bestemming en het beoogde doel van het aanmeren;

    • c. de data van de visreis en de betrokken geografische gebieden waar de vangsten zijn gedaan;

    • d. de datum en het tijdstip waarop de haven vermoedelijk wordt aangedaan;

    • e. de in het visserijlogboek, bedoeld in artikel 15 Regeling eisen, administratie en registratie inzake uitoefening visserij, geregistreerde hoeveelheden per soort, en

    • f. de hoeveelheden van elke soort die zullen worden aangeland of overgeladen.

  • 19 In afwijking van het negende lid, doen vissersvaartuigen met een lengte over alles van 12 meter of meer of die betrokken zijn bij visserij op bestanden die onder een meerjarenplan vallen en die op grond van artikel 19a, tweede lid, van de Regeling eisen, administratie en registratie inzake uitoefening visserij, niet verplicht zijn de gegevens opgenomen in de logboek-, tevens vangstopgaveformulieren, elektronisch in te dienen en die voornemens zijn vis aan te landen of te lossen in Nederland, ten minste vier uur voor het tijdstip van aankomst in de haven een melding aan de AID waarin ten minste de gegevens, bedoeld in het achttiende lid, zijn opgenomen.

Artikel 3a

[Regeling vervallen per 23-07-2011]

  • 1 Het is verboden vis over te laden zonder toestemming van een ambtenaar van de AID.

  • 2 Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is van overeenkomstige toepassing in het geval het overladen is onderbroken.

  • 4 In aanvulling op het eerste lid is overladen slechts mogelijk in de havens, bedoeld in artikel 2, eerste lid.

Artikel 3b

[Regeling vervallen per 23-07-2011]

  • 1 Het is voor vissersvaartuigen van derde landen verboden gebruik te maken van havendiensten in andere havens dan de havens, genoemd in artikel 2, eerste lid.

  • 2 Het is voor vissersvaartuigen van derde landen verboden de haven binnen te varen zonder door een ambtenaar van de AID verleende toestemming als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening nr. 1005/2008.

  • 3 In afwijking van het zevende tot en met het tiende lid van artikel 3, doet de kapitein van een vissersvaartuig van een derde land die voornemens is gebruik te maken van een haven als genoemd in artikel 2, eerste lid, de melding, bedoeld in artikel 3, vijfde lid, ten minste drie werkdagen voor aankomst, door verzending van een door hem ondertekend elektronisch of faxbericht, met daarin de gegevens, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van verordening nr. 1005/2008, aan de meldkamer van de Algemene Inspectiedienst te Kerkrade.

  • 4 Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 5, tweede lid, 6, eerste en tweede lid, 8, eerste lid, en 10, vijfde lid, van verordening nr. 1005/2008.

  • 5 De aangifte, bedoeld in artikel 8, eerste lid, wordt ingediend bij de meldkamer van de Algemene Inspectiedienst te Kerkrade met gebruikmaking van het in artikel 3, eerste lid, van verordening nr. 1010/2009, bedoelde formulier indien de aangifte betrekking heeft op aanlanding, dan wel met gebruikmaking van het in artikel 3, tweede lid, van verordening nr. 1010/2009, bedoelde formulier indien de aangifte betrekking heeft op overlading.

§ 2. Makreeldocumenten

[Regeling vervallen per 23-07-2011]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 23-07-2011]

  • 1

  • 1. Het bepaalde in artikel 2, derde lid, is, voor zover het niet betreft het lossen van vis in de haven van Velsen, niet van toepassing op een vissersvaartuig met een brutotonnage van meer dan 1.200 BT waarmee de pelagische visserij wordt uitgeoefend, met dien verstande dat voor het hervatten van de lossing toestemming door een ambtenaar van de AID moet zijn verleend, indien:

    • a. vis van onder meer de soorten makreel, haring, horsmakreel, sprot, blauwe wijting of kever wordt aangeland, en

    • b. voor zover in Vlissingen, IJmuiden of Scheveningen vis wordt gelost, het lossen plaatsvindt:

      • 1º. in Vlissingen op de kades in de Sloehaven (Bijleveldhaven);

      • 2º. in Scheveningen op de kade gelegen aan de Vissershavenweg aan de oostzijde van de eerste binnenhaven.

      • 3º. in IJmuiden op de kades in de Haringhaven;

  • 2. Artikel 2, vijfde lid, is niet van toepassing op een vissersvaartuig met een brutotonnage van meer dan 1.200 BT waarmee de pelagische visserij wordt uitgeoefend, met dien verstande dat het verboden is uit te varen voordat alle aan boord aanwezige vis geheel is gelost.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 23-07-2011]

Het in artikel 2, eerste lid, gestelde verbod is, in de periode van 1 april tot en met 31 juli, voor het aanlanden en lossen van ansjovis en in de periode van 1 augustus van een kalenderjaar tot en met 31 maart van het daarop volgende kalenderjaar voor het aanlanden en lossen van sprot, niet van toepassing indien:

  • a. met een vissersvaartuig een hoeveelheid vis wordt aangeland die voor ten minste 90% bestaat uit sprot onderscheidenlijk ansjovis;

  • b. wordt aangeland en gelost in de westelijke voorhaven van de Bergsediepsluis en onderscheidenlijk of aan de loswal van Schore, gemeente Kapelle;

  • c. ten minste 4 uur vóór het tijdstip van aanlanding, de aanlanding overeenkomstig artikel 3, vijfde lid, is gemeld.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 23-07-2011]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1988.

's-Gravenhage, 30 december 1987

De

minister

van Landbouw en Visserij,

G. J. M. Braks

Bijlage 1. Losplaatsen als bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 1988

[Regeling vervallen per 23-07-2011]

  • 1. Breskens:

    • a. de kaden van de Vissershaven vanaf de jachthaven langs de Visafslag tot aan de Vissersteiger;

    • b. de Vissersteiger alsmede de openbare kade langs de Middenhavendam voor zover het betreft het lossen van vissersvaartuigen die uitsluitend garnalen, sprot of harder lossen;

    • c. de loswal aan de westzijde van de Middenhavendam.

  • 2. Vlissingen:

    • a. de loswal langs de visafslag gelegen aan de eerste binnenhaven te Vlissingen;

    • b. de locatie, gelegen tegenover de zijdeur aan de kop van de visafslag aan de landtong tussen de eerste en tweede binnenhaven.

  • 3. Colijnsplaat: de vislossteigers aan de zuidzijde van de Rijksvissershaven

  • 4. Stellendam: de vislossteiger van de buitenhaven

  • 5. Scheveningen: de kaden van de Eerste Binnenhaven

  • 6. IJmuiden:

    • a. de kotterkade;

    • b. een kade aan de noordzijde van de vissershaven met uitzondering van de houten steigers;

    • c. de Trawlerkade gelegen aan de zuidzijde van de vissershaven

  • 7. Den Helder:

    • a. de elf zich in de buitenhaven bevindende steigers gelegen voor het perceel het Nieuwe Diep nr. 27b;

    • b. de kade gelegen tussen de Moormanbrug en de Koopvaarderschutsluis (steiger 51, 52 en 53);

    • c. de Paleiskade (steiger 32 tot en met 35);

    • d. de steigers 36, 37 en 38 gelegen aan de voormalige onderzeedienstkade

  • 8. Den Oever:

    • a. de voor perceel Havenkade 1 gelegen kade aan de Oude Vissershaven;

    • b. de kade gelegen aan de Noorderhaven vanaf het einde van de pier tot en met de voor perceel Havenkade 1 gelegen kade

  • 9. Harlingen:

    • a. de lossteigers en kaden voor en nabij de visafslag te Harlingen, gelegen in en aan de Nieuwe Vissershaven;

    • b. de kaden van de Handelshaven, bestaande uit de Nieuwe Willemshaven, de Oude Willemshaven en de Vluchthaven

  • 10. Lauwersoog:

    • a. de kade gelegen voor het gebouw van de visafslag;

    • b. de kaden gelegen ten westen en ten oosten van het gebouw van de visafslag

  • 11. Delfzijl:

    • a. de Handelskade west;

    • b. de Damsterkade;

    • c. de kade van de Farmsumer haven;

    • d. de Handelskade oost

  • 12. Termunterzijl: de in de Vissershaven gelegen steiger

  • 13. Eemshaven: de zuidkade van de Julianahaven

  • 14. Vlaardingen: de kade aan de noordzijde van de koningin Wilhelminahaven

  • 15. Urk: de Burgemeester Schipperkade

  • 16. Velsen: de Velserkade

Bijlage 2. Havens en lostijden als bedoeld in artikel 2, vierde lid, van de Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 1988

[Vervallen per 01-02-2008]

Bijlage 3. bij de Regeling stelselmatige controle bij aanlanding

[Regeling vervallen per 23-07-2011]

Aanlandingsplaatsen als bedoeld in artikel 2a, eerste lid van de Regeling stelselmatige controle bij aanlanding.

Nieuwe Statenzijl (gemeente Reiderland)

Noordpolderzijl (gemeente Eemsmond)

De Cocksdorp (gemeente Texel)

Oudeschild (gemeente Texel)

Petten (gemeente Zijpe)

Camperduin (gemeente Bergen)

Schoorl (gemeente Bergen)

Bergen aan Zee (gemeente Bergen)

Egmond aan Zee (gemeente Bergen)

Katwijk aan Zee (gemeente Katwijk)

Terheide (gemeente Monster)

Europoort (gemeente Rotterdam)

Neeltje Jans (gemeente Schouwen-Duiveland)

Stellendam (gemeente Goedereede)

Bruinisse (gemeente Schouwen-Duiveland)

Burgsluis (gemeente Schouwen-Duiveland

Roompotsluis (Colijnsplaat, gemeente Noord-Beveland)

Kats (gemeente Noord-Beveland)

Yerseke (gemeente Reimerswaal)

Wilhelminadorp (gemeente Goes)

Zierikzee (gemeente Schouwen-Duiveland)

Walsoorden (gemeente Hontenisse)

Sint-Annaland (gemeente Tholen)

Nes (gemeente Ameland)

Loswal (gemeente Schore)

Schelphoek (gemeente Schouwen-Duiveland)

Bergse Diepsluis (gemeente Tholen)

Haventje van Waarde (gemeente Reimerswaal)

Haven Flauwers (gemeente Zierikzee)