Besluit van 17 oktober 1991, houdende regels ter uitvoering van artikel 26, eerste,
tweede, derde en vierde lid, van de Wet op het consumentenkrediet
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 8 april, nr. 91030255
WJA/W, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Financiën;
Gelet op de artikelen 26, eerste, tweede, derde en vierde lid en 64 van de Wet op het consumentenkrediet (Stb. 1990, 395);
Gehoord de Adviescommissie consumentenkrediet;
De Raad van State gehoord (advies van 26 september 1991, nr. W10.91.0186);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 7 oktober
1991, nr. 91088009 WJA/W, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Financiën;
Hebben goedgevonden en verstaan: