Besluit van 14 maart 1988, houdende vaststelling van het Rechtspositiebesluit voorzitters
huurcommissies
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
van 25 juni 1987, nr. MPZ1157010, Centrale Directie Personele Zaken, gedaan na overleg
met Onze Minister van Binnenlandse Zaken;
Gelet op artikel 125, eerste lid, van de Ambtenarenwet 1929 (Stb. 1929, 530) en op hoofdstuk III van de Wet op de huurcommissies (Stb. 1979, 16);
De Raad van State gehoord (advies van 19 november 1987, nr. W08.87.0292);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer van 3 maart 1988, nr. MPZ03D7015, Centrale Directie Personele Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: