Warenwetbesluit Zoetstoffen

[Regeling vervallen per 20-01-2010.]
Geraadpleegd op 24-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 17-04-2014 en zichtdatum 17-04-2014.
Geldend van 23-01-2008 t/m 19-01-2010

Besluit van 21 november 1989, houdende vaststelling van het Warenwetbesluit Zoetstoffen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 6 februari 1989, DGVgz/VVP/L, nr.684128, gedaan in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken, A. J.Evenhuis, en Onze Minister van Landbouw en Visserij;

Overwegende, dat de keuze in stoffen welke eet- en drinkwaren een zoete smaak kunnen geven, dan wel suiker kunnen vervangen, aanzienlijk is toegenomen en ook nog verder zal toenemen;

Overwegende, dat is gebleken dat de eindverbruiker naast de traditioneel gezoete eet- en drinkwaren een keuze wil kunnen maken uit eet- en drinkwaren welke met zoetstoffen zijn gezoet;

Overwegende, dat het belang van de volksgezondheid en de goede voorlichting omtrent waren vereist dat er regels worden gesteld omtrent het gebruik van zoetstoffen en de aanduiding van met zoetstoffen gezoete eet- en drinkwaren;

Gelet op de artikelen 1, vierde lid, 4, eerste lid, onderdeel a, 6, onderdeel a, 8, onderdelen a, b en c, 12 en 14 van de Warenwet (Stb. 1988, 360) en op artikel II, eerste lid, van de Wijzigingswet 1988 Warenwet (Stb. 358), jo. de artikelen 14 en 16 van de Warenwet (Stb. 1935, 793);

De Adviescommissie Warenwet gehoord (adviezen van 9 oktober 1986, nr. 13 622/115, en van 14 juni 1989, nr. 14 088/(15)15);

De Raad van State gehoord (advies van 20 juni 1989, No.W13.89 0079);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 13 november 1989, VVP/L-685467, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van Economische Zaken en van Landbouw en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

  • 1 In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a. zoetstoffen: levensmiddelenadditieven die bestemd en geschikt zijn om aan levensmiddelen een zoete smaak te geven of om gebruikt te worden als tafelzoetstoffen;

    • b. zonder toegevoegde suikers: waaraan geen mono- of disacchariden of een wegens zijn zoetkracht gebruikte eet- of drinkwaar is toegevoegd;

    • c. met verlaagde energiewaarde: met een energie-hoeveelheid waarvan de energievermindering in vergelijking met de oorspronkelijke eet- of drinkwaar ten minste 30% bedraagt;

    • d. suikers: een of meer der waren, bedoeld in het Warenbesluit suikers.

  • 2 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, onderdeel a, worden onder zoetstoffen niet verstaan eet- of drinkwaren die vanwege de zoete smaak zouden kunnen worden gebezigd als zodanig, of als ingrediënt van andere eet- of drinkwaren, ten einde aan die waren (mede) een zoete smaak te geven.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

  • 1 Het is verboden zoetstoffen welke niet voldoen aan de in of krachtens dit besluit gestelde eisen, te verhandelen of in eet- of drinkwaren te verwerken.

  • 2 Het is verboden zoetstoffen te verhandelen anders dan met inachtneming van de voorschriften in of krachtens dit besluit gesteld met betrekking tot het bezigen van hun aanduiding of vermeldingen.

  • 3 Het is verboden met gebruikmaking van in dit besluit aangegeven aanduidingen andere waren te verhandelen dan zoetstoffen waaraan die aanduiding is voorbehouden.

  • 4 Het is verboden eet- of drinkwaren te verhandelen die voor wat betreft de verwerking van zoetstoffen in die eet- of drinkwaren, niet voldoen aan de eisen in of krachtens dit besluit gesteld.

  • 5 Het is verboden met zoetstoffen bereide eet- of drink-waren te verhandelen anders dan met inachtneming van de voorschriften in of krachtens dit besluit gesteld met betrekking tot het bezigen van hun aanduiding of vermeldingen.

§ 2. Toelating en gebruik

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

  • 1 Als zoetstof zijn uitsluitend toegelaten de stoffen die zijn opgenomen in de bijlage.

  • 2 Onze Minister kan nadere regels vaststellen met betrekking tot de zuiverheid van de in de bijlage opgenomen zoetstoffen.

  • 3 De verpakking van vloeibare intensieve zoetstoffen bestemd voor de aflevering aan de eindverbruiker, moet geschikt zijn om een dosering volgens de gebruiksaanwijzing op doelmatige wijze mogelijk te maken.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

  • 1 Onze Minister kan in overeenstemming met Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij categorieën eet- en drinkwaren aanwijzen waarin zoetstoffen aanwezig mogen zijn onderscheidenlijk waaraan zoetstoffen mogen worden toegevoegd, en de desbetreffende ten hoogste toegelaten hoeveelheden daarvan vaststellen.

  • 2 Zoetstoffen mogen niet in andere dan de krachtens het eerste lid aangewezen eet- of drinkwaren aanwezig zijn, en daarin uitsluitend aanwezig zijn voor zover die waren tengevolge van het gebruik van zoetstoffen:

    • a. een verlaagde energiewaarde bezitten;

    • b. zonder cariogeen effect zijn;

    • c. zonder toegevoegde suikers zijn en een verlengde houdbaarheid hebben verkregen door de vervanging van suikers door zoetstof; of

    • d. een dieetvoedingsmiddel zijn.

  • 3 Zoetstoffen worden niet toegevoegd aan eet- en drinkwaren bestemd voor zuigelingen, peuters of kleuters.

§ 4. Aanduidingen en vermeldingen

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

  • 1 De in de bijlage voor de desbetreffende zoetstof aangegeven aanduiding mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor de zoetstof waaraan die aanduiding is voorbehouden.

  • 2 Indien zoetstof zich bevindt in een verpakking die bestemd of geschikt is om aan de eindverbruiker te worden afgeleverd, moet deze de vermelding "tafelzoetstof op basis van ..." bevatten, gevolgd door de in het eerste lid bedoelde aanduiding of aanduidingen van de terzake gebruikte zoetstoffen.

  • 3 Indien aspartaam ingrediënt van een eet- of drinkwaar is, wordt de vermelding «bevat een bron van fenylalanine» gebezigd.

  • 4 Bij tafelzoetstoffen, bedoeld in het tweede lid, worden de volgende vermeldingen gebezigd:

    • a. "overmatig gebruik kan een laxerend effect hebben", voor zover de waar polyolen bevat;

    • b. "bevat een bron van fenylalanine", voor zover de waar aspartaam of het zout van aspartaam en acesulfaam bevat.

  • 5 Indien het gehalte aan polyolen in eet- of drinkwaar, niet zijnde tafelzoetstoffen, meer is dan 10%, wordt de vermelding "overmatig gebruik kan een laxerend effect hebben" gebezigd.

  • 6 Onze Minister kan nadere regels vaststellen met betrekking tot bij de verhandeling te bezigen vermeldingen, teneinde een juist en veilig gebruik van de desbetreffende zoetstof mogelijk te maken.

  • 7 In een winkel, op een markt of in enige andere voor het publiek toegankelijke verkoopplaats moeten voor zoetstoffen, indien zij zich niet bevinden in een verpakking bestemd of geschikt om met de inhoud aan de eindverbruiker te worden afgeleverd, of niet zijn verpakt,

    de in het eerste lid bedoelde aanduiding en de in het tweede lid bedoelde vermelding voor de koper duidelijk zichtbaar en gemakkelijk leesbaar zijn aangebracht op of in de onmiddellijke nabijheid van de waar.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

De in artikel 4, eerste lid, van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen bedoelde aanduiding, onderscheidenlijk de in de desbetreffende wettelijke regeling voorgeschreven aanduiding voor een eet- of drinkwaar waarvan suikers doorgaans ingrediënt zijn, onderscheidenlijk moeten zijn, mag, tevens worden gebezigd voor bedoelde eet- of drinkwaar waarin die suikers geheel of gedeeltelijk zijn vervangen door zoetstoffen, tenzij ten aanzien van de uit een zodanige vervanging voortvloeiende aanduiding uitdrukkelijk anders is bepaald in de desbetreffende wettelijke regeling.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

  • 3 In een winkel, op een markt of in enige andere voor het publiek toegankelijke verkoopplaats moeten voor met zoetstoffen bereide eet- of drinkwaren die zich niet bevinden in een verpakking die bestemd of geschikt is om met de inhoud aan de eindverbruiker te worden afgeleverd of niet zijn verpakt, de aanduiding bedoeld in het eerste en tweede lid, voor de koper duidelijk zichtbaar en gemakkelijk leesbaar zijn aangebracht op of in de onmiddellijke nabijheid van de waar.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

  • 1 Voor eet- of drinkwaren waarvan suikers een ingrediënt zijn moet, indien van die eet- of drinkwaar tevens zoetstof ingrediënt is, een vermelding worden gebezigd aangevende het suikergehalte van de waar.

  • 2 Onder suikergehalte bedoeld in het eerste lid, wordt verstaan het met behulp van een refractometer bepaalde percentage opgeloste droge stof, uitgedrukt als suiker.

§ 5. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

  • 1 Als methoden van onderzoek welke bij uitsluiting beslissend zijn voor de vaststelling of met betrekking tot de desbetreffende zoetstof al dan niet is voldaan aan de bij of krachtens dit besluit gestelde regels, worden aangewezen chromatografische en andere scheidingsmethoden, alsmede detectiemethoden.

  • 2 Onze Minister kan omtrent de in het eerste lid bedoelde methoden nadere regels stellen.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel 13

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel 14

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel 15

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel 16

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel 17

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

  • 1 De artikelen 2 tot en met 5 en 8 tot en met 10 zijn niet van toepassing op waren waarvoor krachtens artikel 9, eerste lid, Algemeen Besluit (Warenwet) toestemming is verleend voor het bezigen van een der in dat artikellid bedoelde aanduidingen, met inachtneming van het volgende:

    • a. Voor zover in de desbetreffende koninklijke besluiten geen termijn is gesteld waarvoor een dergelijke toestemming is verleend, is het bij of krachtens dit besluit gestelde op de desbetreffende waren van toepassing met ingang van het vierde jaar na de datum van inwerkingtreding.

    • b. Voor zover in de desbetreffende koninklijke besluiten een termijn is genoemd waarvoor een dergelijke toestemming is verleend, welke afloopt binnen drie maanden na de datum van inwerkingtreding van dit besluit, wordt die termijn verlengd met drie maanden.

    • c. Voor zover in de desbetreffende koninklijke besluiten een termijn is genoemd waarvoor een dergelijke toestemming is verleend, welke afloopt vanaf drie maanden na de datum van inwerkingtreding van dit besluit, is het bij of krachtens dit besluit gestelde op de desbetreffende waren van toepassing met ingang van de datum waarop de in het desbetreffende koninklijk besluit genoemde termijn is verstreken.

    • d. In afwijking van het bepaalde in de onderdelen a, b of c, blijven koninklijke besluiten waarbij toestemming is verleend voor het gemengd gebruik van suiker(s) en zoetstof(fen), van kracht totdat zij worden ingetrokken. Koninklijke besluiten waarvan de in het desbetreffende besluit gestelde termijn waarvoor toestemming is verleend, afloopt voordat de in de eerste volzin bedoelde intrekking heeft plaats gevonden, blijven van kracht totdat zij bij koninklijk besluit worden ingetrokken.

  • 2 Totdat de in het eerste lid bedoelde termijn in de desbetreffende gevallen is verstreken, onderscheidenlijk totdat de desbetreffende koninklijke besluiten zijn ingetrokken, blijft, in afwijking van het bepaalde in artikel 12, artikel 3quater van het Algemeen Besluit (Warenwet) van toepassing op de desbetreffende waren.

Artikel 18

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin het wordt geplaatst.

Artikel 19

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

Dit besluit kan worden aangehaald als "Warenwetbesluit Zoetstoffen".

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage , 21 november 1989

Beatrix

De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,

H. J. Simons

Uitgegeven de eenentwintigste december 1989

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Bijlage

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

De in artikel 3, eerste lid, bedoelde als zoetstof toegelaten stoffen zijn de stoffen welke hieronder zijn vermeld.

In Onderdeel A zijn opgenomen de intensieve zoetstoffen, terwijl in Onderdeel B de overige zoetstoffen zijn vermeld.

A. Intensieve zoetstoffen

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

1. saccharine, E954

Naam van de stof: Saccharine.

Chemische benaming: orthobenzoëzuursulfimide (saccharine), alsmede de Na-, K-, en Ca-zouten hiervan.

2. cyclaamzuur, E952

Naam van de stof: Cyclamaat.

Chemische benaming: N-cyclohexylsulfaminezuur (cyclaamzuur), alsmede de Na-en Ca-zouten daarvan:

3. aspartaam, E951

Naam van de stof: Aspartaam.

Chemische benaming: N-LÓ-aspartyl-L-phenylalanine-1-methylester.

4. acesulfaam-K, E950

Naam van de stof: Acesulfaam.

Chemische benaming: kaliumzout van 3.4-dihydro-6-methyl-1.2.3-oxathiazin-4-on-2.2.-dioxyde.

5. neohesperidine dc, E959

Naam van de stof: neohesperidine di-hydrochalcon

Chemische benaming: 2-0-L-rhamnopyranosyl-1 -4'-b-D-glucopyranosylhesperetine dihydrochalcon.

6. Thaumatine, E957

Naam van de stof: Thaumatine.

Omschrijving: thaumatine wordt verkregen door waterige extractie (pH 2,5 - 4,0) van de zaadrok van de vrucht van Thaumatococcus danielli (Benth), en bestaat voornamelijk uit de eiwitten Thaumatine 1 en Thaumatine 2 tezamen met geringe hoeveelheden plantenbestanddelen afkomstig uit het bronnenmateriaal.

7. Zout van aspartaam-acesulfaam, E 962

Naam van de stof: Zout van aspartaam-acesulfaam.

Chemische benaming: 6-methyl-1,2,3-oxathiazine-4(3H)-on-dioxidezout van L-fenylalanyl-2-methyl-L-α-asparaginezuur.

8. Sucralose, E 955

Naam van de stof: Sucralose.

Chemische benaming: 1,6-dichloor-1,6-dideoxy-β-D-fructofuranosyl-4-chloor-4-deoxy-β-D-galacto

B. Overige zoetstoffen

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

1. POLYOLEN

In het kader van het Warenwetbesluit Zoetstoffen wordt onder polyolen verstaan: sorbitol, mannitol, xylitol, isomalt, maltitol, lactitol, maltitolstroop, sorbitolstroop en erytritol.

  • a. Sorbitol, E420

    Naam van de stof: Sorbitol.

    Chemische benaming: glucitol.

    Omschrijving: sorbitol wordt verkregen door hydrogenering van saccharose, dan wel gehydrolyseerd zetmeel.

  • b. Mannitol, E421

    Naam van de stof: Mannitol.

    Chemische benaming: mannitol.

    Omschrijving: mannitol wordt verkregen door hydrogenering van fructose.

  • c. Xylitol, E967

    Naam van de stof: Xylitol.

    Chemische benaming: xylitol.

    Omschrijving: xylitol wordt verkregen door hydrogenering van xylose.

  • d. Isomalt, E953

    Naam van de stof: Isomalt.

    Chemische benaming: gehydrogeneerde isomaltulose.

    Omschrijving: isomalt is een isomeren-mengsel van

    Ó-D-glucopyranosyl-1,6-d-glucitol en Ó-D-glucopyranosyl-1,1-d-mannitol; het wordt verkregen door hydrogenering van isomaltulose.

  • e. Maltitol, E965

    Naam van de stof: Maltitol.

    Chemische benaming: Ó-D-glucopyranosyl-1,4-D-glucitol.

    Omschrijving: maltitol wordt verkregen door hydrogenering van maltose.

  • f. Lactitol, E966

    Naam van de stof: Lactitol.

    Chemische benaming: 4-β-D-galactopyranosyl-D-glucitol.

    Omschrijving: lactitol wordt verkregen door hydrogenering van lactose.

  • g. Maltitolsiroop, E965

    Naam van de stof: Maltitolstroop.

    Chemische benaming: gehydrogeneerde glucosestroop.

    Omschrijving: maltitolstroop is een mengsel van hoofdzakelijk maltitol met sorbitol en gehydrogeneerde oligo- en polysacchariden. Het wordt vervaardigd door de katalytische hydrogenering van glucosestroop met een hoog maltosegehalte. Het handelsprodukt wordt geleverd als een stroop zowel als een vast produkt.

  • h. Sorbitolsiroop, E420

    Naam van de stof: Sorbitolsiroop;

    Chemische benaming: gehydrogeneerde oligosacchariden

    Omschrijving: oplossing van sorbitol en gehydrogeneerde oligosacchariden;

  • i. Erytritol

    Naam van de stof: Erytritol.

    Chemische benaming: 1,2,3,4-butaantetrol.

    Omschrijving: erytritol wordt verkregen door fermentatie van enzymatisch hydrolysaat van zetmeel.