Wet van 29 september 1988, tot uitvoering van het Verdrag tegen foltering en andere
wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat enige wettelijke voorzieningen moeten worden
getroffen ter uitvoering van het op 10 december 1984 te New York tot stand gekomen
Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of
bestraffing;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: