Stb. 2010, 871, datum inwerkingtreding 01-01-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-04-2010.
1 Bij toepassing van artikel 52, tweede lid, onderdelen a tot en met d en, voor zover
het een geregistreerde geadresseerde betreft, onderdeel e, en derde lid, onderdelen
a, b, c, d en f, wordt in afwijking van artikel 53, eerste lid, en van artikel 10,
tweede lid, en artikel 19, derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
uiterlijk op de dag na het in artikel 52, tweede lid, onderdelen a tot en met e, en
derde lid, onderdelen a, b, c, d en f, bedoelde tijdstip de accijns op aangifte voldaan.
2 In afwijking in zoverre van het eerste lid doet de geregistreerde geadresseerde aangifte
van de in een week op de voet van artikel 52, tweede lid, onderdelen c en e, verschuldigd
geworden accijns uiterlijk op de vrijdag van de week daaropvolgend. De verschuldigd
geworden accijns wordt op aangifte voldaan.
3 In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt bij toepassing van artikel 52, derde
lid, onderdeel f, de accijns op aangifte voldaan binnen één maand na het in artikel
52, derde lid, onderdeel f, bedoelde tijdstip.