Subsidieregeling dienstverlening voor oorlogsgetroffenen

[Regeling vervallen per 01-07-2011.]
Geraadpleegd op 30-10-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 21-01-2005.
Geldend van 23-04-1995 t/m 30-06-2011

Subsidieregeling dienstverlening voor oorlogsgetroffenen

De minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur;

Overwegende, dat het wenselijk is de subsidieverlening voor de door de begeleidende instellingen op grond van de onderscheiden wetten voor oorlogsgetroffenen uit te voeren taken en de immateriële dienstverlening in een regeling vast te leggen;

Gelet op artikel 31, zesde lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 (Stb. 1991, 621);

Besluit:

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

Voor toepassing van het bij deze regeling bepaalde wordt verstaan onder:

a. de minister:

de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur;

b. een oorlogsgetroffene:

een persoon die tot één van de wetten voor oorlogsgetroffenen is toegelaten, dan wel op grond van één van die wetten een aanvraag heeft ingediend welke nog in behandeling is;

c. de wetten voor oorlogsgetroffenen:

de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945, Wet buitengewoon pensioen zeeliedenoorlogsslachtoffers, Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 en de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945;

d. instelling:

een privaatrechtelijke rechtspersoon die één of meerdere activiteiten als bedoeld in artikel 2 respectievelijk artikel 3 verricht.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

De minister verleent subsidie in de kosten van de volgende, bij de wetten voor oorlogsgetroffenen geregelde, activiteiten:

  • a. rapportage, waaronder verstaan wordt het opstellen van ingevolge de wetten voor oorlogsgetroffenen voorgeschreven sociale en verzetsrapporten en verzets- en waardigheidsverklaringen, noodzakelijk voor de toekenning van rechten op grond van die wetgeving;

  • b. uitbetaling, waaronder verstaan wordt de administratieve uitvoering van beslissingen tot toekenning van rechten aan in Nederland woonachtige personen op grond van de Wet buitengewoon pensioen 1940–194.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

De minister kan subsidie verlenen in de kosten van de volgende activiteiten:

  • a. maatschappelijk werk, waaronder verstaan wordt het bieden van hulp door middel van concrete en informatieve hulpverlening, psycho-sociale hulpverlening, signalering en preventie aan oorlogsgetroffenen, alsmede het ondersteunen van zelfhulp- en gespreksgroepen ten behoeve van de kinderen van oorlogsgetroffenen;

  • b. steunfunctie, waaronder verstaan wordt informatie en advies, deskundigheidsbevordering, voorlichting, onderzoek en documentatie op het terrein van oorlogsgetroffenen, alsmede ondersteuning van vrijwilligersorganisaties respectievelijk zelfhulp en gespreksgroepen ten behoeve van oorlogsgetroffenen respectievelijk hun kinderen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

Aan het verlenen van subsidie of voorschotten daarop kan geen aanspraak worden ontleend bij een volgende subsidieaanvraag.

Paragraaf 2. Subsidievoorwaarden

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

De activiteiten als bedoeld in artikel 2 komen slechts voor subsidie in aanmerking indien de instelling:

  • a. een privaatrechtelijke rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid is en noch direct noch indirect beoogt winst te maken;

  • b. voldoet aan het bepaalde in deze regeling.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

De activiteiten als bedoeld in artikel 3 komen slechts voor subsidie in aanmerking indien de instelling:

  • a. een privaatrechtelijke rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid is en noch direct noch indirect beoogt winst te maken;

  • b. naar het oordeel van de minister de behoefte aan subsidie heeft aangetoond;

  • c. aannemelijk heeft gemaakt dat de financiële middelen met inbegrip van subsidie voldoende zijn om de voorgenomen activiteiten uit te voeren;

  • d. een zodanige werkwijze toepast dat redelijkerwijs mag worden verwacht dat de door de instelling gestelde doeleinden zullen worden bereikt;

  • e. voldoet aan het bepaalde in deze regeling.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

Subsidie voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten wordt slechts verleend voor zover de wetgever de nodige gelden heeft toegestaan.

Paragraaf 3. Subsidiegrondslag

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

Het subsidie voor de uitvoering van een activiteit bestaat uit de werkelijke kosten tot een door de minister vastgesteld maximum.

Paragraaf 4. Subsidievoorschriften

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

  • 1 De instelling die subsidie verlangt, dient tijdig vóór de aanvang van de activiteiten een gemotiveerde, door het bestuur ondertekende aanvraag in bij de minister. Indien de aanvraag betrekking heeft op een boekjaar, wordt onder tijdig verstaan ten minste drie maanden vóór de aanvang van het boekjaar.

  • 2 De aanvraag is vergezeld van een begroting en, voor zover het de in artikel 3 bedoelde activiteiten betreft, een werkplan.

  • 3 De begroting geeft inzicht in aard, omvang, baten en lasten van de verschillende in artikel 2 respectievelijk artikel 3 bedoelde activiteiten en de hierop betrekking hebbende produktiegegevens, voor zover zij door de instelling worden uitgevoerd. Waar nodig is de begroting voorzien van een postgewijze toelichting. Indien de aanvraag betrekking heeft op een boekjaar, bevat de begroting zowel de baten en lasten van de instelling als geheel als de baten en lasten van elk te onderscheiden activiteit van de instelling.

  • 4 De minister kan voorschriften geven ten aanzien van de inrichting van de aanvraag en van de begroting. De begroting wordt ingericht overeenkomstig het in de bijlage vastgestelde model.

  • 5 In het werkplan worden de aard en omvang van de in artikel 3 bedoelde en door de instelling uit te voeren activiteiten beschreven en wordt de behoefte daaraan aannemelijk gemaakt. Tevens wordt aangegeven welke doelstelling de instelling daarmee nastreeft, op welke wijze de activiteiten zullen worden uitgevoerd en voor welke groepen deze zijn bestemd.

  • 6 Bij de aanvraag van het subsidie worden tevens overgelegd:

    • a. een gewaarmerkt afschrift van de oprichtingsakte of de statuten;

    • b. een gewaarmerkt afschrift waaruit de inschrijving van de instelling in een openbaar register blijkt;

    • c. een volledig overzicht van de financiële toestand van de instelling op het tijdstip van de aanvraag.

  • 7 Overlegging van de in het zesde lid bedoelde stukken kan achterwege blijven, indien zij bij een eerdere gelegenheid aan de minister zijn toegezonden en er geen wijzigingen zijn opgetreden, die de minister niet zijn medegedeeld.

  • 8 De statuten mogen geen bepalingen bevatten, die strijdig zijn met deze regeling.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

  • 1 De minister deelt zijn beslissing op de aanvraag schriftelijk aan de instelling mede.

  • 2 Indien de beslissing een toezegging inhoudt, vermeldt hij het bedrag dat ten hoogste als subsidie kan worden verleend.

  • 3 Een beslissing als bedoeld in het tweede lid kan, onder opgave van redenen, schriftelijk worden ingetrokken of gewijzigd indien niet meer wordt voldaan aan het bepaalde in deze regeling dan wel hetgeen overigens bij of krachtens de wet is bepaald dan wel indien de instelling daarom verzoekt. De betrokken instelling wordt in de gelegenheid gesteld ter zake te worden gehoord voordat de beslissing wordt genomen.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

  • 1 Nadat subsidie is toegezegd, worden voorschotten verstrekt.

  • 2 Een voorschot op een toegezegd subsidie wordt slechts besteed voor de kosten die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie is toegezegd.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

  • 1 Indien subsidie is toegezegd voor een boekjaar, worden binnen drie maanden na afloop van dat boekjaar een door het bestuur ondertekende jaarrekening en een verslag van activiteiten bij de minister ingediend.

  • 2 Indien het subsidie is toegezegd anders dan voor een boekjaar, worden binnen drie maanden na de uitvoering van de activiteiten een door het bestuur ondertekende financiële verantwoording en een verslag van activiteiten bij de minister ingediend.

  • 3 De minister kan voorschriften geven ten aanzien van de inrichting van de jaarrekening, de financiële verantwoording en het verslag van de activiteiten.

  • 4 Onder jaarrekening wordt verstaan de balans en de exploitatierekening alsmede de toelichting op deze stukken.

  • 5 De balans met de toelichting geeft getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte van het vermogen en zijn samenstelling in actief en passiefposten op het einde van het boekjaar weer.

  • 6 De exploitatierekening met de toelichting geeft getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte van het resultaat van het boekjaar en zijn afleiding uit de posten van baten en lasten weer. Tevens wordt inzicht gegeven in de produktiegegevens van de door de instelling in het boekjaar uitgevoerde activiteiten als bedoeld in artikel 2 respectievelijk artikel 3.

  • 7 Bij de samenstelling van de jaarrekening wordt een bestendige gedragslijn gevolgd. De jaarrekening sluit aan op de ingediende begroting. Bij iedere post van de jaarrekening wordt zoveel mogelijk het bedrag van het voorafgaande boekjaar vermeld. In de toelichting worden de waarderingsgrondslagen van actief- en passiefposten vermeld. Vaste activa worden gewaardeerd op basis van de aanschaffingsprijzen.

  • 8 De jaarrekening wordt ingericht overeenkomstig het in de bijlage vastgestelde model.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

  • 1 De jaarrekening is voorzien van een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 2 De accountant rapporteert tevens omtrent de naleving door de instelling van de voorschriften die de minister aan het verlenen van het subsidie heeft verbonden. Door de minister kunnen nadere aanwijzingen worden gegeven met betrekking tot de financiële controle op de naleving van de subsidievoorwaarden.

  • 3 Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing, indien de voor het boekjaar begrote exploitatielasten minder bedragen dan f 500.00,– en het totaal van de toegezegde subsidies met betrekking tot dat jaar minder bedraagt dan f 250.000,–.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

Het verslag van activiteiten geeft een duidelijk inzicht in de aard en de omvang van de activiteiten die in de verantwoordingsperiode zijn ontplooid. Het verslag bevat een vergelijking van die activiteiten met de voorgenomen activiteiten.

Paragraaf 5. Vaststelling van het subsidie

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

  • 2 Indien door of namens de instelling onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt of indien de in deze regeling vervatte voorschriften of andere voorschriften die de minister aan het verlenen van het subsidie heeft verbonden niet zijn nageleefd, kan de minister de toezegging wijzigen dan wel intrekken, het verstrekken van voorschotten opschorten en de vaststelling van het subsidie wijzigen.

  • 3 De instelling stort teveel ontvangen voorschotten terstond terug, tenzij de minister tot verrekening op andere wijze heeft besloten.

Paragraaf 6. Overige bepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

De instelling doet zo spoedig mogelijk onder overlegging van de relevante stukken schriftelijk mededeling aan de minister, indien:

  • a. de statuten worden gewijzigd;

  • b. er zich omstandigheden voordoen die van invloed kunnen zijn op de beslissing omtrent (de hoogte van) het subsidie.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

  • 1 De instelling verzekert haar burgerrechtelijke aansprakelijkheid tegenover derden voor een som van ten minste één miljoen gulden per gebeurtenis en per geval.

  • 2 De instelling verzekert haar onroerende goederen tegen brandschade naar herbouwwaarde.

  • 3 De instelling verzekert haar roerende goederen tegen brandschade en diefstal.

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

De instelling zorgt ervoor dat de door de instelling gestelde doeleinden op doelmatige wijze worden nagestreefd en de werkzaamheden dienovereenkomstig worden geregeld, dat een goed beleid en beheer wordt gevoerd, dat het subsidie op doelmatige wijze wordt gebruikt voor de doeleinden waarvoor het wordt verleend en dat alle voorschriften die de minister aan het verlenen van het subsidie verbindt, worden nageleefd.

Artikel 19

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

  • 1 De instelling zorgt ervoor dat de administratie op overzichtelijke en doelmatige wijze wordt gevoerd en dat de administratie een juist, volledig en actueel beeld geeft van het functioneren van de instelling.

  • 2 Het boekjaar van de instelling valt samen met het kalenderjaar.

  • 3 Voor alle ontvangsten en uitgaven zijn deugdelijke bewijsstukken aanwezig, waaruit de aard en de omvang van de geleverde goederen of van de verrichte diensten duidelijk blijken.

  • 4 De administratie en de daarbij behorende bewijsstukken worden ten minste gedurende tien jaar bewaard.

  • 5 De minister kan voorschriften geven ten aanzien van de inrichting van de administratie.

Artikel 20

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

  • 1 Indien het verlenen van subsidie heeft bijgedragen tot het verwerven van eigendommen of anderszins tot de vorming van vermogen, is de instelling aan het Rijk een door de minister te bepalen vergoeding verschuldigd bij ontvangst van schadevergoeding voor verlies of beschadiging van eigendommen, bij wijziging van de bestemming van eigendommen, bij vervreemding van eigendommen, bij beëindiging van de activiteiten, bij beëindiging van de activiteiten en bij ontbinding van de instelling. In voorkomende gevallen doet de instelling zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan de minister.

  • 2 Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van de eigendommen en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat ingeval van ontvangst van schadevergoeding voor verlies of beschadiging van eigendommen wordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding door de instelling wordt ontvangen. Indien het onroerend goed betreft, geschiedt de waardebepaling door één of drie onafhankelijke deskundigen.

  • 3 Toepassing van het eerste lid, eerste volzin, blijft achterwege, indien de activiteiten van de instelling, na toestemming van de minister, door een andere rechtspersoon worden voortgezet en de activa en passiva tegen boekwaarde aan die andere rechtspersoon in eigendom zijn overgedragen.

Artikel 21

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

  • 1 De instelling die aan derden goederen ter beschikking stelt of voor derden diensten verricht, brengt een vergoeding in rekening die ten minste kostendekkend is.

  • 2 De vergoeding die de instelling betaalt aan een organisatie die zich de ondersteuning van één of meer gesubsidieerde activiteiten ten doel stelt, voor door die organisatie aan de instelling ter beschikking gestelde goederen, is niet hoger dan het bedrag dat op grond van de historische kostprijs berekend wordt, rekening houdend met de voor de instelling geldende afschrijvingspercentages.

  • 3 De vergoeding die de instelling betaalt aan een organisatie die zich de ondersteuning van één of meer gesubsidieerde instellingen ten doel stelt, voor door die organisatie aan de instelling geleverde diensten is, indien het diensten betreft die in het algemeen door soortgelijke instellingen in eigen beheer worden verricht, niet hoger dan het bedrag dat gelijk is aan de kosten die de instelling zou hebben gehad bij het verrichten van de diensten in eigen beheer.

  • 4 De vergoeding die de instelling betaalt aan een organisatie die zich de ondersteuning van één of meer gesubsidieerde instellingen ten doel stelt, voor door die organisatie aan de instelling geleverde diensten, is voor andere dan de in het derde lid bedoelde diensten niet hoger dan het bedrag dat voor het doen verrichten van dergelijke diensten door andere dan dergelijke organisaties gebruikelijk kan worden geacht.

Artikel 22

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

  • 1 De instelling verstrekt aan de door de minister aangewezen ambtenaren of andere personen alle bescheiden en inlichtingen die noodzakelijk zijn voor een juiste vervulling van hun taak. De bescheiden worden op één adres getoond en de inlichtingen op verzoek schriftelijk verstrekt.

  • 2 Ook anderszins wordt zo veel mogelijk medewerking verleend ten einde de door de minister aangewezen ambtenaren of andere personen in staat te stellen hun taak op een juiste wijze te vervullen.

  • 3 De instelling werkt mee aan door of namens de minister ingestelde onderzoekingen die erop zijn gericht de minister inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling van het beleid.

  • 4 Indien bij de minister het vermoeden is gerezen dat het bepaalde in artikel 21, tweede tot en met vierde lid, niet is nageleefd, spant de instelling zich desgevraagd in, de jaarrekening van de desbetreffende organisatie over te leggen.

Paragraaf 7. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

Artikel 23

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

De minister kan van deze regeling afwijken indien daar dringende redenen voor zijn en stringente toepassing van deze regeling naar zijn oordeel tot kennelijke onbillijkheden zou leiden.

Artikel 24

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 1990. Zij kan worden aangehaald als Subsidieregeling dienstverlening voor oorlogsgetroffenen.

Afschrift van dit besluit, dat in de Staatscourant zal worden gepubliceerd, wordt gezonden aan de Algemene Rekenkamer.

De

minister

van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,
De

Minister

van

Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur

,

H. d' Ancona