Regeling vermindering bezoldiging bij nevenwerk tijdens diensttijd

Geraadpleegd op 27-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2006.
Geldend van 02-02-2002 t/m heden

Regeling vermindering bezoldiging bij nevenwerk tijdens diensttijd

De Minister van Binnenlandse Zaken,

Gelet op de artikelen 33e van het Algemeen Rijksambtenarenreglement (Stb. 1931, 248), 30g van het Arbeidsovereenkomstenbesluit (Stb. 1931, 354) en 61 van het Ambtenarenreglement Staten-Generaal (Stb. 1979, 123);

Besluit:

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a. belanghebbende:

de ambtenaar in de zin van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en de ambtenaar in de zin van het Ambtenarenreglement Staten-Generaal;

b. nevenwerk:

werkzaamheden die de belanghebbende buiten zijn functie verricht.

Artikel 2

Indien aan de belanghebbende buitengewoon verlof wordt verleend voor het verrichten van nevenwerk, wordt over de genoten verlofuren geen bezoldiging of loon genoten.

Artikel 3

Indien het bevoegd gezag van oordeel is dat het nevenwerk overwegend in het algemeen belang wordt verricht, wordt de vermindering van bezoldiging of loon beperkt tot hetgeen de belanghebbende voor het nevenwerk aan geldelijke of op geld waardeerbare beloning ontvangt of geacht kan worden te ontvangen voor de met het verlof overeenkomende uren.

Artikel 4

  • 1 Deze regeling, waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer, treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1991.

  • 2 Deze regeling kan aangehaald worden als de Regeling vermindering bezoldiging bij nevenwerk tijdens diensttijd.

's-Gravenhage, 3 oktober 1991

De

Minister

van Binnenlandse Zaken,
voor deze,
de

directeur-generaal management en personeelsbeleid

,

H. A. P. M. Pont