Besluit van 9 mei 1990, houdende vaststelling van het Kwekersrechtbesluit 1990
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 23 februari
1990, No. J. 902161, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;
Gelet op de artikelen 29, eerste lid en 51 van de Zaaizaad- en Plantgoedwet (1966, Stb. 455);
Gehoord het Landbouwschap, het Produktschap voor Landbouwzaaizaden, het Produktschap
voor Groenten en Fruit, het Produktschap voor Siergewassen, het Produktschap voor
Aardappelen, de Nederlandse Kwekersbond, de Nederlandse Vereniging voor het Tuinzaadbedrijfsleven
en de Vereniging "CIOPORA" Nederland;
De Raad van State gehoord (advies van 19 maart 1990, No. W11.90.0082);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
van 23 april 1990, No. J. 904437, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische
Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: