Regeling gratificatie bij ambtsjubileum

[Regeling vervallen per 01-07-2014.]
Geraadpleegd op 14-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 20-06-2007 en zichtdatum 13-11-2024.
Geldend van 01-12-2006 t/m 21-12-2007

Regeling gratificatie bij ambtsjubileum

De minister van Binnenlandse Zaken,

Gelet op artikel 79, derde lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, artikel 51, derde lid, van het Arbeidsovereenkomstenbesluit en artikel 114, derde lid, van het Ambtenarenreglement Staten-Generaal;

Besluit:

Betrokkene

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

In dit besluit wordt verstaan onder betrokkene:

Toekenning gratificatie

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Aan de betrokkene wordt bij het bereiken van een diensttijd van 12½, 25, 40 of 50 jaar een gratificatie toegekend wegens trouwe dienst. De gratificatie bedraagt 25% van de maandelijkse bezoldiging bij een 12½-jarig ambtsjubileum, 70% van de maandelijkse bezoldiging bij een 25-jarig ambtsjubileum en 100% van de maandelijkse bezoldiging bij een 40- of 50-jarig ambtsjubileum, naar boven af te ronden op een veelvoud van € 2,50.

  • 2 Het bepaalde in het eerste lid voor iedere functie waarin de betrokkene als zodanig werkzaam is.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Toekenning van een ambtsjubileum-gratificatie vindt niet plaats indien betrokkene ter zake van zijn dienstvervulling reeds een gratificatie of uitkering heeft ontvangen, welke naar haar aard overeenkomt met de gratificatie volgens dit besluit.

  • 2 Indien de betrokkene tijdens een hem mede in het algemeen belang verleend buitengewoon verlof jubileert, wordt op de datum van het ambtsjubileum geen gratificatie toegekend. Toekenning van de gratificatie kan alsnog geschieden zodra hij na de beëindiging van het verlof zijn werkzaamheden heeft hervat, tenzij hij in de betrekking welke tijdens het verlof werd vervuld, een gratificatie of uitkering heeft ontvangen welke naar haar aard overeenkomt met de gratificatie volgens dit besluit.

Diensttijd

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Als dienstijd voor de toepassing van een ambtsjubileumgratificatie geldt de tijd, doorgebracht:

  • a. in een burgerlijke dienstbetrekking bij de Nederlandse overheid, waaronder te deze mede wordt begrepen de voormalige NV ‘Artillerie-Inrichtingen’;

  • b. in een betrekking (vóór 1 januari 1966) als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Pensioenwet 1922 (Stb. 1922, 240), een betrekking als bedoeld in artikel B2 van de Algemene burgerlijke pensioenwet (Stb. 1966, 6) of een betrekking als bedoeld in artikel B3 van evengenoemde wet, alsmede (vóór en na 1 januari 1966) in een betrekking tot bedoeld in artikel U2 van die wet;

  • c. in burgerlijke dienst bij de overheid in de landen Suriname (tot 25 november 1975), de Nederlandse Antillen en Aruba, bij de voormalige gouvernementen van Suriname, Curaçao en Nieuw-Guinea en (tot 27 december 1949) bij de voormalige Indische Pensioenfondsen;

  • d. in dienst bij het niet-openbaar onderwijs in de onder c genoemde landen en voormalige overzeese rijksdelen, voor zover zulks de betrokkene onder de werkingssfeer van een overheidspensioenregeling bracht of zou hebben gebracht indien hij in vaste dienst was geweest;

  • e. tot en met 31 december 1954 in dienst van de Republiek Indonesië, voor zover die tijd door de Garantiewet Burgerlijk Overheidspersoneel Indonesië wordt bestreken;

  • f. in Nederlandse militaire dienst of daarmede voor de toepassing van het Algemeen Rijksambtenarenreglement gelijkgestelde dienst, waaronder begrepen dienst bij het voormalig KNIL en de troepen in Suriname (tot 25 november 1975) en de Nederlandse Antillen en Aruba;

  • g. als volontair met een volledige dagtaak;

  • h. de tijd waaronder rechtsherstel is verleend.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Als diensttijd in de zin van dit besluit wordt niet aangemerkt dienstijd welke niet in actieve dienst is doorgebracht wegens het bekleden van een politiek ambt.

  • 2 Voorts komt als diensttijd niet in aanmerking diensttijd welke, zonder dat werkzaamheden zijn verricht, is doorgebracht buiten het genot van inkomsten uit de dienstbetrekking, behoudens voor zoveel het tijd betreft, gedurende welke betrokkene mede in het algemeen belang buitengewoon verlof heeft genoten.

  • 3 Evenmin wordt als diensttijd aangemerkt fictieve diensttijd, onverminderd het gestelde in artikel 4 onder h.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2008, 187, datum inwerkingtreding 28-09-2008, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2006.

1 Als diensttijd in de zin van dit besluit wordt niet aangemerkt dienstijd welke niet in actieve dienst is doorgebracht wegens het bekleden van een politiek ambt.

2 Voorts komt als diensttijd niet in aanmerking tijd welke, zonder dat werkzaamheden zijn verricht, is doorgebracht buiten het genot van inkomsten uit de dienstbetrekking, behoudens voor zoveel het tijd betreft, gedurende welke betrokkene mede in het algemeen belang buitengewoon verlof dan wel levensloopverlof heeft genoten.

3 Evenmin wordt als diensttijd aangemerkt fictieve diensttijd, onverminderd het gestelde in artikel 4 onder h.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Diensttijd, gelijktijdig in meer dan één betrekking doorgebracht telt voor de vaststelling van de datum van het ambtsjubileum slechts eenmaal mede.

Gratificatiegrondslag

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2007, 247, datum inwerkingtreding 22-12-2007, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-12-2006.

1 Voor de berekening van de gratificatie wordt onder bezoldiging verstaan: de bezoldiging in de zin van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, welke voor betrokkene op de datum van het ambtsjubileum geldt, vermeerderd met de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering, bedoeld in respectievelijk de artikelen 21 en 20a van dat besluit.

2 Indien betrokkene een toelage geniet als bedoeld in de artikelen 17 en 18a van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, wordt dit bezoldigingsdeel vastgesteld op: het bedrag dat betrokkene in de drie kalendermaanden voorafgaande aan zijn jubileum aan bedoelde toelage gemiddeld per maand heeft genoten.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Indien de betrokkene op de datum van zijn ambtsjubileum geen bezoldiging geniet, omdat hem mede in het algemeen belang buitengewoon verlof zonder behoud van bezoldiging is verleend, wordt voor de berekening van zijn ambtsjubileumgratificatie uitgegaan van de bezoldiging die hij genoot direct voorafgaand aan het verlof.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2008, 187, datum inwerkingtreding 28-09-2008, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2006.

Indien de betrokkene op de datum van zijn ambtsjubileum buitengewoon verlof mede in het algemeen belang zonder behoud van bezoldiging dan wel levensloopverlof geniet, wordt voor de berekening van zijn ambtsjubileumgratificatie uitgegaan van de bezoldiging die hij genoot direct voorafgaand aan het verlof.

Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

In uitzonderlijke gevallen, waarin toepassing van dit besluit tot kennelijke onbillijkheid zou leiden, kan van dit besluit worden afgeweken.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag nadat het in de Staatscourant is geplaatst.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Dit besluit kan worden aangehaald als Regeling gratificatie bij ambtsjubileum.

's-Gravenhage, 9 november 1989

De

minister

van Binnenlandse Zaken,

C. P. van Dijk