Besluit vakbekwaamheidseisen assurantiebemiddelingsbedrijf

[Regeling vervallen per 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 13-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-08-2003 en zichtdatum 10-11-2024.
Geldend van 29-03-2000 t/m 31-12-2005

Besluit van 15 maart 1991, tot uitvoering van artikel 4, eerste en achtste lid, van de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 21 december 1990, no. BGW90-3292, Generale Thesaurie, Directie Binnenlands Geldwezen, Afdeling Verzekeringswezen;

Gelet op artikel 4, eerste en achtste lid, van de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf;

Gezien het advies van de Sociaal-Economische Raad;

De Raad van State gehoord (advies van 6 februari 1991, no. W06.90.0659);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 11 maart 1991, no. BGW 91-539;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

De vakbekwaamheidseisen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf (Stb. 1991, 78) omvatten:

  • I. Algemeen

    • - grondige kennis van het algemene verzekeringsrecht en de toepassing daarvan;

    • - grondige kennis van algemene verzekeringstechniek en algemene polisbepalingen en de toepassing daarvan;

    • - kennis van het stelsel van sociale zekerheid;

    • - kennis van het algemeen burgerlijk recht en de wijze waarop een civiele procedure en een strafproces verlopen;

    • - kennis van het verbintenissenrecht;

    • - globale kennis van de belastingwetgeving;

    • - kennis van de hoofdlijnen van herverzekering en reserveren;

    • - globale kennis van preventiemaatregelen;

    • - grondige kennis van de bedrijfsorganisaties, de belangenverenigingen en de samenwerkingsverbanden;

    • - kennis van het wettelijk toezicht en het vrijwillig toezicht;

    • - kennis van de rechtspositie van de tussenpersoon;

    • - kennis van gedragsregels voor verzekeraars en tussenpersonen;.

  • II. Brandverzekering

    • - globale kennis van de brandverzekeringsmarkt;

    • - grondige kennis van de verschillende vormen van brandverzekering en de toepassing daarvan;

    • - grondige kennis van de uitgebreide gevarenverzekeringen en de toepassing daarvan;

    • - kennis van risicofactoren en preventiemaatregelen;

    • - kennis van de belangrijkste tariefovereenkomsten en calculatiemodellen;

    • - kennis van de wijze van schaderegeling;.

  • III. Transportverzekering

    • - kennis van leverings- en vervoerscondities;

    • - globale kennis van het vervoersrecht;

    • - grondige kennis van de verschillende vormen van goederentransportverzekering en de toepassing daarvan;

    • - grondige kennis van de verzekering van landmateriaal en binnenvaartschepen;

    • - globale kennis van transportverzekeringen op andere dan Nederlandse condities;

    • - grondige kennis van de pleziervaartuigverzekering;

    • - kennis van de wijze van schaderegeling;.

  • IV. Variaverzekering

    • - kennis van de sociale verzekeringen voor zover relevant voor de particuliere medische variaverzekering;

    • - grondige kennis van de ziektekosten-, de ongevallen- en de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de toepassing daarvan;

    • - grondige kennis van het aansprakelijkheidsrecht en wettelijke verplichtingen voor aansprakelijkheidsverzekeringen;

    • - grondige kennis van de aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren en bedrijven en de toepassing daarvan;

    • - kennis van andere algemene aansprakelijkheidsverzekeringen;

    • - grondige kennis van motorrijtuigverzekeringen en de toepassing daarvan;

    • - kennis van andere vormen van variaverzekering;

    • - kennis van de wijze van schaderegeling;.

  • V. Levensverzekering

    • - kennis van de sociale verzekeringen voor zover relevant voor de levensverzekering;

    • - kennis van de grondslagen en begrippen bij levensverzekering;

    • - grondige kennis van de belangrijkste vormen van levensverzekering en de toepassing daarvan;

    • - grondige kennis van de uit een levensverzekeringsovereenkomst voortvloeiende rechten;

    • - kennis van de belastingwetgeving voor zover relevant voor de levensverzekering;

    • - kennis van de wet en regelgeving ten aanzien van pensioenen;

    • - kennis van het huwelijksvermogensrecht, het erfrecht en het faillissementsrecht voor zover relevant voor de levensverzekering;.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

De vakbekwaamheidseisen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf omvatten:

  • I. Algemeen

    • - kennis van het algemene verzekeringsrecht;

    • - kennis van algemene verzekeringstechniek en algemene polisbepalingen;

    • - globale kennis van het stelsel van sociale zekerheid;

    • - globale kennis van het algemeen burgerlijk recht en de wijze waarop een civiele procedure en een strafproces verlopen;

    • - kennis van de bedrijfsorganisaties, de belangenverenigingen en de samenwerkingsverbanden;

    • - kennis van het wettelijk toezicht en het vrijwillig toezicht;

    • - kennis van de rechtspositie van de tussenpersoon;

    • - kennis van de gedragsregels voor verzekeraars en tussenpersonen;.

  • II. Brandverzekering

    • - grondige kennis van de inboedel- en opstalverzekering voor particulieren en de toepassing daarvan;

    • - kennis van inventaris-, goederen- en opstalverzekering voor bedrijven;

    • - kennis van bedrijfsschadeverzekeringen;

    • - kennis van de wijze van schaderegeling;.

  • III. Transportverzekering

    • - globale kennis van leverings- en vervoerscondities;

    • - kennis van goederentransportverzekering en de toepassing daarvan;

    • - kennis van de verzekering van landmateriaal en binnenvaartschepen;

    • - kennis van de pleziervaartuigverzekering;.

  • IV. Variaverzekering

    • - kennis van de sociale verzekeringen voor zover relevant voor de particuliere medische variaverzekering;

    • - kennis van de ziektekosten-, de ongevallen- en de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de toepassing daarvan;

    • - kennis van het aansprakelijkheidsrecht en wettelijke verplichtingen voor aansprakelijkheidsverzekeringen;

    • - kennis van de hoofdlijnen van de aansprakelijkheidsverzekeringen voor particulieren en bedrijven en de toepassing daarvan;

    • - globale kennis van andere algemene aansprakelijkheidsverzekeringen;

    • - kennis van motorrijtuigverzekeringen en de toepassing daarvan;

    • - globale kennis van andere vormen van variaverzekering;

    • - kennis van de wijze van schaderegeling;.

  • V. Levensverzekering

    • - kennis van sociale verzekeringen voor zover relevant voor de levensverzekering;

    • - globale kennis van de grondslagen en begrippen bij levensverzekering;

    • - kennis van de belangrijkste vormen van levensverzekering en de toepassing daarvan;

    • - kennis van de uit een levensverzekeringsovereenkomst voortvloeiende rechten;

    • - globale kennis van de belastingwetgeving voor zover relevant voor levensverzekering;

    • - kennis van pensioenverzekeringen;

    • - kennis van de wet en regelgeving ten aanzien van pensioenen;

    • - kennis van het huwelijksvermogensrecht, het erfrecht en het faillissementsrecht voor zover relevant voor de levensverzekering.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Van het voldoen aan de in artikel 1 bedoelde eisen kan blijken uit het bezit van het diploma Assurantiebemiddeling A, afgegeven door of namens Onze Minister van Financiën.

  • 2 Van het voldoen aan de in artikel 2 bedoelde eisen kan blijken uit het bezit van het diploma Assurantiebemiddeling B, afgegeven door of namens Onze Minister van Financiën.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Onze Minister van Financiën kan de organisatie van de examens, nodig ter verkrijging van de diploma's Assurantiebemiddeling A en B, alsook de vaststelling van de examenopgaven, in handen leggen van een of meer instanties op het gebied van het verzekeringsbedrijf. Onze Minister van Financiën kan regels stellen, waaraan de organisatie van deze examens moet voldoen.

  • 2 De op grond van het eerste lid aangewezen instantie of instanties is danwel zijn verplicht alle examenopgaven en de overigens voor de examens te stellen normen vooraf ter instemming voor te leggen aan een door Onze Minister van Financiën te benoemen commissie. Onze Minister van Financiën kan voor deze commissie een instructie vaststellen.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

De navolgende algemene maatregelen van bestuur, tot uitvoering van de Wet Assurantiebemiddeling (Stb. 1952, 34) worden per 1 april 1991 ingetrokken:

Besluit van 11 december 1954 (Stb. 538);

Besluit van 11 december 1954 (Stb. 539);

Besluit van 11 december 1954 (Stb. 541);

Besluit van 30 september 1955 (Stb. 468);

Besluit van 23 augustus 1956 (Stb. 485);

Besluit van 6 maart 1959 (Stb. 88);

Besluit van 14 september 1962 (Stb. 354);

Besluit van 26 juni 1964 (Stb. 283);

Besluit van 26 juni 1964 (Stb. 284).

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit vakbekwaamheidseisen assurantiebemiddelingsbedrijf.

Lasten en bevelen dat dit besluit met daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage, 15 maart 1991

Beatrix

De Minister van Financiën,

W. Kok

Uitgegeven de zesentwintigste maart 1991

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin