Besluit bijzondere regeling tot vaststelling jeugdsalarissen Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984

Geraadpleegd op 22-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2012.
Geldend van 01-04-1998 t/m heden

Besluit van 26 januari 1989, houdende een bijzondere regeling tot vaststelling van jeugdsalarissen in de salarisschalen 7 en 8 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 ten aanzien van ambtenaren, werkzaam bij de Belastingdienst

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, van 30 december 1988, nr. 88MO11261 en van de Staatssecretaris van Financiën van 15 september 1988, nr. 588-9633, directie Personeel van de Belastingdienst, en Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 23 december 1988, nr. AB88/415/U2, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Arbeidsvoorwaarden, afdeling Financiële Arbeidsvoorwaarden Rijkspersoneel;

Gelet op artikel 26 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I

Ten aanzien van ambtenaren, werkzaam bij de Belastingdienst, worden in de salarisschalen 7 en 8 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 geacht de salarisnummers J 21, J 20, J 19, J 18 en J 17 voor te komen.

Artikel II

Voor de vaststelling van de bij de in het vorige artikel genoemde salarisnummers behorende salarisbedragen wordt uitgegaan van het salaris dat behoort bij salarisnummer 0 van de van toepassing zijnde salarisschaal, verminderd met onderscheidenlijk 10%, 20%, 30%, 40% en 50%. De aldus vastgestelde bedragen worden afgerond op hele guldens.

Artikel III

Met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit besluit vervalt het Koninklijk besluit van 4 april 1985, nr. 14, met dien verstande dat dat besluit van toepassing blijft op het personeel dat op de datum van inwerkingtreding van dit besluit reeds bij de Belastingdienst werkzaam is.

Artikel IV

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 september 1988.

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan een afschrift zal worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer.

's-Gravenhage, 26 januari 1989

Beatrix

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

R. F. M. Lubbers

De Staatssecretaris van Financiën,

H. E. Koning

De Minister van Binnenlandse Zaken,

C. P. van Dijk

Uitgegeven de dertigste maart 1989

De Minister van Justitie,

F. Korthals Altes