Stb. 2002, 613, datum inwerkingtreding 01-01-2003, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2001.
1 Indien op grond van artikel 2.15 van de Wet inkomstenbelasting 2001 inkomensbestanddelen
van een minderjarig kind zijn toegerekend aan de belastingschuldige, is dat kind aansprakelijk
voor een gedeelte van de verschuldigde inkomstenbelasting. Dit gedeelte wordt gesteld
op een evenredig gedeelte van de verschuldigde belasting, bepaald naar de verhouding
waarin het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden, bedoeld in de artikelen
3.91, eerste lid, onderdelen a en b, en derde lid, en 3.92 van de Wet inkomstenbelasting
2001, de belastbare inkomsten uit eigen woning, het belastbare inkomen uit aanmerkelijk
belang of het belastbare inkomen uit sparen en beleggen van dat kind dat bij de vaststelling
van de belastingschuld in aanmerking is genomen, staat tot het inkomen uit werk en
woning, het inkomen uit aanmerkelijk belang onderscheidenlijk het belastbare inkomen
uit sparen en beleggen dat tot de belastingschuld heeft geleid.
2 Indien op grond van artikel 2.17, tweede tot en met zesde lid, van de Wet inkomstenbelasting
2001 belastbare inkomsten uit eigen woning, inkomen uit aanmerkelijk belang vóór vermindering
met de persoonsgebonden aftrek of bestanddelen van de rendementsgrondslag van een
derde geacht worden bij de belastingschuldige op te komen, te zijn opgekomen of tot
zijn bezit te behoren dan wel te hebben behoord, is die derde aansprakelijk voor een
gedeelte van de verschuldigde inkomstenbelasting. Dit gedeelte wordt gesteld op een
evenredig gedeelte van de verschuldigde belasting, bepaald naar de verhouding waarin
de belastbare inkomsten uit eigen woning, het inkomen uit aanmerkelijk belang of het
belastbare inkomen uit sparen en beleggen van die derde dat bij de vaststelling van
de belastingschuld in aanmerking is genomen, staat tot het inkomen uit werk en woning,
het inkomen uit aanmerkelijk belang onderscheidenlijk het belastbare inkomen uit sparen
en beleggen dat tot de belastingschuld heeft geleid.
3 Artikel 2.16, derde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 is van overeenkomstige
toepassing.