Wet van 5 juli 1989, houdende regels met betrekking tot de doorstroming en verlaging
van de uittredingsleeftijd van onderwijspersoneel
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het resultaat van de met ingang van 1 januari
1989 afgelopen Wet bevordering doorstroming onderwijspersoneel (Stb. 1988, 253) het wenselijk maakt totstandkoming van een nieuwe, voor 1989 geldende,
doorstromingsregeling voor uit 's Rijks kas bekostigd onderwijspersoneel te bevorderen,
waarmee dezelfde doeleinden worden nagestreefd;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: