Stcrt. 2008, 26, datum inwerkingtreding 08-02-2008, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2007.
1 De kamerleden ontvangen een vergoeding voor aan de uitoefening van het kamerlidmaatschap
verbonden kosten die € 2293,41 per jaar bedraagt.
2 Ten aanzien van een kamerlid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef
en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet
als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt het bedrag, genoemd in het eerste lid,
vermenigvuldigd met 100/P, waarbij P wordt berekend door het getal 100 te verminderen
met het getal van het hoogste tarief, bedoeld in kolom IV van artikel 2.10 van de
Wet inkomstenbelasting 2001.
3 Het kamerlid aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend
wegens zwangerschap en bevalling of ziekte ontvangt een onkostenvergoeding ter hoogte
van de helft van het in het eerste lid genoemde bedrag. Het tweede lid is van overeenkomstige
toepassing.
4 Het bedrag, genoemd in het eerste lid, wordt per 1 januari van elk jaar door Onze
Minister gewijzigd aan de hand van de consumentenprijsindex, geldend voor de maand
september van het voorafgaande jaar.