Besluit van 24 december 1991, houdende regelen met betrekking tot homeopathische farmaceutische
producten
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van
16 oktober 1990, GMI-735113;
Overwegende dat de beginselen die in de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening (Stb. 1958, 408) aan de registratie van farmaceutische producten ten grondslag liggen,
niet zinvol van toepassing kunnen zijn op homeopathische farmaceutische producten
en dat registratie van die producten uit een oogpunt van volksgezondheid ook niet
nodig wordt geacht;
Gelet op de artikelen 1, derde lid, en 26 onder f, van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening;
Gehoord de Geneesmiddelencommissie (advies van 5 december 1989, nr. 4126);
De Raad van State gehoord (advies van 5 april 1991, nr. W13.90.0518);
Gezien het nader rapport van voornoemde Staatssecretaris van 12 december 1991, GMV/G-904624;
Hebben goedgevonden en verstaan: