Bekendmakingswet

Geraadpleegd op 24-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 15-09-2006 en zichtdatum 18-12-2024.
Geldend van 17-05-1995 t/m 30-06-2009

Artikel 1

Vanwege de regering wordt voorzien in de uitgifte van het Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden en in de uitgifte van de Nederlandse Staatscourant.

Artikel 2

  • 1 De zorg voor de uitgifte van het Staatsblad berust bij Onze Minister van Justitie.

  • 2 De zorg voor de uitgifte van de Staatscourant berust bij Onze Minister van Binnenlandse Zaken.

Artikel 3

De bekendmaking van:

  • a. wetten,

  • b. algemene maatregelen van bestuur en

  • c. andere koninklijke besluiten waarbij algemeen verbindende voorschriften worden vastgesteld,

geschiedt door plaatsing in het Staatsblad.

Artikel 4

  • 1 De bekendmaking van:

    • a. bij ministeriële regeling vastgestelde algemeen verbindende voorschriften en

    • b. de overige vanwege het Rijk vastgestelde algemeen verbindende voorschriften, voor zover deze niet in het Staatsblad geplaatst dienen te worden,

    geschiedt door plaatsing in de Staatscourant.

  • 2 Een voorschrift als in het eerste lid bedoeld, kan bepalen dat bekendmaking geheel of gedeeltelijk geschiedt door plaatsing in een bijlage bij de Staatscourant. Van zodanige bekendmaking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

Artikel 5

  • 1 In afwijking van artikel 4 kan een voorschrift als daar bedoeld, bepalen:

    • a. dat het wordt bekendgemaakt door plaatsing in een ander vanwege de overheid algemeen verkrijgbaar gesteld publikatieblad, en

    • b. dat een bij het voorschrift behorende bijlage wordt bekendgemaakt door terinzagelegging.

  • 2 Van een bekendmaking als in het eerste lid bedoeld, wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

Artikel 6

Een besluit tot vaststelling van het tijdstip waarop een wet, een algemene maatregel van bestuur of een vanwege het Rijk anders dan bij wet of algemene maatregel van bestuur vastgesteld algemeen verbindend voorschrift in werking treedt, wordt bekendgemaakt op dezelfde wijze als waarop die regeling zelf is bekendgemaakt.

Artikel 7

Wetten, algemene maatregelen van bestuur en vanwege het Rijk anders dan bij wet of algemene maatregel van bestuur vastgestelde algemeen verbindende voorschriften treden, indien een aanduiding daaromtrent ontbreekt, in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van bekendmaking.

Artikel 7a

  • 1 Indien bij of krachtens de wet is bepaald dat na de bekendmaking van een algemene maatregel van bestuur of een vanwege het Rijk anders dan bij wet of algemene maatregel van bestuur vastgesteld algemeen verbindend voorschrift een bepaalde periode dient te verstrijken alvorens de regeling in werking kan treden, kan in afwijking daarvan een eerder tijdstip van inwerkingtreding worden vastgesteld, indien de regeling uitsluitend strekt tot uitvoering van een bindend besluit van de Raad van de Europese Unie, van het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk of van de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 8

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de plaatsing van wetten en besluiten in het Staatsblad en de Staatscourant, met betrekking tot de verdere inhoud van de Staatscourant en met betrekking tot de bewaring van oorspronkelijke exemplaren van wetten, koninklijke besluiten en daarbij behorende stukken.

Artikel 9

  • 1 Het souverein besluit van 18 december 1813 (Stb. 1814, 1), betrekkelijk de daarstelling van een Staatsblad der Vereenigde Nederlanden, het souverein besluit van 18 december 1813 (Bijvoegsel tot het Staatsblad van het Koningrijk der Nederlanden 1813-1814, bladzijde 29), houdende, dat er van gouvernementswege een Nederlandsche-Staats-Courant zal worden uitgegeven, de Wet van 26 april 1852 (Stb. 92), houdende regeling der afkondiging van algemeene maatregelen van inwendig bestuur van de Staat, en het koninklijk besluit van 22 december 1863 (Stb. 149), ter nadere regeling van de wijze en de vorm van afkondiging van wetten en Koninklijke besluiten, worden ingetrokken.

  • 2 De artikelen 1 en 2 van de Wet van 15 mei 1829 (Stb. 28), houdende algemeene bepalingen der wetgeving van het Koningrijk, vervallen.

Artikel 10

  • 1 Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

  • 2 Op datzelfde tijdstip eindigt de termijn, bedoeld in additioneel artikel XX van de Grondwet.