Besluit van 24 juni 1992, houdende wijziging van enkele algemene maatregelen van bestuur
in verband met de integratie van de raden van beroep/Ambtenarengerechten en de arrondissementsrechtbanken,
en in verband met de vereenvoudiging van de regelingen voor de vorming en bezetting
van de kamers
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 29 april 1992, Stafafdeling Wetgeving
Publiekrecht, nr. 205659/92/6;
Overwegende, dat het noodzakelijk is in verband met de Wet van 3 juni 1992 (Stb. 278) tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Ambtenarenwet 1929, de Beroepswet en enkele andere wetten (integratie raden van beroep/Ambtenarengerechten en arrondissementsrechtbanken;
vereenvoudiging regelingen vorming en bezetting kamers het Reglement I, het Beroepsreglement, het Besluit van 3 oktober 1956 (Stb. 497), betreffende rechtspraak in ambtenarenzaken en enkele andere besluiten aan te
passen, alsmede enkele besluiten in te trekken;
Gelet op de artikelen 19, 72, zevende lid, en 73, zevende lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, de artikelen 1, tweede lid, 30a en 40d van de Beroepswet, de artikelen 4, tweede lid, 22b en 23c van de Ambtenarenwet 1929 en artikel 117a van de Wet op de studiefinanciering;
De Raad van State gehoord (advies van 11 juni 1992, nr. W03.92.0197);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 22 juni 1992, Stafafdeling
Wetgeving Publiekrecht, nr. 215460/92/8;
Hebben goedgevonden en verstaan: