Wet van 12 december 1991, tot wijziging van het fiscale regime voor onderhoudsvoorzieningen
en spaarvormen alsmede van het fiscale regime voor verzekeraars en de directiepensioenlichamen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, in het licht van de maatschappelijke
ontwikkelingen met betrekking tot onderhoudsvoorzieningen en spaarvormen, wenselijk
is te komen tot een herziening van de belastingheffing ter zake van lijfrenten en
kapitaalverzekeringen en voorts dat het wenselijk is te komen tot een herziening van
het fiscale regime voor de instellingen waarbij dergelijke voorzieningen worden ondergebracht;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: