Besluit van 3 april 1992, houdende wijziging van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke
Rijksambtenaren 1984
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 29 november 1991, nr.
AB91/U821, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Arbeidsvoorwaarden,
afdeling Arbeidsvoorwaarden Rijkspersoneel;
Gelet op artikel 125, eerste lid van de Ambtenarenwet 1929 (Stb. 530);
De Raad van State gehoord (advies van 24 februari 1992, nr. W04.91.0695);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 19 maart 1992,
nr. AB92/242, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Arbeidsvoorwaarden,
afdeling Arbeidsvoorwaarden Rijkspersoneel;
Hebben goedgevonden en verstaan: