Besluit van 19 september 1989, tot uitvoering van artikel 2, en andere van de Wet
geluidhinder met betrekking tot luchtkussenvoertuigen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
van 11 juli 1988, Centrale Directie Juridische Zaken, afdeling Wetgeving, nr. MJZ1178014,
gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Economische Zaken en van Verkeer
en Waterstaat;
Overwegende dat het in het belang van het voorkomen en beperken van geluidhinder wenselijk
is regels te stellen met betrekking tot het gebruik van luchtkussenvoertuigen;
Gelet op de artikelen 2, 4, 5, 7, 147a en 170 van de Wet geluidhinder (Stb. 1979, 99);
De Raad van State gehoord (advies van 24 oktober 1988, nr. W08.88.0412);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer van 14 september 1989, Centrale Directie Juridische Zaken, afdeling
Wetgeving, nr. MJZ 25889010, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van
Economische Zaken en van Verkeer en Waterstaat;
Hebben goedgevonden en verstaan: