Wet van 6 juni 1991, tot wijziging van de Kadasterwet en van enige andere wetten en
regeling van het overgangsrecht in verband met de inwerkingtreding van de Kadasterwet
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is met het oog op de inwerkingtreding
van de Kadasterwet (Stb. 1989, 186) daarin enkele wijzigingen aan te brengen, regels van overgangsrecht vast
te stellen en enkele wettelijke voorschriften te wijzigen of in te trekken;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: