Hoofdstuk VIII. Dwang- en strafbepalingen
Indien toepassing van bestuursdwang ter handhaving van de bij of krachtens deze wet
gegeven voorschriften leidt tot het slopen van een bouwwerk, worden de overblijvende
materialen door burgemeester en wethouders in het openbaar verkocht, tenzij, naar
redelijkerwijs is te verwachten, bij onderhandse verkoop een hogere opbrengst kan
worden verkregen. De opbrengst wordt, na aftrek van de kosten van het slopen en van
de verkoop, aan de rechthebbende uitgekeerd.
Degene, die wederrechtelijk het kenteken, bedoeld in artikel 31, wegneemt, vernielt of beschadigt, wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie.
Overtreding van de artikelen 21, eerste lid, 32, 34, derde lid, 36, derde lid, 42, 43 of 45, zesde lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste vier maanden of geldboete van de tweede
categorie.
Overtreding van artikel 40 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde
categorie.
Overtreding van de artikelen 60 of 61 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste vier maanden of geldboete van de derde
categorie.
-
1 Behoudens het tweede lid, wordt overtreding van voorschriften, die ter uitvoering
van deze wet zijn gegeven, voor zover de overtreding van die voorschriften uitdrukkelijk
als strafbaar feit is aangeduid, gestraft met hechtenis van ten hoogste vier maanden
of geldboete van de derde categorie.
-
2 Overtreding van een krachtens artikel 120 gegeven voorschrift, voor zover de overtreding van dat voorschrift uitdrukkelijk
als strafbaar feit is aangeduid, is een economisch delict in de zin van de Wet op de economische delicten en wordt opgespoord, vervolgd en berecht overeenkomstig die wet.
Ambtenaren, belast met de opsporing van delicten als bedoeld in artikel 112, kunnen, indien een bouwwerk als bedoeld in artikel 103, eerste lid, wordt uitgevoerd zonder of in afwijking van de in dat lid bedoelde toestemming,
vorderen dat het werk wordt stilgelegd. Zo nodig leggen zij deze vordering met behulp
van de sterke arm ten uitvoer.
Hoofdstuk IX. Slot- en overgangsbepalingen
-
2 Op de gezamenlijke voordracht van Onze Minister en van Onze Minister die het mede
aangaat, kan bij koninklijk besluit worden bepaald, dat deze wet niet van toepassing
is op een in dat besluit aan te wijzen werk ten behoeve van de landsverdediging.
Artikel 117
[Vervallen per 01-01-1994]
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften worden gegeven
met het oog op de nakoming van voor Nederland verbindende internationale verplichtingen
die betrekking hebben op of samenhangen met onderwerpen waarin bij of krachtens deze
wet is voorzien.
De bevoegdheid, de gemeenteraad toekomende overeenkomstig artikel 149 van de Gemeentewet, mag niet worden uitgeoefend ten aanzien van de onderwerpen waarin is voorzien bij
of krachtens de algemene maatregelen van bestuur, bedoeld in:
De gemeente kan geen rechtshandelingen naar burgerlijk recht verrichten ten aanzien
van de onderwerpen waarin bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld
in artikel 2, en in hoofdstuk IV van deze wet is voorzien.
Ten aanzien van het onderwerp waarin de aansluitvoorwaarden voorzien, voor zover daarnaar
met toepassing van artikel 3, tweede lid, is verwezen, kunnen geen andere voorschriften van bouwtechnische aard worden gesteld.
[Red: Wijzigt de Woningwet 1962.]
De intrekking van de Woningwet van 12 juli 1962 heeft geen gevolgen voor de geldigheid van de krachtens die wet bij koninklijk besluit
dan wel door Onze Minister gegeven voorschriften, tenzij krachtens deze wet anders
is bepaald.
-
1 Gedurende ten hoogste een jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van hoofdstuk II, afdeling 2, blijft de op grond van de Woningwet van 12 juli 1962 geldende gemeentelijke bouwverordening, voor zover deze niet in strijd is met de
bij of krachtens deze wet gegeven voorschriften, van kracht en geldt deze als de bouwverordening,
genoemd in artikel 8.
-
1 Verzoeken om toestemming als bedoeld in artikel 46 van de Woningwet van 12 juli 1962, alsmede enig beroep, ingesteld tegen een beslissing omtrent een dergelijk verzoek,
worden afgedaan overeenkomstig genoemde wet. Verzoeken als bedoeld in dit lid, gelden
als aanvragen om vergunning als bedoeld in artikel 61.
-
1 Aanvragen om woonvergunning als bedoeld in artikel 55 van de Woningwet van 12 juli 1962, alsmede enig beroep, ingesteld tegen een beslissing omtrent een dergelijke aanvraag,
worden afgedaan overeenkomstig genoemde wet. Aanvragen als bedoeld in dit lid, gelden
als aanvragen om woonvergunning als bedoeld in artikel 60.
Overtredingen van bij of krachtens de Woningwet van 12 juli 1962 gegeven voorschriften worden afgedaan overeenkomstig genoemde wet.
Een overeenkomstig de Woonwagenwet op een standplaats geplaatste woonwagen dan wel
een woonwagen waarvan de plaatsing op een standplaats wordt gedoogd op het tijdstip
van inwerkingtreding van deze wet, is een woonwagen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, tot het tijdstip waarop die woonwagen wordt vervangen.
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
De Wederopbouwwet (Stb. 1950, 236) wordt ingetrokken.
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Artikel 139
[Vervallen per 01-03-1999]
De Wet van 11 maart 1978, houdende wijziging van de Woningwet inzake aanschrijving
tot verbetering van woningen (Stb. 143) wordt ingetrokken.
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
De Wet geldelijke steun woonwagens (Stb. 1986, 264) wordt ingetrokken.
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Waar in voorschriften, gegeven bij of krachtens een andere wet dan de in de artikelen 149 tot en met 151 genoemde, wordt verwezen naar een artikel in de Woningwet van 12 juli 1962, wordt deze verwijzing geacht te zijn geschied naar de overeenkomstige bepalingen
in deze wet.
-
2 Bij het in het eerste lid bedoelde besluit kan, voor zover dat besluit voorziet in
gedeeltelijke inwerkingtreding van deze wet, in afwijking in zoverre van artikel 124 worden bepaald dat verschillende artikelen of onderdelen van artikelen van de Woningwet van 12 juli 1962 van kracht blijven.
-
3 Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste of tweede lid, kan in hetgeen met
het oog op het in werking treden dan wel in stand blijven van de desbetreffende artikelen
of onderdelen daarvan regeling behoeft, worden voorzien bij algemene maatregel van
bestuur.