Besluit van 9 oktober 1989, houdende vaststelling van residuen bij diergeneesmiddelen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en Visserij van 16 december 1988,
No. J. 8812622, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken, gedaan in overeenstemming
met de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur;
Gelet op de artikelen 41 en 49 van de Diergeneesmiddelenwet (Stb. 1985, 410);
De Raad van State gehoord (advies van 2 mei 1989, No. W11.88.0717);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw en Visserij van 28 september
1989, No. J. 895768, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken, uitgebracht
in overeenstemming met de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur;
Hebben goedgevonden en verstaan: