Besluit drukvaten van eenvoudige vorm

[Regeling vervallen per 20-04-2016.]
Geraadpleegd op 22-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2001 en zichtdatum 02-04-2003.
Geldend van 23-12-1998 t/m 30-06-2002

Besluit van 24 augustus 1992, tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van de Wet op de gevaarlijke werktuigen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 9 april 1992, Directoraat-Generaal van de Arbeid, Afdeling Wetgeving en Juridische Zaken, nr. DGA/AIB/WJZ/92/4989;

Overwegende dat regels dienen te worden gesteld ter uitvoering van de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juni 1987 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake drukvaten van eenvoudige vorm (87/404/EEG, PbEG 1987, L220/48);

Gelet op de artikelen 1, eerste lid, onder a, 2, 3, eerste en tweede lid, 4, derde lid, 6, 12, derde lid, 24 en 25a van de Wet op de gevaarlijke werktuigen (Stb. 1952, 104);

De Raad van State gehoord (advies van 24 juni 1992, No. W12.92.0157);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 12 augustus 1992, Directoraat-Generaal van de Arbeid, Afdeling Wetgeving en Juridische Zaken, nr. DGA/AIB/WJZ/92/10728;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk I. Inleidende bepalingen

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. drukvat: een in serie vervaardigd gelast drukvat van eenvoudige vorm met een inwendige overdruk van meer dan 0,5 bar,

    • 1e. dat ertoe bestemd is lucht, dan wel stikstof te bevatten en

    • 2e. dat niet bestemd is om aan vlambelasting te worden onderworpen en

    • 3e. waarvan de delen en verbindingen die van belang zijn voor de sterkte van het drukvat zijn vervaardigd uit niet-gelegeerd kwaliteitsstaal dan wel uit niet-gelegeerd aluminium of geen dispersieharding vertonende aluminiumlegeringen en

    • 4e. dat bestaat uit:

      • - een cilindrisch gedeelte met een cirkelvormige dwarsdoorsnede, afgesloten door gewelfde bodems met de holle zijde naar binnen of door platte bodems, welke bodems een zelfde omwentelingsas hebben als het cilindrisch gedeelte, of

      • - twee gewelfde bodems met een zelfde omwentelingsas en

    • 5e. waarvan de maximale bedrijfsdruk ten hoogste gelijk is aan 30 bar en het produkt van deze druk en de inhoud van het vat (PS.V) niet groter is dan 10.000 bar.l en

    • 6e. waarvan de minimale bedrijfstemperatuur niet lager is dan -50°C en de maximale bedrijfstemperatuur niet hoger is dan 300° C bij een drukvat van staal en 100° C bij een drukvat van aluminium of aluminiumlegeringen;

  • b. de Gemeenschap: de gebieden waarop het Verdrag betreffende de Europese Unie van toepassing is;

  • c. richtlijn: de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juni 1987 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake drukvaten van eenvoudige vorm (87/404/EEG, PbEG 1987, L 220/48);

  • d. keuringsinstantie: een ingevolge artikel 5, eerste lid, van de wet, met betrekking tot drukvaten van eenvoudige vorm aangewezen dienst, instelling, onderneming of onderzoeksbureau, dan wel een door de andere lidstaten van de Europese Unie in het kader van de richtlijn aangemelde instantie;

  • e. wet: Wet op de gevaarlijke werktuigen (Stb. 1952, 104);

  • f. Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Als gevaarlijke werktuigen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de wet worden aangewezen drukvaten.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Dit besluit is niet van toepassing op:

  • a. drukvaten speciaal ontworpen voor nucleair gebruik, die bij defecten het verspreiden van radioactiviteit kunnen veroorzaken;

  • b. drukvaten die speciaal bestemd zijn voor installatie in of voor voortstuwing van schepen en luchtvaartuigen;

  • c. brandblusapparaten.

Hoofdstuk II. Vervaardiging

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

  • 1 Een drukvat dient zodanig te zijn vervaardigd en zodanige eigenschappen te hebben alsmede van zodanige kentekenen te zijn voorzien, dat het bij gebruik overeenkomstig zijn bestemming geen gevaar oplevert voor de veiligheid of de gezondheid van personen, huisdieren of goederen.

  • 2 Een drukvat, waarvan het produkt PS.V groter is dan 50 bar.1, voldoet aan de in bijlage I van de richtlijn vermelde essentiële veiligheidsvoorschriften en is voorzien van de in artikel 16 van de richtlijn bedoelde CE-markering en van de in punt 1, onderdeel B van bijlage II van de richtlijn bedoelde opschriften.

  • 3 Een drukvat waarvan het produkt PS.V ten hoogste 50 bar.l is, moet vervaardigd zijn volgens de ter zake in een van de lidstaten van de Europese Unie of in een andere Staat, die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geldende regelen van goed vakmanschap en voorzien zijn van de in punt 1 van bijlage II van de richtlijn bedoelde opschriften, met uitzondering van de in artikel 16 van de richtlijn bedoelde CE-markering.

  • 4 Een drukvat dat met inachtneming van de procedures, genoemd in dit artikel, is voorzien van de CE-markering, wordt vermoed te voldoen aan het tweede lid.

Artikel 4a

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Met betrekking tot drukvaten worden geen markeringen gebezigd, die derden kunnen misleiden omtrent de betekenis of grafische vorm van de CE-markering. Op de drukvaten mogen andere markeringen worden aangebracht op voorwaarde dat de zichtbaarheid en de leesbaarheid van de CE-markering niet worden verminderd.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Een drukvat dat in overeenstemming is met de door Onze Minister aangewezen, geharmoniseerde normen, wordt in zoverre vermoed te voldoen aan artikel 4, tweede lid.

Hoofdstuk III. Keuring

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Alvorens over te gaan tot de vervaardiging van een drukvat waarvan het produkt PS.V groter is dan 50 bar.l, dient de fabrikant of diens in de Gemeenschap of in een van de Staten, die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte gevestigde gevolmachtigde:

  • a. wanneer wordt vervaardigd overeenkomstig de in artikel 5, bedoelde normen,

    • 1e. van het voornemen om tot vervaardiging over te gaan mededeling te doen en het technisch constructiedossier, bedoeld in punt 3 van bijlage II van de richtlijn, te verschaffen aan een keuringsinstantie, die een verklaring van geschiktheid van dit dossier opstelt, of

    • 2e. een model van het drukvat te laten onderwerpen aan het in artikel 10 van de richtlijn bedoelde EG-typeonderzoek.

  • b. wanneer de in artikel 5, bedoelde normen, niet of slechts ten dele in acht worden genomen, een model van het drukvat te laten onderwerpen aan het in artikel 10 van de richtlijn bedoelde EG-typeonderzoek.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

  • 1 Een drukvat, dat overeenkomstig de in artikel 5, bedoelde normen of overeenkomstig het goedgekeurde model is vervaardigd, moet een keuring ondergaan als genoemd in het tweede of derde lid, tenzij het produkt PS.V kleiner is dan, of gelijk is aan 50 bar.l.

  • 2 Een drukvat waarvan het produkt PS.V groter is dan 3000 bar.l dient te worden onderworpen aan de EG-keuring, bedoeld in artikel 11 van de richtlijn.

  • 3 Een drukvat waarvan het produkt PS.V ten hoogste gelijk is aan 3000 bar.l en groter dan 50 bar.l dient naar keuze van de fabrikant te worden onderworpen aan:

    • a. de procedure van de EG-verklaring van overeenstemming, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de richtlijn, of

    • b. de EG-keuring, bedoeld in artikel 11 van de richtlijn.

Artikel 8. Intrekking EG-typeverklaring

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Een EG-typeverklaring kan door de door Onze Minister aangewezen keuringsinstantie, die haar heeft afgegeven, worden ingetrokken, indien is vastgesteld dat de CE-markering ten onrechte op de betrokken drukvaten is aangebracht.

Artikel 9. Verplichtingen fabrikant bij zelfkeuring

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

  • 1 De fabrikant, die gebruik maakt van de in artikel 7, derde lid, onder a, genoemde procedure van de EG-verklaring van overeenstemming dient:

    • a. alvorens over te gaan tot fabricage aan de keuringsinstantie die de EG-typeverklaring of de verklaring van geschiktheid heeft afgegeven, een document met betrekking tot de produktielijnbewaking te verstrekken, dat voldoet aan de eisen die artikel 13, eerste lid, van de richtlijn daaraan stelt en

    • b. vervolgens conform dit document te handelen en hiervan verslag uit te brengen aan voornoemde instantie.

  • 2 Ingeval drukvaten worden vervaardigd, waarvan het produkt PS.V groter is dan 200 bar.l, moet de in het eerste lid genoemde fabrikant aan de keuringsinstantie:

    • a. toegang verschaffen tot de plaatsen van fabricage en opslag opdat deze kan controleren of de fabrikant het bepaalde in artikel 13, eerste lid, van de richtlijn inachtneemt;

    • b. de gelegenheid bieden drukvaten te bemonsteren;

    • c. alle noodzakelijke inlichtingen, alsmede de documenten en dossiers, bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de richtlijn, verstrekken.

Hoofdstuk IV. Verkeer en gebruik

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

  • 1 Een drukvat moet vergezeld gaan van de in punt 2 van bijlage II van de richtlijn genoemde, door de fabrikant opgestelde handleiding.

  • 2 Degene die een drukvat voorhanden heeft, aflevert, tentoonstelt of gebruikt is verplicht ervoor te zorgen dat dit in goede staat van onderhoud verkeert.

  • 3 Een drukvat dient op passende wijze te zijn geïnstalleerd en mag niet voor een ander doel worden gebruikt dan waarvoor het bestemd is.

Hoofdstuk V. Merk van afkeuring

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

  • 1 Het is verboden een op een drukvat aangebracht merk van afkeuring te verwijderen, te beschadigen of onleesbaar te maken.

  • 2 Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet ten aanzien van ambtenaren die ingevolge artikel 12, eerste lid, eerste zin, van de wet ten aanzien van drukvaten een eenvoudige vorm aangewezen zijn.

  • 3 Onze Minister kan ten aanzien van merken van afkeuring nadere bepalingen vaststellen.

Artikel 12. Waarschuwingsplicht

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

  • 1 Indien bepaalde van een CE-markering voorziene en overeenkomstig hun bestemming gebruikte drukvaten naar het oordeel van Onze Minister gevaar opleveren voor de veiligheid of de gezondheid van personen, huisdieren of goederen, kan hij de fabrikant of diens in de Gemeenschap of in een van de Staten, die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte gevestigde gevolmachtigde gelasten om de bezitters dan wel de vermoedelijke bezitters van die drukvaten onverwijld en op doeltreffende wijze op de hoogte te stellen van het gevaar.

  • 2 Indien de fabrikant of de gevolmachtigde de krachtens het eerste lid gelaste maatregelen niet onverwijld of niet op doeltreffende wijze uitvoert, kan Onze Minister bedoelde maatregelen op kosten van de fabrikant of de gevolmachtigde treffen.

  • 3 Onze Minister geeft van een krachtens dit artikel genomen maatregel en van de intrekking daarvan onverwijld kennis aan de betrokkenen, aan de Europese Commissie en in de Staatscourant.

Artikel 13. Noodmaatregelen

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

  • 1 Indien Onze Minister constateert dat bepaalde drukvaten, die voorzien zijn van een CE-markering en overeenkomstig hun bestemming worden gebruikt, gevaar opleveren voor de veiligheid of gezondheid van personen, huisdieren, of goederen, kan hij:

    • a. een verbod uitvaardigen tot het vervaardigen, het in Nederland invoeren, het verhandelen en het afleveren van die drukvaten;

    • b. de fabrikant of diens in de Gemeenschap of in een van de Staten, die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte gevestigde gevolmachtigde verplichten om overeenkomstig de daarbij gegeven aanwijzingen passende maatregelen te nemen om die drukvaten zoveel mogelijk uit de handel te nemen.

  • 2 Onze Minister neemt een maatregel krachtens het eerste lid in overeenstemming met Onze Ministers wie het mede aangaat.

  • 4 Een gedraging in strijd met een krachtens het eerste lid genomen maatregel is verboden.

Hoofdstuk VI. Overgangs- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Artikel 14

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Indien één van de artikelen of de bijlagen van de richtlijn, waarnaar in dit besluit wordt verwezen, wordt gewijzigd, maakt Onze Minister dit bekend in de Staatscourant; hij vermeldt daarbij met ingang van welke datum en met betrekking tot welke drukvaten de wijziging moet worden toegepast.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Voor aanwijzing als keuringsinstantie krachtens artikel 5 van de wet komen slechts in aanmerking die instanties die in elk geval voldoen aan de in bijlage III van de richtlijn neergelegde voorwaarden.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

  • 1 Het verbod, gesteld in artikel 10, derde lid, van de wet, geldt tot 1 juli 2002 niet voor het voorhanden hebben of gebruiken van drukvaten, welke vóór het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit in bedrijf zijn gesteld of in de handel zijn gebracht, behoudens,

    • a. indien zij na dat tijdstip een ingrijpende wijziging of reparatie hebben ondergaan,

    • b. indien zij zijn voorzien van een merk van afkeuring.

  • 2 De in het eerste lid genoemde termijn kan door Onze Minister worden verlengd.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 18

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Dit besluit kan worden aangehaald als Besluit drukvaten van eenvoudige vorm.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

’s-Gravenhage, 24 augustus 1992

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

B. De Vries

Uitgegeven de vijftiende september 1992

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin