Besluit wachttijd bijzondere ziektekostenverzekering

[Regeling vervallen per 01-01-2015.]
Geraadpleegd op 24-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2002 en zichtdatum 17-12-2024.
Geldend van 02-05-2001 t/m 31-03-2003

Besluit van 19 december 1991, houdende vaststelling van een wachttijd ten aanzien van aanspraken op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 10 september 1991, DGVGZ/VMP-419 257;

Gelet op artikel 6, zesde lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (Stb. 1990, 176);

Gezien de adviezen van de Ziekenfondsraad van 27 januari 1983, nr. SVV/1771 en van 24 mei 1984, nr. SVV/VERZ/12 726;

De Raad van State gehoord (advies van 29 november 1991, nr. W13.91 0496);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 18 december 1991, DGVGZ/VMP/VVU-91698;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Degene die, komend vanuit het buitenland, in Nederland is gaan wonen en als gevolg daarvan verzekerd is geworden in de zin van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten heeft gedurende de eerste twaalf maanden na het tijdstip waarop hij zich in Nederland heeft gevestigd, geen aanspraak op intramurale zorg, als bedoeld in de paragrafen 3, 4, 6 en 7 van het Besluit zorgaanspraken bijzondere ziektekostenverzekering indien hij op dat tijdstip, gelet op zijn behoefte, reeds op de desbetreffende zorg is aangewezen, dan wel indien de gezondheidstoestand van betrokkene kennelijk moest doen verwachten, dat hij, gelet op zijn behoefte, binnen een half jaar op de desbetreffende zorg zou zijn aangewezen.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

In afwijking van artikel 1 bedraagt voor de daar bedoelde verzekerde die in Nederland is gaan wonen binnen twaalf jaar nadat zijn verzekering ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekostenverzekering laatstelijk is geëindigd of, indien het een minderjarige betreft, de verzekering ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten van zijn wettelijk vertegenwoordiger laatstelijk is geëindigd, de periode gedurende welke hij geen aanspraak op de in artikel 1 bedoelde zorg heeft een aantal maanden overeenkomend met het aantal volle jaren liggende tussen het tijdstip van vestiging in Nederland en het einde van het laatste tijdvak van verzekering ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De artikelen 1 en 2 zijn niet van toepassing op:

  • a. vreemdelingen die rechtmatig in Nederland verblijf hebben als bedoeld in artikel 8, onder b, c en d, van de Vreemdelingenwet 2000, en op

  • b. personen die hier te lande terugkeren na werkzaam te zijn geweest in het kader van ontwikkelingssamenwerking, in een naar het oordeel van Onze Minister voor Ontwikkelingssamenwerking als ontwikkelingsgebied te beschouwen gebied, alsmede de vorenbedoelde personen vergezellende echtgenoten, eigen en aangehuwde kinderen en pleegkinderen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Dit besluit kan worden aangehaald als Besluit wachttijd bijzondere ziektekostenverzekering.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage, 19 december 1991

Beatrix

De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,

H. J. Simons

Uitgegeven de eenendertigste december 1991

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin