Besluit van 31 oktober 1989, houdende regels over de rechtspositie en de bezoldiging
van de voorzitter en de leden van het Commissariaat voor de Media en van zijn personeel
alsmede van de voorzitter en de leden van het bestuur van het Bedrijfsfonds voor de
Pers en zijn personeel
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 29
mei 1989, MLB/J/OP/U-140 I;
Gelet op artikel 10, vijfde lid en artikel 124, vijfde lid van de Mediawet (Stb. 1987, 249); artikel 125 van de Ambtenarenwet 1929 (Stb. 1929, 530);
De Raad van State gehoord (advies van 29 augustus 1989, no. W13.89.0307);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur
van 18 oktober 1989, MLB/J/OP-927 I;
Hebben goedgevonden en verstaan: