Warenwetbesluit Imitatieprodukten

Geraadpleegd op 08-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 29-08-2009.
Geldend van 01-04-1990 t/m heden

Besluit van 6 juni 1989, houdende regelen betreffende waren die door een misleidend uiterlijk een gevaar vormen voor de gezondheid of het leven van de consument

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op voordracht van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 13 november 1988, VVP/P-682433 in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken, A. J. Evenhuis;

Overwegende dat regelen moeten worden gesteld ter uitvoering van de Richtlijn van de Raad van Europese Gemeenschappen van 25 juni 1987 (87/357/EEG) (Pb. EG L 192/49) inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen betreffende artikelen die door een misleidend uiterlijk een gevaar vormen voor de gezondheid of veiligheid van de consument;

Gelet op de artikelen 1, 9 en 13 van de Warenwet (Stb. 1988, 360);

Gezien het advies van de Adviescommissie Warenwet van 10 juni 1988, nr. 13981/(11)15;

De Raad van State gehoord (advies van 15 februari 1989, nr. W.13.88.0659);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 23 mei 1989, VVP/P, nr. 684733 in overeenstemming met voornoemde Staatssecretaris van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder imitatieprodukten:

waren, geen eet- of drinkwaar zijnde, die een zodanig misleidende vorm, geur, kleur, aanzien, verpakking of etikettering hebben, dan wel van een zodanige grootte of omvang zijn, dat de consument, met name het kind, deze produkten kan verwarren met eet- of drinkwaar en ze daardoor in de mond kan steken, opzuigen of inslikken.

Artikel 2

  • 1 Het is verboden imitatieprodukten die gevaar kunnen opleveren voor de veiligheid of de gezondheid van de mens, te vervaardigen, te verhandelen of binnen Nederlands grondgebied te brengen.

  • 2 Tot het in het eerste lid bedoelde gevaar wordt in ieder geval gerekend het gevaar van:

    • a. verstikking;

    • b. vergiftiging;

    • c. perforatie of verstopping van het spijsverteringskanaal.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de negende kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit en de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage, 6 juni 1989

Beatrix

De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,

D. J. D. Dees

Uitgegeven de zesde juli 1989

De Minister van Justitie,

F. Korthals Altes