Besluit van 19 mei 1989, tot vaststelling van een scheepvaartreglement voor de Eemsmonding
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 15 maart 1989, nr.
S/J 30.442/89, Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken;
Overwegende, dat uitvoering dient te worden gegeven aan de Overeenkomst tussen het
Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake een scheepvaartreglement
voor de Eemsmonding, met bijlagen (Trb. 1987, 15);
Gelet op de artikelen 4 en 31, tiende lid, van de Scheepvaartverkeerswet (Stb. 1988, 352);
Gelet op artikel 3 van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de
Bondsrepubliek Duitsland inzake een scheepvaartreglement voor de Eemsmonding, met
bijlagen;
De Raad van State gehoord (advies van 21 april 1989, nr. W09.89.0143);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 9 mei 1989,
nr. S/J 30.788/89, Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: