Besluit van 3 juli 1992, houdende wijziging van het Besluit genetisch gemodificeerde
organismen Wet milieugevaarlijke stoffen en van het Hinderbesluit
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
van 6 januari 1992, nr. MJZ 06192018, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling
Wetgeving, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Welzijn,
Volksgezondheid en Cultuur;
Overwegende dat het noodzakelijk is in verband met het tot stand komen van de Richtlijnen
van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 april 1990 inzake het ingeperkte
gebruik van genetisch gemodificeerde micro-organismen (90/219/EEG, PbEG L 117/1) en inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen
in het milieu 90/220/EEG, PbEG L 117/15) het Besluit genetisch gemodificeerde organismen Wet milieugevaarlijke stoffen (Stb. 1990, 53) te wijzigen en de werkingsduur er van te verlengen alsmede de afstemming
met het Hinderbesluit (Stb. 1980, 445) nader te regelen;
Gelet op artikel 24 van de Wet milieugevaarlijke stoffen (Stb. 1985, 639) en artikel 2 van de Hinderwet (Stb. 1981, 410);
De Raad van State gehoord (advies van 25 maart 1992, nr. W08.92.0018);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer van 29 juni 1992, nr. MJZ29692030, Centrale Directie Juridische Zaken,
Afdeling Wetgeving, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris
van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur;
Hebben goedgevonden en verstaan: