Bijdrageregeling 1991 incentive Algemene Bijstandswet

[Regeling vervallen per 25-09-2008.]
Geraadpleegd op 22-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 06-01-2014.
Geldend van 01-07-1992 t/m 24-09-2008

Bijdrageregeling 1991 incentive Algemene Bijstandswet

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Overwegende dat het ter vergroting van het gemeentelijk belang bij een effectieve daling van de kosten van bijstand, ook in 1992 wenselijk is aan gemeenten een extra bijdrage ter beschikking te stellen gelijk aan 10% van de effectieve daling van die kosten.

Besluit:

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister:

de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

b. gemeentebestuur:

burgemeester en wethouders;

c. ABW:

de Algemene Bijstandswet (Stb. 1973, 395);

d. kosten van bijstand:

de netto ten laste van de gemeente gebleven kosten van de ingevolge de ABW aan personen jonger dan 65 jaar verleende algemene bijstand, de ter zake verschuldigde loonbelasting en premies ingevolge sociale verzekeringswetten daaronder begrepen;

e. Rijksbijdrage banenpools:

de aan de gemeenten krachtens artikel 5, eerste lid sub a van de Rijksbijdrageregeling banenpools (Stcrt. 1990, 169) verleende Rijksbijdrage.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

  • 1 Aan de gemeente, die bijdraagt aan de instandhouding van een banenpool en daartoe een op 31 december 1991 van kracht zijnde samenwerkingsafspraak ex artikel 3 van de Rijksbijdrageregeling banenpools heeft, wordt in 1992 met inachtneming van deze regeling een bijdrage verleend, gelijk aan 10% van het verschil tussen de kosten van bijstand vermeerderd met 10/9 deel van de Rijksbijdrage banenpools over 1990 en de gecorrigeerde kosten van bijstand vermeerderd met 10/9 deel van de gecorrigeerde Rijksbijdrage banenpools over 1991.

  • 2 De minister kan op verzoek van een gemeente, ingeval die gemeente wegens voor haar onbeïnvloedbare omstandigheden de in het vorige lid bedoelde samenwerkingsafspraak niet kan maken, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid alsnog besluiten de bijdrage te verlenen als die gemeente naar zijn oordeel aantoonbaar inspanningen in het jaar 1991 heeft verricht gericht op bestrijding van langdurige werkloosheid.

  • 3 Indien zich geen effectieve daling voordoet, wordt de bijdrage op nul gesteld.

Paragraaf 2. De bijdrage

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

Bij de vaststelling van de in artikel 2, eerste lid bedoelde daling hanteert de minister ter opheffing van de effecten op de niet door de gemeenten beïnvloedbare uitgavenontwikkeling de navolgende correctiefactoren, uitgedrukt in vermenigvuldigingsfactoren:

  • a. voor de gemaakte relevante kosten van bijstand in het jaar 1991 96.51%;

  • b. voor het 10/9 deel van de Rijksbijdrage banenpools over 1991 95.72%.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

  • 1 Op de bijdrage wordt een voorschot verleend.

  • 2 De minister stelt binnen zes maanden na ontvangst van de over het vierde kwartaal 1991 betrekking hebbende voorlopige kostenopgave als bedoeld in artikel 6, eerste lid sub a van het Besluit verantwoording en vergoeding uitkeringskosten ABW, IOAW en IOAZ (Stcrt. 1987, 188); per gemeente het voorschot vast, waarbij het bedrag wordt verkregen door toepassing van de formule:

    {(a + d) – (b × c1 + f × c2)} × e in welke formule voorstelt:

    de letter a:

    de volgens de voorlopige kostenopgaven door de gemeente gemaakte kosten van bijstand in het jaar 1990;

    de letter b:

    de volgens de voorlopige kostenopgaven door de gemeente gemaakte kosten van bijstand in het jaar 1991;

    de letter c1:

    de vermenigvuldigingsfactor als genoemd in artikel 3 sub a:

    de letter c2:

    de vermenigvuldigingsfactor als genoemd in artikel 3 sub b;

    de letter d:

    10/9 deel van de Rijksbijdrage banenpools van het jaar 1990 volgens de voorlopige kostenopgaven;

    de letter e:

    het in artikel 2, eerste lid genoemde percentage van 10.

    de letter f:

    10/9 deel van de Rijksbijdrage banenpools van het jaar 1991 volgens de voorlopige kostenopgaven.

  • 3 De minister deelt de vaststelling van het voorschot schriftelijk aan het gemeentebestuur mede.

  • 4 Het voorschot wordt uitbetaald binnen twee maanden na vaststelling daarvan.

Paragraaf 3. De definitieve vaststelling en terugvordering

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

  • 1 De minister stelt de bijdrage, bedoeld in artikel 2, eerste lid, vast binnen een jaar na ontvangst van de op het jaar 1991 betrekking hebbende definitieve kostenopgave, als bedoeld in artikel 6, eerste lid sub b van het Besluit verantwoording en vergoeding uitkeringskosten ABW, IOAW en IOAZ.

  • 2 Het bedrag van de bijdrage wordt verkregen door toepassing van de in artikel 4, tweede lid genoemde formule, met dien verstande dat voor de daar bedoelde voorlopige kostenopgaven wordt gelezen alle voorlopige kostenopgaven.

  • 3 Het voorschot en de bijdrage zal, het gemeentebestuur gehoord, worden teruggevorderd indien niet aan het bepaalde in artikel 2 is voldaan.

  • 4 De minister deelt de vaststelling van de bijdrage schriftelijk aan het gemeentebestuur mede.

Paragraaf 4. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

  • 1 Deze regeling treedt inwerking met ingang van de dag na die van haar bekendmaking in de Nederlandse Staatscourant.

  • 2 Afschrift van dit besluit wordt gezonden aan de Algemene Rekenkamer.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

Deze regeling kan worden aangehaald als: Bijdrageregeling 1991 incentive Algemene Bijstandswet.

's-Gravenhage, 29 juni 1992

De

staatssecretaris

voornoemd,

E. ter Veld