Wijzigingsbesluit Algemeen Rijksambtenarenreglement, enz. betreffende vakantie

Toekomstige wijziging(en) op 16-11-1991. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 04-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2005 en zichtdatum 03-12-2024.
Geldend van 11-07-1991 t/m heden

Besluit van 1 juli 1991, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, het Arbeidsovereenkomstenbesluit en het Ambtenarenreglement Staten-Generaal betreffende vakantie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 7 mei 1991, nr. AB91/29/U2, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Arbeidsvoorwaarden, afdeling Algemene Arbeidsvoorwaarden en Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 125, eerste lid en 134, eerste lid van de Ambtenarenwet 1929;

De Raad van State gehoord, advies van 26 juni 1991, nr. W04.91.0256;

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 27 juni 1991, nr. AB91/263, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Arbeidsvoorwaarden, afdeling Arbeidsverhoudingen en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel VII

De op de datum voor inwerkingtreding van dit besluit bestaande aanspraken op vakantie worden berekend over de periode tot aan de inwerkingtreding van dit besluit en samengevoegd met de aanspraken op vakantie berekend over de periode na inwerkingtreding van dit besluit. Indien de vakantieaanspraak in dagen werd uitgedrukt geldt bij de samenvoeging een omrekeningsfactor van 8 uur per dag indien voor betrokkene een volledige werktijd van 38 per week, dan wel indien voor betrokkene een onvolledige werktijd gold en hij op gemiddeld minder dan vijf dagen per week 8 uur per dag dienst verrichtte. Bij onvolledige werktijd anders dan in de vorige zin bedoeld, geldt een aan de omvang van die werktijd gerelateerde evenredige omrekeningsfactor.

Artikel VIII

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van plaatsing in het Staatsblad en werkt wat betreft onderdeel A van de artikelen I, III en V terug tot en met 1 januari 1991 en wat betreft onderdeel B van de artikelen I, III en V tot en met 1 juli 1990.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat afschrift daarvan zal worden gezonden aan de Raad van State en aan de Algemene Rekenkamer.

's-Gravenhage, 1 juli 1991

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken,

C. I. Dales

Uitgegeven de negende juli 1991

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin