Bijlage I
[Regeling vervallen per 25-09-2008]
Horizon
[Regeling vervallen per 25-09-2008]
a. Projectcoördinatoren:
Drs. M. Smit en drs. W. v.d. Griendt
ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid DG SZ
Postbus 90802
Telefoonnr: M. Smit 070 – 3335162
Telefoonnr: W. v.d. Griendt 070 – 3335600
Faxnr: 070 – 3334026
b. Selectiecriteria:
Bij de selectie van de projectvoorstellen ten behoeve van het Horizon-programma gelden
de volgende selectiecriteria:
-
I. De algemene criteria die gelijkelijk gelden voor de drie programma's Euroform, Now
en Horizon:
-
a. Transnationaal karakter.
Er moet sprake zijn van samenwerking tussen subsidie ontvanger en een instantie in
een andere EEG-lidstaat die vergelijkbare activiteiten ontplooit.
-
b. Voorrang wordt gegeven aan projecten waarbij ten minste één partner uit een doelstelling
één-gebied afkomstig is. (Er moet sprake zijn van overdracht van kennis naar het doelstelling
één-gebied). Deze voorrangsregel geldt niet voor maatregelen ten behoeve van de doelgroep
kansarmen.
-
c. Het project moet een vernieuwend karakter hebben, cq. er moet sprake zijn van voorbeeldwerking.
Het project moet met name vernieuwend zijn in het doelstelling één-gebied.
-
d. Multipliereffect (uitstralingseffect).
Dit effect moet groot zijn in het doelstelling één-gebied. Daarom is het van belang
dat het vooral om grotere promotors gaat.
-
e. Synergie.
Er moet bij voorkeur sprake zijn van een samenhang met en versterking van andere communautaire
programma's of van activiteiten die in verband staan met de programma's Now, Euroform
en Horizon.
-
II. De specifieke Horizon-criteria:
Bij de selectie van projectvoorstellen voor de doelgroep gehandicapten gelden de volgende
(aanvullende) selectiecriteria:
- -
Het project heeft betrekking op gehandicapten (personen met een ernstige lichamelijke
of geestelijk handicap);
- -
Het project leidt tot een verbetering van de voorwaarden voor toetreding tot de arbeidsmarkt
en van het concurrentievermogen van gehandicapten;
- -
Het project moet worden uitgevoerd als een transnationale actie met als doel de verbetering
van de voorwaarden voor toetreding tot de arbeidsmarkt, van het concurrentievermogen
van gehandicapten en van hun integratie in het beroepsleven.
Bij de transnationale samenwerking dient ten minste één instelling uit de regio's
van doelstelling één te zijn betrokken.
Bij de selectie van projectvoorstellen voor de doelgroep kansarmen gelden de volgende
selectiecriteria:
- -
Het project heeft betrekking op kansarmen, d.w.z. personen met specifieke moeilijkheden
die hun economische en sociale integratie bemoeilijken of verhinderen, zoals langdurig
werklozen en ongeschoolde jongeren.
- -
Het project moet leiden tot een verbetering van de plaatselijke actiemogelijkheden
en het opzetten van een netwerk voor de uitwisseling van ervaringen op communautair
niveau. Dit moet het mogelijk maken de voor deze personen kenmerkende situaties het
hoofd te bieden en te komen tot de integratie van kansarme bevolkingsgroepen in de
arbeidsmarkt en in de maatschappij. Met betrekking tot personen die met een voor hen
nieuwe sociaal-economische situatie worden geconfronteerd is het doel een snelle sociaal-economische
integratie.
- -
Het project moet worden uitgevoerd door het opzetten van een proefproject ontwikkeld
in het kader van een transnationaal partnerschap.
- -
Voor het specifieke geval van personen die met een voor hen nieuwe sociaal-economische
situatie worden geconfronteerd, kunnen acties worden bevorderd op het gebied van werkgelegenheid,
beroepsopleiding, beroepsorientatie om de opvang van personen die met een voor hen
nieuwe sociaal-economische situatie worden geconfronteerd, te vergemakkelijken.
- -
Aansluiting op huidige beleid inzake achterstanden en sociale en economische probleemgroepen
(bij voorbeeld door een raakvlak met de sociale vernieuwing; met name gericht op de
echte probleemgroepen, in het bijzonder de ‘harde kern’ in de bijstand en allochtonen)
is wenselijk.
- -
Het opleidingsaspect van projecten moet een gerichte aansluiting op de vereisten van
de (plaatselijke/regionale) arbeidsmarkt tot doel hebben.
- -
Projecten dienen niet alleen een betere aansluiting op het bestaande arbeidsaanbod
mogelijk te maken, maar zouden bij voorkeur ook tot het scheppen van nieuwe arbeidsplaatsen
moeten bijdragen (bv. opzetten eigen bedrijven).
Voor de transnationale samenwerking ten behoeve van kansarmen komen instellingen uit
alle regio's van de gemeenschap in aanmerking.
Now
[Regeling vervallen per 25-09-2008]
a. Projectcoördinator:
F.R. Boddendijk
Beleidsadviesbureau Boddendijk
Postbus 93035
2509 AA Den Haag
Telefoonnr: 070 – 3334943
Faxnr: 070 – 3334004
b. Selectiecriteria:
Bij de selectie van de projectvoorstellen ten behoeve van het NOW-programma gelden
de volgende selectiecriteria:
-
I. De algemene criteria die gelijkelijk gelden voor de drie programma's Euroform, NOW
en Horizon:
-
a. Transnationaal karakter.
Er moet sprake van samenwerking tussen subsidie-ontvanger en een instantie in een
andere EEG-lidstaat die vergelijkbare activiteiten ontplooit.
-
b. Voorrang wordt gegeven aan projecten waarbij ten minste één partner uit een doelstelling
één-gebied afkomstig is. (Er moet sprake zijn van overdracht van kennis naar het doelstelling
één-gebied).
-
c. Het project moet een vernieuwend karakter hebben, cq. er moet sprake zijn van voorbeeldwerking.
Het project moet met name vernieuwend zijn in het doelstelling één-gebied.
-
d. Multipliereffect (uitstralingseffect).
Dit effect moet groot zijn in het doelstelling één-gebied. Daarom is het van belang
dat het vooral om grotere promotors gaat.
-
e. Synergie.
Er moet bij voorkeur sprake zijn van een samenhang met en versterking van andere communautaire
programma's of van activiteiten die in verband staan met de programma's Now, Euroform
en Horizon.
-
II. De specifieke NOW-criteria:
Het project is opgezet voor:
- -
vrouwen – van alle leeftijden – die langer dan 12 maanden als werkloos werkzoekende
staan ingeschreven bij een arbeidsbureau;
- -
vrouwen die na een lange beroepsonderbreking weer aan het werk willen. Ten behoeve
van deze doelgroep dienen transnationale acties te worden opgezet die de uitwisseling
van opleidingsprogramma's, opleiders en/of stagiaires omvatten.
De projecten dienen:
-
a. bij te dragen aan de opwaardering en de bevordering van de beroepskwalificatie van
vrouwen, evenals tot een verandering van de bedrijfscultuur, ten einde hen in staat
te stellen hun eigen onderneming of coöperatie op te richten;
-
b. bij te dragen aan de herintreding van vrouwen op de reguliere arbeidsmarkt ten einde
te voorkomen dat nog meer vrouwen van de arbeidsmarkt uitgesloten raken of een onstabiele
arbeidspositie bekleden.
ad. a
Daarbij wordt steun verleend aan:
- -
maatregelen ter bevordering van de beroepsopleiding inclusief maatregelen inzake vooropleiding,
aangepast aan de behoeften van deze ondernemingen en coöperaties;
- -
de oprichting van ondernemingen of coöperaties door middel van hulpverlening bij het
opzetten van een eigen bedrijf en bij het aantrekken van personeel;
- -
aanloopsubsidies voor diensten die tot taak hebben de bestaande structuren ter vergemakkelijking
van de oprichting van ambachtelijke bedrijven of kleine en middelgrote ondernemingen
voor vrouwen toegankelijker te maken.
ad. b
Daarbij wordt steun verleend aan:
- -
maatregelen inzake beroepskeuzevoorlichting en advies;
- -
maatregelen inzake beroepsopleiding, met inbegrip van vooropleidingen en steun bij
het vinden van werk.
Aanvullende maatregelen die voor steun in aanmerking komen:
Het transnationale karakter komt tot uitdrukking in de volgende elementen:
- -
uitwisseling van opleiders, stagiaires ontwikkelingsverantwoordelijken etc.;
- -
gezamenlijke acties, gezamenlijke modules, gezamenlijke programma's, opleiding van
opleiders, onderzoek naar methoden etc.;
- -
elke andere begeleidende actie (technische bijstand, voorbereidende acties, verspreiding,
onderzoek, verrijking van de deskundigheid enz.).
De projecten dienen aan de volgende specifieke voorwaarden te voldoen:
-
1. te stimuleren dat zgn. ‘kansarme’ vrouwen toegang krijgen tot de arbeidsmarkt (bijstands-moeders,
allochtone meisjes en vrouwen);
-
2. te stimuleren dat vrouwen instromen in ‘kansrijke’ sectoren en leidinggevende functies
(opheffen horizontale en verticale segregatie op de arbeidsmarkt);
-
3. te leiden tot een versterking van het vrouwvakschap;
-
4. waar mogelijk dient het te gaan om een combinatie van opleiding en praktijkervaring;
-
5. prioriteit wordt gegeven aan projecten van ten minste 10 personen in sectoren waar
gebrek aan evenwicht op de arbeidsmarkt bestaat;
-
6. hoogste prioriteit wordt gegeven aan opleidingen voor beroepen waar vrouwen sterk
in ondervertegenwoordigd zijn;
-
7. de duur van de opleiding dient minimaal 200 uur te zijn;
-
8. de duur van de opleiding dient maximaal 12 maanden te zijn;
-
9. hoogste prioriteit wordt gegeven aan projecten die een adequate kinderopvang hebben
geregeld.
-
10. Het project wordt bij voorkeur opgezet in relatie tot sociale partners en/of het reguliere
beroepsonderwijs en/of de erkende instellingen voor volwasseneneducatie.
-
11. De organiserende instantie heeft bij voorkeur expertise op het gebied van vrouwenemancipatie
in het algemeen en het organiseren van beroepsonderwijs voor (herintredende) vrouwen
in het bijzonder.
Euroform
[Regeling vervallen per 25-09-2008]
a. Projectcoördinator:
H.C.A. Kolen
Stichting Uitwisseling
Duinweg 7
1860 AB BERGEN (NH)
Telefoonnr. 02208 – 95132
Faxnr. 02208 – 94008
b. Selectiecriteria:
Bij de selectie van de projectvoorstellen ten behoeve van het Euroformprogramma gelden
de volgende selectiecriteria:
-
I. De algemene criteria die gelijkelijk gelden voor de drie programma's Euroform, Now
en Horizon:
-
a. Transnationaal karakter.
Er moet sprake van samenwerking tussen subsidie-ontvanger en een instantie in een
andere EEG-lidstaat die vergelijkbare activiteiten ontplooit.
-
b. Voorrang wordt gegeven aan projecten waarbij ten minste één partner uit een doelstelling
één-gebied afkomstig is. (Er moet sprake zijn van overdracht van kennis naar het doelstelling
één-gebied).
-
c. Het project moet een vernieuwend karakter hebben, cq. er moet sprake zijn van voorbeeldwerking.
Het project moet met name vernieuwend zijn in het doelstelling één-gebied.
-
d. Multipliereffect (uitstralingseffect).
Dit effect moet groot zijn in het doelstelling één-gebied. Daarom is het van belang
dat het vooral om grotere promotors gaat.
-
e. Synergie.
Er moet bij voorkeur sprake zijn van een samenhang met en versterking van andere communautaire
programma's of van activiteiten die in verband staan met de programma's Now, Euroform
en Horizon.
-
II. De specifieke Euroform-criteria:
Het project moet zijn opgezet voor:
Ten behoeve van deze doelgroepen dienen transnationale akties te worden opgezet.
De projecten dienen:
-
a. een communautaire dimensie te geven aan akties inzake beroepsopleiding en de bevordering
van de werkgelegenheid;
-
b. de convergentie van beroepsbekwaamheden met name tussen de regio's met een ontwikkelingsachterstand
en de overige regio's en de geografische en de beroepsmobiliteit van werknemers te
bevorderen.
Daarbij wordt steun verleend aan: voorbereiding, verwezenlijking, evaluatie en verspreiding
van gezamenlijke akties inzake opleiding en bevordering van de werkgelegenheid.
-
a. De voorbereiding bestaat uit onderzoeken en akties met betrekking tot methoden en
lesmateriaal enz. De communautaire dimensie van de markt voor opleiding en de markt
voor werkgelegenheid moeten deel uitmaken van deze voorbereiding;
-
b. de verwezenlijking heeft betrekking op gemeenschappelijke akties inzake beroepsopleiding
met als doel de ontwikkeling van nieuwe bekwaamheden, nodig om te kunnen inspelen
op de kansen die de technologische veranderingen en de interne markt kunnen bieden.
De hierboven genoemde akties dienen te worden uitgevoerd door openbare en particuliere
instanties of instellingen voor beroepsopleiding en de bevordering van de werkgelegenheid.
- -
De uitvoerende instantie dient ervaring met internationale projecten te hebben.
- -
Er dient sprake te zijn van een activiteit die op het reguliere werkterrein ligt van
de aanvragende instelling.
- -
Akties waarbij de organisatoren daadwerkelijk kunnen steunen op werkgevers-, werknemersorganisaties
en plaatselijke of regionale overheden genieten de voorkeur.
Doelstelling één-regio's
[Regeling vervallen per 25-09-2008]
Spanje: Andalusië, Asturias, Castilla y León, Castilla-La Mancha, Ceuta en Melilla,
Valencia, Extremadura, Galicië, Canarische Eilanden, Murcia.
Frankrijk: Franse Overzeese Departementen, Corsica.
Griekenland: gehele land.
Ierland: gehele land.
Italië: Abruzzi, Basillicata, Calabrië, Campanië, Molise, Apulië, Sardinië, Sicilië.
Portugal: gehele land.
Verenigd Koninkrijk: Noord-Ierland.