Wet verhoging accijns sigaretten en kerftabak

[Regeling treedt (deels) in werking per 01-01-1992.]
Geraadpleegd op 20-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-1990.
Geldend van 01-01-1993 t/m heden

Wet van 19 december 1991, tot verhoging van de accijns van sigaretten en kerftabak

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is met het oog op de budgettaire situatie en mede in het licht van de Europese ontwikkelingen de accijns van sigaretten en kerftabak te verhogen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De accijns van rooktabak, pruimtabak en snuif wordt per 1 februari 1992, per 1 juli 1992 en per 1 januari 1993 zodanig verhoogd dat de totale accijns voor de meest gevraagde prijsklasse rooktabak met ingang van:

  • - 1 februari 1992: f 36,86 per kilogram bedraagt;

  • - 1 juli 1992: f 45,26 per kilogram bedraagt;

  • - 1 januari 1993: f 53,66 per kilogram bedraagt.

Artikel 2

De accijns van sigaretten wordt per 1 februari 1992, per 1 juli 1992 en per 1 januari 1993 zodanig verhoogd dat de totale accijns voor de meest gevraagde prijsklasse sigaretten met ingang van:

  • - 1 februari 1992: f 103,16 per 1000 stuks bedraagt;

  • - 1 juli 1992: f 111,16 per 1000 stuks bedraagt;

  • - 1 januari 1993: f 119,56 per 1000 stuks bedraagt dan wel het bedrag dat overeenkomt met 57 percent van de kleinhandelsprijs van de meest gevraagde prijsklasse sigaretten indien dit per 1000 stuks berekend hoger is.

Artikel 3

  • 1 Bij ministeriële regeling worden telkens met ingang van de in de artikelen 1 en 2 genoemde tijdstippen de tarieven van de accijns bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel C, onder 1°, onderscheidenlijk onderdeel D, van de Wet op de accijns van tabaksfabrikaten (Stb. 1964, 208) dan wel, indien de Wet op de accijns (Stb. 1991, 561) in werking is getreden, de tarieven van de accijns bedoeld in artikel 35, eerste lid, onderdeel c, onderscheidenlijk onderdeel b, van de Wet op de accijns aangepast. De aanpassing geschiedt zodanig, dat voor rooktabak en sigaretten van de meest gevraagde prijsklasse het specifieke gedeelte van de accijns 50 percent bedraagt van de som van de totale accijns en de omzetbelasting. Daarbij dient het bedrag van de totale accijns gelijk te blijven aan het bedrag van de totale accijns dat na de verhoging van de accijns verschuldigd zou zijn zonder de aanpassing. Bij de aanpassing vindt afronding plaats van het specifieke gedeelte van de accijns op een veelvoud van vijf centen en van het procentuele gedeelte van de accijns op honderdsten van een percent.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 19 december 1991

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën,

M. J. J. van Amelsvoort

Uitgegeven de eenendertigste december 1991

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin