Subsidiëring communautaire Euroform-, Now- en Horizoninitiatieven

[Regeling vervallen per 25-09-2008.]
Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2013.
Geldend van 24-02-1993 t/m 24-09-2008

Subsidiëring communautaire Euroform-, Now- en Horizoninitiatieven

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. transnationaal project:

een project ten aanzien waarvan de Nederlandse projectuitvoerder een samenwerkingsverband is aangegaan met een of meer instanties in een ander EEG-land die vergelijkbare activiteiten ontplooien;

b. Euroform-, Now- of Horizonproject:

een project als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, b onderscheidenlijk c.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

  • 1 Een natuurlijk of rechtspersoon die een project uitvoert dat past binnen een der EEG-initiatieven Euroform, Now of Horizon (Pb(EG)C327) kan overeenkomstig de navolgende artikelen in aanmerking komen voor subsidie, afkomstig uit het Europees Sociaal Fonds.

  • 2 Voor subsidie komen in aanmerking:

    • a. transnationale projecten ter bevordering van nieuwe beroepskwalificaties, bekwaamheden en kansen op de arbeidsmarkt, ten behoeve van langdurig werklozen of jongeren en, in bepaalde gebieden van Nederland, voor personen die met werkloosheid worden bedreigd of werkzaam zijn in het midden- en kleinbedrijf (Euroform);

    • b. transnationale projecten, gericht op het creëren van gelijke kansen voor vrouwen op het gebied van werkgelegenheid en beroepsopleiding (Now);

    • c. transnationale projecten, gericht op het toegankelijk maken van de arbeidsmarkt voor gehandicapten, langdurig werklozen, ongeschoolde jongeren of andere kansarmen op de arbeidsmarkt (Horizon).

  • 3 Voor de toepassing van deze regeling zijn de volgende middelen ter beschikking gesteld:

    • a. Voor de subsidiëring van Euroformprojecten: f 21.425,814

    • b. Voor de subsidiëring van Now-projecten: f 10.556,785

    • c. Voor de subsidiëring van Horizonprojecten: f 17.082,041

Artikel 3

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

Een project komt slechts voor subsidiëring in aanmerking:

  • a. indien dit wordt uitgevoerd in de jaren 1992, 1993 en 1994, of een gedeelte van dit tijdvak;

  • b. indien dit project voldoet aan de eisen, als vermeld in de bij dit besluit behorende bijlage I;

  • c. indien een overheidsinstelling het project uitvoert, dan wel zich garant heeft gesteld voor de goede uitvoering van het project door het opmaken van een verklaring als bedoeld in de bij dit besluit behorende bijlage II.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

  • 1 De subsidie-aanvraag wordt voor 1 november 1993 schriftelijk ingediend bij de daartoe door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangewezen projectcoördinator, als vermeld in het bij dit besluit behorende bijlage I.

  • 2 De subsidie-aanvraag dient te worden gesteld op een daartoe door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vastgesteld formulier.

  • 3 De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid beslist binnen acht weken na de datum van indiening op de aanvraag.

  • 4 Een subsidie-aanvraag wordt niet in behandeling genomen indien het aanvraagformulier onvolledig is ingevuld, of indien de vereiste bijlagen ontbreken of onvolledig zijn. Zodra wordt vastgesteld dat dit het geval is, worden het aanvraagformulier en de daarbij gevoegde bijlagen aan de aanvrager teruggezonden, onder vermelding welke gegevens of bijlagen nog ontbreken.

  • 5 De behandeling van aanvragen vindt plaats in volgorde van ontvangst, met dien verstande dat aanvragen, ingediend binnen vier weken na de vaststelling en bekendmaking van deze subsidieregeling geacht worden op hetzelfde tijdstip te zijn ontvangen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

  • 1 De subsidie wordt geweigerd:

    • a. indien niet wordt voldaan aan de in artikel 3 genoemde voorwaarden;

    • b. indien de kosten van het project niet in een redelijke verhouding staan tot de beoogde effecten;

    • c. indien onvoldoende zekerheid bestaat over de financiering van de totale noodzakelijkerwijs ten behoeve van de uitvoering van het project te maken kosten;

    • d. indien, gelet op het totaal der toekenningen die hebben plaatsgevonden, het ter beschikking staande budget, als vermeld in artikel 1, derde lid, zal worden uitgeput.

  • 2 De subsidie kan worden geweigerd, indien dit nodig is om een spreiding van de subsidiëring over verschillende typen projecten te bewerkstelligen.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

  • 1 Voor subsidie komen in aanmerking de noodzakelijk ten behoeve van de voorbereiding, de uitvoering en het beheer van een project te maken kosten, waaronder onder meer begrepen kunnen worden:

    • a. inkomensvervangende uitkeringen aan cursisten;

    • b. kosten van lesmateriaal;

    • c. kosten van aan docenten uit te betalen beloningen of vergoedingen;

    • d. reis- en verblijfskosten;

    • e. kosten van beroepskeuzeadvisering;

    • f. administratiekosten.

  • 2 De subsidie bedraagt 45% van de door de projectuitvoerder feitelijk gemaakte en noodzakelijk te achten kosten, voor zover die een in de toekenningsbeschikking te bepalen maximum niet te boven gaan.

  • 3 Het maximum, bedoeld in het tweede lid, is gelijk aan het totaal van de voorbereidings-, uitvoerings- en beheerskosten van het project, zoals door de projectuitvoerder geraamd in zijn subsidie-aanvraag, met dien verstande, dat bepaalde, in de toekenningsbeschikking te vermelden, kostenposten buiten beschouwing kunnen worden gelaten dan wel op een lager bedrag kunnen worden vastgesteld, voor zover de desbetreffende uitgaven redelijkerwijs niet noodzakelijk geacht kunnen worden voor de uitvoering van het project.

  • 4 Geen recht op subsidie bestaat voor kosten die uit anderen hoofde worden gesubsidieerd.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

De beslissing en, indien deze geheel of gedeeltelijk afwijzend luidt, de motivering, wordt schriftelijk vastgelegd en door tussenkomst van de projectcoördinator aan de aanvrager toegezonden dan wel uitgereikt.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

  • 1 Indien subsidie is toegekend worden aan de projectuitvoerder desgevraagd voorschotten verleend, met dien verstande dat:

    • a. het bedrag en het tijdstip van uitbetaling van de voorschotten afhankelijk zullen worden gesteld van de voortgang van het project en de in verband daarmee gedane en te verwachten uitgaven;

    • b. het bedrag der voorschotten nooit meer zal bedragen dan 80% van het maximaal toegekende subsidiebedrag;

    • c. de voorschotten niet eerder worden verleend, dan nadat de desbetreffende gelden door de Europese Commissie aan Nederland zijn overgemaakt.

  • 2 Voorschotverzoeken dienen door tussenkomst van de projectcoördinator bij de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te worden ingediend.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

  • 1 De projectuitvoerder zal een inzichtelijke en controleerbare administratie bijhouden met betrekking tot de uitvoering van het project en de in verband daarmee gedane uitgaven. Van alle uitgaven die voor subsidie in aanmerking worden gebracht dienen deugdelijke betaalbewijzen aanwezig te zijn.

  • 2 De projectuitvoerder zal de projectcoördinator en de door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dan wel de Europese Commissie daartoe aangewezen ambtenaren desgevraagd inzge in of informatie uit deze administratie geven.

  • 3 De projectuitvoerder zal de in het tweede lid genoemde personen ook overigens desgevraagd informatie verschaffen over de voortgang van het voor subsidie in aanmerking gebrachte project.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

  • 1 De projectuitvoerder dient binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar waarin het project is beëindigd een verzoek in om definitieve vaststelling van het subsidiebedrag waarop aanspraak bestaat. Bij dit verzoek wordt een declaratie gevoegd van de gemaakte kosten, als bedoeld in artikel 6.

  • 2 Bij de declaratie dient een verklaring van getrouwheid te worden overgelegd van een registeraccountant dan wel, indien de declaratie minder dan f 150 000 bedraagt, een rapport van een accountant-administratieconsulent.

  • 3 De hoogte van het definitieve vastgestelde subsidiebedrag wordt schriftelijk medegedeeld aan de projectuitvoerder.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

  • 1 De subsidietoekenning kan worden ingetrokken, en de op basis daarvan uitbetaalde bedragen kunnen worden teruggevorderd:

    • a. indien de aanvrager bij zijn aanvraag onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt, en de subsidie bij juiste of volledige informatie niet zou zijn toegekend;

    • b. in geval het project wordt uitgevoerd in afwijking van de bij de aanvraag gevoegde projectbeschrijving, voor zover de subsidietoekenning daarop was gebaseerd;

    • c. indien de projectuitvoerder een der voorschriften, vervat in de artikelen 9, 10 of 12 niet naleeft.

  • 2 Intrekking en terugvordering krachtens het eerste lid, onder b, vindt niet plaats, indien de afwijking vooraf, door tussenkomst van de projectcoördinator, aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is voorgelegd, en deze daarmee schriftelijk heeft ingestemd.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

De projectuitvoerder zal in het jaar 1995 medewerking verlenen aan de opstelling van evaluatierapporten met betrekking tot de EEG-initiatieven Euroform, Now en Horizon, op de wijze zoals nader zal worden bepaald door de projectcoördinator.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

Dit besluit wordt in de Nederlandse Staatscourant bekend gemaakt.

's-Gravenhage, 16 januari 1992

De

minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

B. de Vries

Bijlage I

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

Horizon

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

a. Projectcoördinatoren:

Drs. M. Smit en drs. W. v.d. Griendt

ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid DG SZ

Postbus 90802

Telefoonnr: M. Smit 070 – 3335162

Telefoonnr: W. v.d. Griendt 070 – 3335600

Faxnr: 070 – 3334026

b. Selectiecriteria:

Bij de selectie van de projectvoorstellen ten behoeve van het Horizon-programma gelden de volgende selectiecriteria:

  • I. De algemene criteria die gelijkelijk gelden voor de drie programma's Euroform, Now en Horizon:

    • a. Transnationaal karakter.

      Er moet sprake zijn van samenwerking tussen subsidie ontvanger en een instantie in een andere EEG-lidstaat die vergelijkbare activiteiten ontplooit.

    • b. Voorrang wordt gegeven aan projecten waarbij ten minste één partner uit een doelstelling één-gebied afkomstig is. (Er moet sprake zijn van overdracht van kennis naar het doelstelling één-gebied). Deze voorrangsregel geldt niet voor maatregelen ten behoeve van de doelgroep kansarmen.

    • c. Het project moet een vernieuwend karakter hebben, cq. er moet sprake zijn van voorbeeldwerking. Het project moet met name vernieuwend zijn in het doelstelling één-gebied.

    • d. Multipliereffect (uitstralingseffect).

      Dit effect moet groot zijn in het doelstelling één-gebied. Daarom is het van belang dat het vooral om grotere promotors gaat.

    • e. Synergie.

      Er moet bij voorkeur sprake zijn van een samenhang met en versterking van andere communautaire programma's of van activiteiten die in verband staan met de programma's Now, Euroform en Horizon.

  • II. De specifieke Horizon-criteria:

    Bij de selectie van projectvoorstellen voor de doelgroep gehandicapten gelden de volgende (aanvullende) selectiecriteria:

    • -

      Het project heeft betrekking op gehandicapten (personen met een ernstige lichamelijke of geestelijk handicap);

    • -

      Het project leidt tot een verbetering van de voorwaarden voor toetreding tot de arbeidsmarkt en van het concurrentievermogen van gehandicapten;

    • -

      Het project moet worden uitgevoerd als een transnationale actie met als doel de verbetering van de voorwaarden voor toetreding tot de arbeidsmarkt, van het concurrentievermogen van gehandicapten en van hun integratie in het beroepsleven.

    Bij de transnationale samenwerking dient ten minste één instelling uit de regio's van doelstelling één te zijn betrokken.

    Bij de selectie van projectvoorstellen voor de doelgroep kansarmen gelden de volgende selectiecriteria:

    • -

      Het project heeft betrekking op kansarmen, d.w.z. personen met specifieke moeilijkheden die hun economische en sociale integratie bemoeilijken of verhinderen, zoals langdurig werklozen en ongeschoolde jongeren.

    • -

      Het project moet leiden tot een verbetering van de plaatselijke actiemogelijkheden en het opzetten van een netwerk voor de uitwisseling van ervaringen op communautair niveau. Dit moet het mogelijk maken de voor deze personen kenmerkende situaties het hoofd te bieden en te komen tot de integratie van kansarme bevolkingsgroepen in de arbeidsmarkt en in de maatschappij. Met betrekking tot personen die met een voor hen nieuwe sociaal-economische situatie worden geconfronteerd is het doel een snelle sociaal-economische integratie.

    • -

      Het project moet worden uitgevoerd door het opzetten van een proefproject ontwikkeld in het kader van een transnationaal partnerschap.

    • -

      Voor het specifieke geval van personen die met een voor hen nieuwe sociaal-economische situatie worden geconfronteerd, kunnen acties worden bevorderd op het gebied van werkgelegenheid, beroepsopleiding, beroepsorientatie om de opvang van personen die met een voor hen nieuwe sociaal-economische situatie worden geconfronteerd, te vergemakkelijken.

    • -

      Aansluiting op huidige beleid inzake achterstanden en sociale en economische probleemgroepen (bij voorbeeld door een raakvlak met de sociale vernieuwing; met name gericht op de echte probleemgroepen, in het bijzonder de ‘harde kern’ in de bijstand en allochtonen) is wenselijk.

    • -

      Het opleidingsaspect van projecten moet een gerichte aansluiting op de vereisten van de (plaatselijke/regionale) arbeidsmarkt tot doel hebben.

    • -

      Projecten dienen niet alleen een betere aansluiting op het bestaande arbeidsaanbod mogelijk te maken, maar zouden bij voorkeur ook tot het scheppen van nieuwe arbeidsplaatsen moeten bijdragen (bv. opzetten eigen bedrijven).

    Voor de transnationale samenwerking ten behoeve van kansarmen komen instellingen uit alle regio's van de gemeenschap in aanmerking.

Now

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

a. Projectcoördinator:

F.R. Boddendijk

Beleidsadviesbureau Boddendijk

Postbus 93035

2509 AA Den Haag

Telefoonnr: 070 – 3334943

Faxnr: 070 – 3334004

b. Selectiecriteria:

Bij de selectie van de projectvoorstellen ten behoeve van het NOW-programma gelden de volgende selectiecriteria:

  • I. De algemene criteria die gelijkelijk gelden voor de drie programma's Euroform, NOW en Horizon:

    • a. Transnationaal karakter.

      Er moet sprake van samenwerking tussen subsidie-ontvanger en een instantie in een andere EEG-lidstaat die vergelijkbare activiteiten ontplooit.

    • b. Voorrang wordt gegeven aan projecten waarbij ten minste één partner uit een doelstelling één-gebied afkomstig is. (Er moet sprake zijn van overdracht van kennis naar het doelstelling één-gebied).

    • c. Het project moet een vernieuwend karakter hebben, cq. er moet sprake zijn van voorbeeldwerking. Het project moet met name vernieuwend zijn in het doelstelling één-gebied.

    • d. Multipliereffect (uitstralingseffect).

      Dit effect moet groot zijn in het doelstelling één-gebied. Daarom is het van belang dat het vooral om grotere promotors gaat.

    • e. Synergie.

      Er moet bij voorkeur sprake zijn van een samenhang met en versterking van andere communautaire programma's of van activiteiten die in verband staan met de programma's Now, Euroform en Horizon.

  • II. De specifieke NOW-criteria:

    Het project is opgezet voor:

    • -

      vrouwen – van alle leeftijden – die langer dan 12 maanden als werkloos werkzoekende staan ingeschreven bij een arbeidsbureau;

    • -

      vrouwen die na een lange beroepsonderbreking weer aan het werk willen. Ten behoeve van deze doelgroep dienen transnationale acties te worden opgezet die de uitwisseling van opleidingsprogramma's, opleiders en/of stagiaires omvatten.

    De projecten dienen:

    • a. bij te dragen aan de opwaardering en de bevordering van de beroepskwalificatie van vrouwen, evenals tot een verandering van de bedrijfscultuur, ten einde hen in staat te stellen hun eigen onderneming of coöperatie op te richten;

    • b. bij te dragen aan de herintreding van vrouwen op de reguliere arbeidsmarkt ten einde te voorkomen dat nog meer vrouwen van de arbeidsmarkt uitgesloten raken of een onstabiele arbeidspositie bekleden.

    ad. a

    Daarbij wordt steun verleend aan:

    • -

      maatregelen ter bevordering van de beroepsopleiding inclusief maatregelen inzake vooropleiding, aangepast aan de behoeften van deze ondernemingen en coöperaties;

    • -

      de oprichting van ondernemingen of coöperaties door middel van hulpverlening bij het opzetten van een eigen bedrijf en bij het aantrekken van personeel;

    • -

      aanloopsubsidies voor diensten die tot taak hebben de bestaande structuren ter vergemakkelijking van de oprichting van ambachtelijke bedrijven of kleine en middelgrote ondernemingen voor vrouwen toegankelijker te maken.

    ad. b

    Daarbij wordt steun verleend aan:

    • -

      maatregelen inzake beroepskeuzevoorlichting en advies;

    • -

      maatregelen inzake beroepsopleiding, met inbegrip van vooropleidingen en steun bij het vinden van werk.

    Aanvullende maatregelen die voor steun in aanmerking komen:

    • -

      maatregelen inzake de exploitatie van de creches bij de beroepsopleidingscentra;

    • -

      maatregelen inzake beroepsopleidingsprogramma's voor werknemers in de sector kinderopvang.

    Het transnationale karakter komt tot uitdrukking in de volgende elementen:

    • -

      uitwisseling van opleiders, stagiaires ontwikkelingsverantwoordelijken etc.;

    • -

      gezamenlijke acties, gezamenlijke modules, gezamenlijke programma's, opleiding van opleiders, onderzoek naar methoden etc.;

    • -

      elke andere begeleidende actie (technische bijstand, voorbereidende acties, verspreiding, onderzoek, verrijking van de deskundigheid enz.).

    De projecten dienen aan de volgende specifieke voorwaarden te voldoen:

    • 1. te stimuleren dat zgn. ‘kansarme’ vrouwen toegang krijgen tot de arbeidsmarkt (bijstands-moeders, allochtone meisjes en vrouwen);

    • 2. te stimuleren dat vrouwen instromen in ‘kansrijke’ sectoren en leidinggevende functies (opheffen horizontale en verticale segregatie op de arbeidsmarkt);

    • 3. te leiden tot een versterking van het vrouwvakschap;

    • 4. waar mogelijk dient het te gaan om een combinatie van opleiding en praktijkervaring;

    • 5. prioriteit wordt gegeven aan projecten van ten minste 10 personen in sectoren waar gebrek aan evenwicht op de arbeidsmarkt bestaat;

    • 6. hoogste prioriteit wordt gegeven aan opleidingen voor beroepen waar vrouwen sterk in ondervertegenwoordigd zijn;

    • 7. de duur van de opleiding dient minimaal 200 uur te zijn;

    • 8. de duur van de opleiding dient maximaal 12 maanden te zijn;

    • 9. hoogste prioriteit wordt gegeven aan projecten die een adequate kinderopvang hebben geregeld.

    • 10. Het project wordt bij voorkeur opgezet in relatie tot sociale partners en/of het reguliere beroepsonderwijs en/of de erkende instellingen voor volwasseneneducatie.

    • 11. De organiserende instantie heeft bij voorkeur expertise op het gebied van vrouwenemancipatie in het algemeen en het organiseren van beroepsonderwijs voor (herintredende) vrouwen in het bijzonder.

Euroform

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

a. Projectcoördinator:

H.C.A. Kolen

Stichting Uitwisseling

Duinweg 7

1860 AB BERGEN (NH)

Telefoonnr. 02208 – 95132

Faxnr. 02208 – 94008

b. Selectiecriteria:

Bij de selectie van de projectvoorstellen ten behoeve van het Euroformprogramma gelden de volgende selectiecriteria:

  • I. De algemene criteria die gelijkelijk gelden voor de drie programma's Euroform, Now en Horizon:

    • a. Transnationaal karakter.

      Er moet sprake van samenwerking tussen subsidie-ontvanger en een instantie in een andere EEG-lidstaat die vergelijkbare activiteiten ontplooit.

    • b. Voorrang wordt gegeven aan projecten waarbij ten minste één partner uit een doelstelling één-gebied afkomstig is. (Er moet sprake zijn van overdracht van kennis naar het doelstelling één-gebied).

    • c. Het project moet een vernieuwend karakter hebben, cq. er moet sprake zijn van voorbeeldwerking. Het project moet met name vernieuwend zijn in het doelstelling één-gebied.

    • d. Multipliereffect (uitstralingseffect).

      Dit effect moet groot zijn in het doelstelling één-gebied. Daarom is het van belang dat het vooral om grotere promotors gaat.

    • e. Synergie.

      Er moet bij voorkeur sprake zijn van een samenhang met en versterking van andere communautaire programma's of van activiteiten die in verband staan met de programma's Now, Euroform en Horizon.

  • II. De specifieke Euroform-criteria:

    Het project moet zijn opgezet voor:

    • -

      langdurig werklozen en jongeren;

    • -

      personen die werkzaam zijn in het midden- en kleinbedrijf of met werkloosheid bedreigden (uitsluitend in de Nederlandse regio's 2 en 5b).

    Ten behoeve van deze doelgroepen dienen transnationale akties te worden opgezet.

    De projecten dienen:

    • a. een communautaire dimensie te geven aan akties inzake beroepsopleiding en de bevordering van de werkgelegenheid;

    • b. de convergentie van beroepsbekwaamheden met name tussen de regio's met een ontwikkelingsachterstand en de overige regio's en de geografische en de beroepsmobiliteit van werknemers te bevorderen.

    Daarbij wordt steun verleend aan: voorbereiding, verwezenlijking, evaluatie en verspreiding van gezamenlijke akties inzake opleiding en bevordering van de werkgelegenheid.

    • a. De voorbereiding bestaat uit onderzoeken en akties met betrekking tot methoden en lesmateriaal enz. De communautaire dimensie van de markt voor opleiding en de markt voor werkgelegenheid moeten deel uitmaken van deze voorbereiding;

    • b. de verwezenlijking heeft betrekking op gemeenschappelijke akties inzake beroepsopleiding met als doel de ontwikkeling van nieuwe bekwaamheden, nodig om te kunnen inspelen op de kansen die de technologische veranderingen en de interne markt kunnen bieden.

    De hierboven genoemde akties dienen te worden uitgevoerd door openbare en particuliere instanties of instellingen voor beroepsopleiding en de bevordering van de werkgelegenheid.

    • -

      De uitvoerende instantie dient ervaring met internationale projecten te hebben.

    • -

      Er dient sprake te zijn van een activiteit die op het reguliere werkterrein ligt van de aanvragende instelling.

    • -

      Akties waarbij de organisatoren daadwerkelijk kunnen steunen op werkgevers-, werknemersorganisaties en plaatselijke of regionale overheden genieten de voorkeur.

Doelstelling één-regio's

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

Spanje: Andalusië, Asturias, Castilla y León, Castilla-La Mancha, Ceuta en Melilla, Valencia, Extremadura, Galicië, Canarische Eilanden, Murcia.

Frankrijk: Franse Overzeese Departementen, Corsica.

Griekenland: gehele land.

Ierland: gehele land.

Italië: Abruzzi, Basillicata, Calabrië, Campanië, Molise, Apulië, Sardinië, Sicilië.

Portugal: gehele land.

Verenigd Koninkrijk: Noord-Ierland.

Bijlage II. Model garantverklaring

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

Overheidsinstantie die tegenover de Europese Commissie en het ministerie van S.Z.W. garant staat voor de goede uitvoering van het project met hieronder vermeld dossiernummer.

ESF-Dossiernummer:

Naam overheidsinstantie:

Adres:

Contactpersoon:

Telefoon nr.:

Namens de hierboven vermelde overheidsinstantie deel ik u mede garant te staan voor de goede uitvoering van het project met hierboven vermeld ESF-dossiernummer.

Deze garantstelling houdt in dat aansprakelijkheid wordt aanvaard voor de terugbetaling van aan de projectuitvoerder toegekende en uitbetaalde ESF-subsidiegelden, in geval die subsidiegelden in verband met een gebrekkige uitvoering van het project door de minister van SZW dan wel de Europese Commissie kunnen worden teruggevorderd, en de projectuitvoerder, na tot terugbetaling te zijn gemaand, in gebreke blijft.

Naast de garantstelling zal de genoemde overheidsinstantie

  • [] geen financiële bijdragen verschaffen in de uitvoeringskosten van het project

  • [] een financiële bijdrage verschaffen in de uitvoeringskosten van het project ten bedrage van f .....

Naam bevoegd functionaris:

Functie:

Datum:

Handtekening: