Wijzigingsbesluit Algemeen Rijksambtenarenreglement in verband met de rechtspositionele erkenning van andere relatievormen dan het huwelijk

Geraadpleegd op 11-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 10-03-2006 en zichtdatum 22-09-2024.
Geldend van 15-05-1992 t/m heden

Besluit van 9 april 1992, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en een aantal andere regelingen in verband met de rechtspositionele erkenning van andere relatievormen dan het huwelijk

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 13 mei 1991, nr. AB91/10/U2, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Arbeidsvoorwaarden, afdeling Algemene Arbeidsvoorwaarden en Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 125, eerste lid, en 134, eerste lid, van de Ambtenarenwet 1929 (Stb. 530);

De Raad van State gehoord (advies van 6 november 1991, nr. W04.91.0251);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 27 maart 1992, nr. AB91/810, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Arbeidsvoorwaarden, afdeling Arbeidsverhoudingen en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel XIII

De ongehuwde ambtenaar of werknemer in de zin van het Arbeidsovereenkomstenbesluit die vóór 1 november 1990 reeds aanspraken kon geldend maken op basis van de circulaire van de Minister van Binnenlandse Zaken van 10 december 1986, nr. AB86/U1852 (Stcrt. 1987, 2), betreffende de rechtspositionele erkenning van andere relatievormen dan het huwelijk, behoudt deze aanspraken tot en met 31 oktober 1992, zonder dat behoeft te worden aangetoond dat de wederzijdse rechten en verplichtingen ter zake van de samenwoning en de gemeenschappelijke huishouding met zijn levenspartner zijn vastgelegd in een notarieel verleden samenlevingscontract.

Artikel XIV

Voor overheidspersoneel wiens rechtspositie niet wordt beheerst door het Algemeen Rijksambtenarenreglement, het Ambtenarenreglement Staten-Generaal, het Arbeidsovereenkomstenbesluit of het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken (Stb. 1986, 611) blijven de voorschriften, bedoeld in de artikelen IV, VI en VIII van kracht zoals deze luidden direct voorafgaande aan de inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel XV

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State en aan de Algemene Rekenkamer.

's-Gravenhage, 9 april 1992

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken,

C. I. Dales

Uitgegeven de veertiende mei 1992

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin