Besluit van 31 januari 1990, tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur
krachtens artikel 20, vierde lid, van de Wet milieugevaarlijke stoffen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
van 10 november 1988, MJZ10N8039, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving,
gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
en van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur;
Gelet op artikel 20 van de Wet milieugevaarlijke stoffen (Stb. 1985, 639);
Gezien het advies van de Centrale raad voor de milieuhygiëne (advies van 16 september
1987, no.S-87/797);
De Raad van State gehoord (advies van 28 december 1988, nr. W08.88.0628);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer van 22 januari 1990, no. MJZ.22190061, Centrale Directie Juridische
Zaken, afdeling Wetgeving, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid en van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Welzijn,
Volksgezondheid en Cultuur;
Hebben goedgevonden en verstaan: