T.z.v. de overdracht van een onder de Natuurschoonwet 1928 gerangschikt landgoed,
gevolgd door kwijtschelding van de koopsom is 6% overdrachtsbelasting verschuldigd.
In dergelijke gevallen is sprake van een materiële bevoordeling, waardoor schenkingsrecht
is verschuldigd.
De Staatssecretaris heeft n.a.v. een ingekomen vraag medegedeeld, dat hij alsdan bereid
is m.b.t. het schenkingsrecht de hardheidsclausule toe te passen in die zin, dat de
faciliteit van art. 7 Natuurschoonwet 1928 wordt verleend.
Tevens kan hierbij met toepassing van de hardheidsclausule de heffing van overdrachtsbelasting
achterwege blijven.
Aan die tegemoetkoming in de overdrachtsbelasting wordt de bepaling verbonden, dat
zij vervalt, indien door belanghebbenden het standpunt wordt ingenomen, dat overdrachtsbelasting
in mindering kan worden gebracht op het schenkingsrecht dat is verschuldigd wegens
de materiële bevoordeling.
Voorts wordt aan die tegemoetkoming in de overdrachtsbelasting de bepaling verbonden
dat zij vervalt v.z.v. o.g.v. het verschuldigd zijn van het nietgeheven bedrag aanspraak
op vermindering van belasting ingevolge art. 13 WBR is of mocht worden gemaakt.