Vrijstellingsregeling diergeneesmiddelen voor EEG-dierenartsen
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, in overeenstemming met
de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, Overwegende dat uitvoering
moet worden gegeven aan de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van
13 december 1990, 90/676/EEG (PbEG L 373) tot wijziging van richtlijn 81/851/EEG betreffende
de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake geneesmiddelen voor
diergeneeskundig gebruik (PbEG L 317), onder meer voor wat betreft het gebruik in
kleine hoeveelheden van niet in Nederland toegelaten diergeneesmiddelen door een in
een andere Lid-Staat van de EEG gevestigde dierenarts;
Gelet op artikel 45 van de Diergeneesmiddelenwet (Stb. 1985, 410);
Gehoord de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde, de Vereniging
van Fabrikanten en Importeurs van Diergeneesmiddelen in Nederland (Fidin), de Vereniging
van Fabrikanten en Groothandelaren in Veterinaire Producten (Fagrovet), de Dibevo,
de Nehoma, Produktschap voor Vee en Vlees en het Landbouwschap;