Besluit van 20 november 1990, houdende regelen omtrent de examens, bedoeld in de artikelen
25 en 26 van de Wet op de architectentitel
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer, van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, van Welzijn, Volksgezondheid
en Cultuur en van Onderwijs en Wetenschappen, van 14 mei 1990, nr. MJZ14590026, Centrale
Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op de artikelen 25 en 26 van de Wet op de architectentitel (Stb. 1987, 347) en op de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 10 juni
1985 inzake de onderlinge erkenning van de diploma's, certificaten en andere titels
op het gebied van de architectuur, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking
van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van
diensten (PbEG L 223);
De Raad van State gehoord, advies van 28 augustus 1990, nr. W08.90.0224;
Gezien het nader rapport van Onze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer, van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, van Welzijn, Volksgezondheid
en Cultuur en van Onderwijs en Wetenschappen, van 12 november 1990, nr. MJZ 12n90043,
Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Hebben goedgevonden en verstaan: